Gezonde landbouw, natuurlijk!
- Standpunten
- Gezonde landbouw, natuurlijk!
Alleen gezonde, rechtvaardige landbouw levert gezond voedsel voor iedereen. De Partij voor de Dieren wil een regionale, plantaardige en biologische productie van voedsel. Het uitgangspunt is een ecologisch voedselsysteem waarin voldoende voedsel geproduceerd wordt voor iedereen, binnen de grenzen van de planeet. Dat betekent akkerbouw en tuinbouw met strokenteelt, bloeiende akkerranden, bomen en hagen die de velden omlijsten en korte voedselketens, in evenwicht met de omgeving. In deze grondgebonden landbouw is een gezonde bodem de standaard, kunnen boeren een eerlijke boterham verdienen en is respect voor natuur, milieu en gezondheid vanzelfsprekend.
Het huidige landbouwsysteem is op een doodlopende weg beland, maar is met veel kunstgrepen (en belastinggeld) in de benen gehouden. Nergens zitten zoveel dieren op een kluitje als in ons land. Zo leven er ruim 17 miljoen kippen in Gelderse stallen, met name in de Gelderse Vallei, het meest pluimveedichte gebied van Nederland. Door het houden van zoveel kippen, koeien en andere dieren op elkaar kent Nederland een groot aantal problemen, zoals een gigantisch mestoverschot, risico’s voor de volksgezondheid en uitstoot van stikstof en broeikasgassen. Miljoenen dieren betalen daarvoor de hoogste prijs, maar ook boeren en inwoners worden opgezadeld met een onverantwoord hoge rekening. Gelderland kampt met vervuild water en perioden van ernstige droogte, zoals in de Achterhoek, en de natuur holt achteruit. Het kantelpunt is nu bereikt. De oplossingen waar de Partij voor de Dieren al 20 jaar voor pleit worden steeds vaker als noodzakelijk gezien én worden steeds meer overgenomen. Idealisme blijkt het nieuwe realisme! Megastallen zullen verdwijnen, het aantal landbouwdieren neemt fors af en groene boeren krijgen ruimte en perspectief. Door die stappen te nemen worden ook problemen op het gebied van waterkwaliteit, droogte, luchtkwaliteit en gezondheid aangepakt. Minder vlees, eieren en zuivel produceren en consumeren, helpt om het kappen van tropische bossen voor veevoer te stoppen, om water te besparen, om honger te bestrijden en om de klimaatcrisis bij de bron aan te pakken. De kans op uitbraken van door dieren op mensen overdraagbare ziekten (zoönosen) en pandemieën neemt af. De transitie naar een meer plantaardig voedselsysteem bespaart bovendien talloze dieren een leven vol ellende. Dat gaat niet vanzelf. Gelderland moet de overgang naar een regionale, plantaardige en biologische landbouw actief stimuleren. Een meerderheid van jonge boeren wil al een duurzaam bedrijf, maar zij hebben duidelijkheid en ondersteuning nodig.
Gezondheid van dier, mens en planeet voorop
De eerste cruciale keuze voor een houdbaar voedselsysteem: bevrijd de dieren uit de voedselketen en neem afscheid van de vee-industrie. Daarmee komt een einde aan veel dierenleed en komt er ruimte voor een efficiëntere en plantaardigere voedselproductie. Naast het feit dat de veehouderij ten koste gaat van dierenwelzijn en leefomgeving, is deze namelijk een grote voedselverspiller, die meer grond nodig heeft dan akkerbouw. Op geen enkel ander terrein valt zó veel winst te behalen voor dieren, natuur, klimaat, milieu, boeren en onze gezondheid, als in de keuzes over voedsel.
• Een einde aan megastallen! Gelderland neemt in haar Omgevingsverordening een verbod op ten aanzien van nieuwvestiging en uitbreiding van megastallen, intensieve veehouderijen, stallen met meerdere lagen en mestfabrieken.
• De provincie verbiedt nieuwvestiging en uitbreiding van viskwekerijen. De alternatieven liggen voor het oprapen: plantaardig voedsel uit de zee maakt ons gezonder, voorkomt veel dierenleed en geeft de onderwaternatuur de kans zich te herstellen.
• De insectenkweekindustrie is een nieuwe bio-industrie. De provincie faciliteert de kweek van insecten niet.
• De provincie neemt in haar regelgeving op dat er geen toestemming voor nieuwe konijnen- en eendenhouderijen of uitbreiding van bestaande bedrijven wordt gegeven. De eendenhouderij, gecentreerd in Ermelo met de enige eendenslachterij van Nederland, en konijnenhouderij zorgen voor ernstig dierenleed, omdat de dieren op geen enkele manier hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. • De provincie nodigt proactief de koplopers in duurzame landbouw (zoals Caring Farmers, Federatie van Agro-ecologische boeren en Biocyclische veganlandbouw) uit om mee te denken over beleid.
• Gelderland maakt scherpe keuzes over energievretende glastuinbouw: de provincie zet zich in voor de afbouw van verwarmde kassen, te beginnen bij de sierteelt. Om aardgas en energie te besparen, zet de provincie zich in voor duurzame alternatieven, zoals het gebruik van onverwarmde kassen voor voedselproductie en de promotie van de consumptie van seizoensgroenten. • Gelderland bevordert de bescherming van dieren in de landbouw tegen extreem weer, zoals hittestress.
• In het provinciale grond- en pachtbeleid worden regels voor verduurzaming en versterking van biodiversiteit opgenomen. Bij het sluiten en verlengen van pachtovereenkomsten neemt de provincie standaard een verbod op het gebruik van landbouwgif en kunstmest op in de voorwaarden.
• De provincie zet in op preventie van volgende grote uitbraken van dierziekten, waaronder ziekten die van dier op mens kunnen overspringen.
• De provincie stimuleert voorlichting over misstanden in de vee-industrie gevestigd in de provincie, over de rol van de veehouderij in de klimaat- en biodiversiteitscrisis en de voordelen van plantaardig voedsel.
Een weg uit de stikstofcrisis
Om de uitstoot van stikstofverbindingen zoals ammoniak en stikstofoxiden te verminderen en de natuur te herstellen, moet het Rijk de leiding nemen bij het nemen van maatregelen en niet de problemen afschuiven op provincies. Investeren in technologische lapmiddelen of het verplaatsen van intensieve veehouderijen zijn schijnoplossingen waarmee boeren nog langer aan het lijntje worden gehouden. De oplossing is om samen in te zetten op de omschakeling van de intensieve veehouderij naar meer regionale en biologische akkerbouw. In plaats van stallen vol met duizenden dieren, gaat de Partij voor de Dieren voor akkers vol met verschillende insecten, bloemen en een rijk bodemleven.
• Minder dieren, meer groene boeren. De provincie maakt een duidelijk stappenplan om te zorgen voor een snelle omschakeling naar een ecologische landbouw. • Gelderland werkt actief mee aan het terugbrengen van de ammoniakuitstoot, door een forse krimp van het aantal dieren in de veehouderij: minimaal 75% minder dieren. Daar waar nodig worden vergunningen ingetrokken of aangescherpt. • Biologische boeren worden waar mogelijk ontzien.
• De provincie stimuleert en helpt veehouders om te stoppen of de bedrijfsvoering grondig aan te passen, bijvoorbeeld door over te schakelen naar biologische en plantaardige landbouw. Landbouwsubsidies worden hiervoor ingezet, in plaats van voor gangbare, vervuilende bedrijven.
• Zogenaamde technologische lapmiddelen, zoals luchtwassers en ‘emissiearme’ stallen, worden niet gesubsidieerd en vergund.
• Rondom natuurgebieden zoals de Gelderse poort en de Veluwe wordt intensieve landbouw als eerste versneld afgebouwd en wordt ingezet op bufferzones en extensieve landbouw.
• Geld wordt groen besteed. Europese landbouwsubsidies worden door de provincie ingezet voor ondersteuning van initiatieven op het gebied van regionale, plantaardige en natuurvriendelijke landbouw.
• Uitbreidingen van veehouderijen worden niet toegestaan. Lopende vergunningstrajecten worden gestopt.
• Gelderland werkt niet mee aan verplaatsing van veehouderijbedrijven, tenzij het op de nieuwe locatie natuurinclusieve akkerbouw betreft (en niet langer veehouderij).
• De dier- of fosfaatrechten van stoppende veehouders die bijvoorbeeld pensioneren of geen opvolger hebben worden door de overheid opgekocht.
Eerlijke, regionale landbouw
Er liggen geweldige kansen om het tij in de landbouw nu te keren. Gelderland kan de noodzakelijke aanpak om de uitstoot van stikstof te verminderen aangrijpen om ondernemers die kansen te bieden. Investeren in alternatieven voor de gangbare landbouw, zoals natte teelten, voedselbossen en biocyclische teelt zonder mest en kunstmest, biedt boeren een duurzaam perspectief. Biologische telers en tuinders laten al decennialang zien hoe je gezond voedsel kunt produceren in samenwerking met de natuur. Door te kiezen voor akkerbouw voor menselijke consumptie komt er veel landbouwgrond vrij die beter benut kan worden. We kunnen veel grond teruggeven aan de natuur en er ontstaat tegelijkertijd ruimte voor woningbouw.
• Meer plantaardig! De provincie stimuleert, faciliteert en steunt de regionale ketens in de omschakeling naar plantaardige eiwitgewassen voor menselijke consumptie, zoals kidneybonen en lupine. Deze dragen bij aan een mooi en afwisselend landschap vol biodiversiteit en de bodem knapt er zichtbaar van op.
• Weg met de monocultuur. De provincie stimuleert actief het gebruik van strokenteelt, waardoor de bodem zich kan herstellen.
• Gelderland stimuleert de teelt en afname van natuurlijke bouw- en isolatiematerialen, zoals azolla, lisdodde, vlas, vezelhennep en zeewier.
• Groene ondernemers worden beloond. Gelderland ondersteunt en koestert koplopers van eerlijke, plantaardige, biologische en regionale landbouw en geeft ze een podium. Ze brengt hun knelpunten in kaart en helpt hen verder te komen.
• De provincie stelt transitiecoaches aan voor natuurvriendelijke landbouw en plantaardige eiwitteelten. De transitiecoaches verbinden bedrijven, kennisinstellingen en boeren actief aan elkaar, wijzen startups op subsidies en ondersteunen hen daarbij, en helpen boeren met het ontwikkelen van nieuwe, gezonde verdienmodellen.
• Initiatieven voor regionale voedselproductie en de verbinding tussen boer en inwoner worden volop gestimuleerd. De provincie maakt ruim baan voor voedselbossen en plantaardige gemeenschapslandbouw (CSA), waarbij inwoners samen het eigenaarschap vormgeven en samenwerken met de boer. Gelderland stimuleert gebiedscoöperaties die samen bijvoorbeeld een duurzame eiwitketen bouwen (van grondstof tot product).
• Gelderland zet zich in om voedselverspilling te stoppen.
• Lokale productie van compost wordt gestimuleerd. Plantaardige reststromen worden benut om de bodem te voeden. De provincie zet in op samenwerking met gemeenten en afvalverwerkers voor kwalitatief betere compost voor boeren en tuinders vanuit het GFT-afval.
• De provincie investeert in de verbinding tussen het (agrarisch) onderwijs en de beroepspraktijk in de transitie naar een regionale, plantaardige en biologische landbouw.
• De provincie zet zich via overlegstructuren zoals het Interprovinciaal Overleg (IPO) en via de lobby in de Europese Unie volop in voor diervriendelijke, natuurvriendelijke, biologische, plantaardige en regionale landbouw.