Schriftelijke vragen over het doden van bokjes in de geitenhouderij
Indiendatum: feb. 2020
Woensdag 29 januari is in de carrousel gesproken over het statenvoorstel PS2019-910 over de geitenhouderij (1). Het was een spoedeisend voorstel, omdat er te weinig stalruimte is voor lammetjes die binnenkort geboren gaan worden. Daardoor was er geen tijd voor een beeldvormende sessie vooraf. Omdat er in het nieuwe vergadermodel een vaste eindtijd is, was er aan het einde onvoldoende ruimte voor de gedeputeerde om de gestelde vragen alle te beantwoorden, vandaar dat we onderstaande vragen nog schriftelijk indienen.
Tijdens de behandeling in de carrousel bleek dat in andere provincies bokjes waar geen plaats voor was soms tegen de muur werden doodgeslagen. Soms werden ook andere methoden gebruikt om ze dood te maken, of kregen ze een spuitje van een dierenarts.
1. De problemen met illegale huisvesting van geiten blijken er al geruime tijd te zijn geweest. De handhavingsverzoeken waar in uitspraak (2) ECLI:NL:RBGEL:2019:1185 sprake van is, dateren van november 2018. Waarom komt u pas zo laat met een Statennotitie, vlak voor het lammerseizoen, en zo laat, dat er onvoldoende tijd was voor een beeldvormende vergadering ?
2. Waarom stond dit onderwerp niet op de langetermijnagenda (3) als het al zo lang speelde?
3. In het BVB, tegenwoordig Igoview, zijn al meer dan 10 jaar de aantallen plaatsen voor volwassen, voor jonge en voor pasgeboren geiten bekend. Waarom is bij vergunningverlening nooit nagedacht, en berekend dat er onvoldoende plaats was voor pasgeboren dieren ?
4. In Brabant blijken er (zie bijgevoegde tabellen) in verhouding meer plaatsen voor pasgeboren dieren (C3) te zijn dan in Gelderland. Wordt daar beter gehandhaafd tegen het doodmaken van jonge dieren ?
5. Wat zouden goede verhoudingen zijn voor het aantal C1, C2 en C3 plaatsen ?
6. Is het juridisch mogelijk (los van het feit dat er nu een bouwstop is) de bouw van nieuwe stallen met onvoldoende ruimte voor pasgeboren dieren tegen te houden ? En dezelfde vraag als er in de sector ook bij bedrijven in de omtrek onvoldoende ruimte is voor de dieren ?
7. Zijn er tijdens de inventarisatie door de gemeenten nog meer illegale veehouderijen, anders dan geitenhouderijen, aangetroffen ?
8. In de statenbrief staat : “Het afvoeren van gezonde melkgeiten in ruil voor jongvee is met het oog op dierenwelzijn niet wenselijk.” Natuurlijk is het afvoeren van gezonde melkgeiten niet wenselijk. Geiten kunnen tussen ongeveer 15 en 18 jaar oud worden (4). In de melkgeitenhouderij worden ze maar 4 jaar (5). De praktijk is natuurlijk dat er jaarlijks evenveel gezonde melkgeiten worden afgevoerd, als er jonge dieren worden aangehouden of aangekocht. Mogelijk is dat na het lammerseizoen, zodat er tijdelijk het probleem van te veel dieren is. Het is meer met het oog op financiën dan op dierenwelzijn dat gezonde melkgeiten niet afgevoerd worden. Op welk moment van het jaar worden de melkgeiten in het algemeen verkocht voor de slacht ?
9. Relatief veel geitenbokjes worden onverdoofd geslacht. Als de jonge dieren na 6 weken onverdoofd geslacht worden, in plaats van direct geëuthanaseerd door een dierenarts, dat is het twijfelachtig of dat wat betreft dierenwelzijn zo veel beter is... U wilt het vroegtijdig euthanaseren voorkomen. Bent u ook bereid zich in te zetten om minder geiten onverdoofd te laten slachten ?
10. Tijdens de vergadering bleek dat in andere provincies dieren tegen de muur werden doodgeslagen. Het zou vreselijk zijn als dit ook in Gelderland gebeurde, maar ongetwijfeld werden er in Gelderland ook veel lammeren naar de geboorte gedood. Wilt u bij de NVWA navragen hoe dat de afgelopen jaren in Gelderland gebeurde ? Werd er altijd een dierenarts ingeschakeld om bokjes te doden, of zijn ook andere werkwijzen aangetroffen ?
11. Tijdens de vergadering werd beweerd dat er tegenwoordig minder pasgeboren dieren gedood worden. Zijn er ook onderzoeken en cijfers die die bewering staven ? Hoeveel pasgeboren dieren worden tegenwoordig nog vroegtijdig gedood ?
12. In de statenbrief staat "GS bieden de gemeente aan mee te denken over een planologische oplossing bij bedrijfsbeëindiging." Wat wordt hier bedoeld ? Wekt u hiermee geen verwachtingen die u niet waar kunt maken ?
13. In de statenbrief staat : “Geitenbokjes worden al jaren in Europa gezien als een bijproduct van de melkgeitenhouderij. Alleen in Zuid-Europa is vraag naar het vlees van geitenbokjes voor menselijke consumptie. In Europa worden jonge bokjes dan ook veelal geëuthanaseerd of op zeer jonge leeftijd naar Zuid-Europa getransporteerd.” Bent u het met ons eens dat geitenmelk en -kaas een luxeproducten zijn, en dat we de geitenhouderij nooit meer moeten laten groeien ?
Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.
____________________
[1] https://gelderland.stateninformatie.nl/modules/1/ingekomen stukken/553814
[2] http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2019:1185
[3] https://gelderland.stateninformatie.nl/document/8423741/5
https://gelderland.stateninformatie.nl/document/8085827/2
[4] https://en.wikipedia.org/wiki/Goat
[5] https://www.lekkergemekker.nl/over-ons/onze-geiten
Bijlage bij de vragen: Het overzicht van stalcategorieën van geitenhouderijen.
Indiendatum:
feb. 2020
Antwoorddatum: 10 mrt. 2020
Vraag 1: De problemen met illegale huisvesting van geiten blijken er al geruime tijd te zijn geweest. De handhavingsverzoeken waar in uitspraak ECLI:NL:RBGEL:2019:1185 sprake van is, dateren van november 2018. Waarom komt u pas zo laat met een Statennotitie, vlak voor het lammerseizoen, en zo laat, dat er onvoldoende tijd was voor een beeldvormende vergadering?
Antwoord: Om uw
Staten volledig en efficiënt te informeren, hebben wij besloten om
de evaluatie rond het vestigings- en uitbreidingsverbod
geitenhouderijen zo compleet mogelijk bij uw Staten in te dienen.
In 2019 speelden er
meerdere zaken die van invloed waren op het moment van indienen van
de evaluatie:
a) Het onderzoek naar het welzijnsvraagstuk rond geitenbokjes is gestart na de uitspraak van de voorzieningenrechter op 19 maart 2019 (ECLI:NL:RBGEL:2019:1185). Ons onderzoek is in het najaar van 2019 afgerond. Daarvoor heeft veel overleg met gemeenten, omgevingsdiensten, LTO en geitenhouders plaatsgevonden. In november 2019 is het voorstel voor een aanpak met betrokken wethouders besproken. Daarna zijn de stukken in procedure gebracht.
b) Daarnaast
speelden er enkele casussen (waaronder in Gendt, Millingen a/d Rijn
en Hurwenen) waarin gemeenten en provincie nauw samenwerken om tot
een passende aanpak te komen. In het najaar van 2019 is deze aanpak
concreet geworden.
c) Wij zijn al lange
tijd in afwachting van de resultaten van het deelonderzoek
Veehouderij en Gezondheid Omwonenden 3 (VGO-3) naar de associatie
tussen gezondheidsklachten en geitenhouderijen in de provincies
Gelderland, Utrecht en Overijssel. We wilden de resultaten van dit
onderzoek in de evaluatierapportage opnemen. Echter, de publicatie
van de resultaten is meerdere malen uitgesteld. We verwachtten dat in
december de resultaten gepubliceerd werden, maar dit bleek wederom
niet haalbaar. Omdat het lammerseizoen in januari 2020 start, hebben
we besloten de evaluatie eind 2019 naar uw Staten toe te sturen.
Vraag 2: Waarom
stond dit onderwerp niet op de langetermijnagenda als het al zo lang
speelde?
Antwoord: Pas in de
loop van 2019 is de volledige omvang van de welzijnsproblematiek
duidelijk geworden. Wij hebben met veel partijen overleg gevoerd en
we hebben met onze partners naar oplossingen gezocht. In het najaar
van 2019 hebben wij over de oplossingsrichtingen besloten en PS de
uitgewerkte oplossingsrichtingen voorgelegd. Dit was niet
voorzienbaar bij het opstellen van de langetermijnagenda.
Vraag 3: In het BVB,
tegenwoordig Igoview, zijn al meer dan 10 jaar de aantallen plaatsen
voor volwassen, voor jonge en voor pasgeboren geiten bekend. Waarom
is bij vergunningverlening nooit nagedacht, en berekend dat er
onvoldoende plaats was voor pasgeboren dieren?
Antwoord: Gemeenten
zijn het bevoegd gezag voor beoordeling van een aanvraag om
omgevingsvergunning, onderdeel bouw of milieu. Een dergelijke
aanvraag moet limitatief getoetst worden op verschillende onderdelen,
maar het reserveren van ruimte voor voldoende jongvee is geen
criterium. Immers, geitenhouders kunnen er ook voor kiezen hun
drachtige geiten elders te laten aflammeren, zodat geitenbokjes nooit
aanwezig zullen zijn op het moederbedrijf. Dit is een afweging die
per bedrijf kan verschillen.
Vraag 4: In Brabant
blijken er (zie bijgevoegde tabellen) in verhouding meer plaatsen
voor pasgeboren dieren (C3) te zijn dan in Gelderland. Wordt daar
beter gehandhaafd tegen het doodmaken van jonge dieren?
Antwoord: Het
handhaven tegen het onrechtmatig doden van dieren is een taak van de
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Wij hebben geen
signaal ontvangen dat de NVWA vaker handhavend optreedt in Noord-
Brabant dan in Gelderland.
Vraag 5: Wat zouden
goede verhoudingen zijn voor het aantal C1, C2 en C3 plaatsen?
Antwoord: Zoals
aangegeven in het Statenvoorstel over de voortgang van het
vestigings- en uitbreidingsverbod geitenhouderijen (PS2019-910)
blijkt uit overleg met Omgevingsdiensten en de sector een verhouding
van 30% opfokgeiten (C2) en 60% jonge dieren (C3) ten opzichte van
het aantal melkgeiten (C1) wenselijk. Maar wederom kan dit per
bedrijfsvoering verschillen. De percentages hangen onder meer af van
de bedrijfscyclus (duurmelken of niet).
Vraag 6: Is het
juridisch mogelijk (los van het feit dat er nu een bouwstop is) de
bouw van nieuwe stallen met onvoldoende ruimte voor pasgeboren dieren
tegen te houden? En dezelfde vraag als er in de sector ook bij
bedrijven in de omtrek onvoldoende ruimte is voor de dieren?
Antwoord: De huidige
juridische kaders bieden ons daarvoor geen mogelijkheden als de stal
op basis van een geldende vergunning wordt gerealiseerd.
Vraag 7: Zijn er
tijdens de inventarisatie door de gemeenten nog meer illegale
veehouderijen, anders dan geitenhouderijen, aangetroffen?
Antwoord: De
gemeenten zijn bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving
op het gebied van omgevingsvergunningen onderdeel milieu en bouw. Wij
hebben van hen geen signalen ontvangen dat andere overtredingen zijn
aangetroffen.
Vraag 8: In de
statenbrief staat : “Het afvoeren van gezonde melkgeiten in ruil
voor jongvee is met het oog op dierenwelzijn niet wenselijk.”
Natuurlijk is het afvoeren van gezonde melkgeiten niet wenselijk.
Geiten kunnen tussen ongeveer 15 en 18 jaar oud worden. In de
melkgeitenhouderij worden ze maar 4 jaar. De praktijk is natuurlijk
dat er jaarlijks evenveel gezonde melkgeiten worden afgevoerd, als er
jonge dieren worden aangehouden of aangekocht. Mogelijk is dat na het
lammerseizoen, zodat er tijdelijk het probleem van te veel dieren is.
Het is meer met het oog op financiën dan op dierenwelzijn dat
gezonde melkgeiten niet afgevoerd worden. Op welk moment van het jaar
worden de melkgeiten in het algemeen verkocht voor de slacht?
Antwoord: Dit kan
per bedrijf en zelfs per dier variëren. Een melkgeit wordt vervangen
indien de melkproductie significant afneemt. Dit moment is moeilijk
in te schatten. Het is praktisch onmogelijk en bedrijfseconomisch
niet reëel het lammerseizoen exact af te stemmen op het moment van
afvoeren van melkgeiten.
Vraag 9: Relatief
veel geitenbokjes worden onverdoofd geslacht. Als de jonge dieren na
6 weken onverdoofd geslacht worden, in plaats van direct
geëuthanaseerd door een dierenarts, dat is het twijfelachtig of dat
wat betreft dierenwelzijn zo veel beter is... U wilt het vroegtijdig
euthanaseren voorkomen. Bent u ook bereid zich in te zetten om minder
geiten onverdoofd te laten slachten?
Antwoord: De
afwegingen rond het onverdoofd slachten van dieren moeten door het
Ministerie van LNV worden gemaakt. Het betreft hier immers landelijke
wetgeving. Wij zien geen rol voor ons in deze afweging.
Vraag 10: Tijdens de
vergadering bleek dat in andere provincies dieren tegen de muur
werden doodgeslagen. Het zou vreselijk zijn als dit ook in Gelderland
gebeurde, maar ongetwijfeld werden er in Gelderland ook veel lammeren
naar de geboorte gedood. Wilt u bij de NVWA navragen hoe dat de
afgelopen jaren in Gelderland gebeurde? Werd er dan een dierenarts
ingeschakeld om bokjes te doden, of zijn ook andere werkwijzen
aangetroffen?
Antwoord: Deze vraag
is voorgelegd aan de NVWA. Houders van dieren zijn niet verplicht
methoden waarmee dieren op het primaire bedrijf worden gedood te
registreren. Een overzicht van toegepaste dodingsmethoden van
lammeren in de provincie Gelderland, noch elders, is er dus niet.
Diverse methoden zijn voor het doden van dieren toegestaan, waaronder
een methode die waarborgt dat de dood onmiddellijk intreedt of na
bedwelming. Deze zijn opgenomen in de Europese Verordening 1099/2009.
Vraag 11: Vorige
week werd in Tilburg een vrouw opgepakt die mogelijk katten heeft
gedood door ze de schedel in te slaan. Welke straf staat er op het
doodslaan/doden van pasgeboren bokjes?
Antwoord: Deze vraag
is voorgelegd aan de NVWA. Het doden van geiten door de houder is
niet strafbaar, mits het op een toegestane wijze plaatsvindt die in
de EU-Verordening of een Algemene Maatregel van Bestuur is opgenomen.
De straf voor het doden van geiten op niet toegestane wijze is een
bestuurlijke boete.
Vraag 12: Tijdens de
vergadering werd beweerd dat er tegenwoordig minder pasgeboren dieren
gedood worden. Zijn er ook onderzoeken en cijfers die die bewering
staven? Hoeveel pasgeboren dieren worden tegenwoordig nog vroegtijdig
gedood?
Antwoord: Dode
dieren moeten worden gemeld in de Identificatie en Registratie (I&R)
database. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen doodgeboren of
gedode dieren. Bij de Kamerbrief over de voortgang dierenwelzijn
landbouwhuisdieren (DGA/19208763, 4 september 2019) is de
Voortgangsrapportage Plan van aanpak Welzijn geitenbokken (mei 2019)
als bijlage opgenomen. Dit is een voortgangsrapportage van het Plan
van aanpak Welzijn geitenbokken dat op 16 november 2017 door LTO
Nederland en de Nederlandse Geiten Zuivel Organisatie aan het
Ministerie is aangeboden. Het plan van aanpak heeft als doelstelling
om het welzijnsniveau van alle geitenlammeren te verbeteren.
In de rapportage is
opgenomen dat het grootste deel van de Nederlandse geitenhouders is
aangesloten bij het kwaliteitssysteem KwaliGeit. Deze bedrijven
hebben een machtiging afgegeven voor het gebruik van Identificatie en
Registratie (I&R) gegevens voor het doorgeven van lammersterfte.
Van de bedrijven die een machtiging hebben afgegeven bedraagt het
gemiddelde sterftepercentage 4,0%. Dit is een daling van 48% ten
opzichte van de nulmeting over 2016 (7,7%). Deze getallen gelden
alleen voor de deelnemers aan het kwaliteitssysteem KwaliGeit.
Vraag 13: In de
statenbrief staat "GS bieden de gemeente aan mee te denken over
een planologische oplossing bij bedrijfsbeëindiging." Wat wordt
hier bedoeld ? Wekt u hiermee geen verwachtingen die u niet waar kunt
maken?
Antwoord: In
gevallen waar bedrijfsbeëindiging overwogen wordt, bijvoorbeeld via
een omschakeling naar een ander bedrijf of een andere functie, hebben
wij middelen en instrumenten om de betreffende gemeente te
ondersteunen via ambtelijk advies of een procesbijdrage. Met een
“planologische ontwikkeling” doelen wij overigens niet op het
verplaatsen van een geitenhouderij.
Vraag 14: In de
statenbrief staat : “Geitenbokjes worden al jaren in Europa gezien
als een bijproduct van de melkgeitenhouderij. Alleen in Zuid-Europa
is vraag naar het vlees van geitenbokjes voor menselijke consumptie.
In Europa worden jonge bokjes dan ook veelal geëuthanaseerd of op
zeer jonge leeftijd naar Zuid-Europa getransporteerd.” Bent u het
met ons eens dat geitenmelk en -kaas een luxeproducten zijn, en dat
we de geitenhouderij nooit meer moeten laten groeien?
Antwoord: Het is
niet aan ons te bepalen of geitenmelk en- kaas luxeproducten zijn en
of de productie daarvan om die reden al dan niet moet worden beperkt.
De documenten met vragen en antwoorden zijn ook gepubliceerd op de website van de Provincie Gelderland.
Interessant voor jou
Mondelinge vragen over verhogen van de maximum snelheid als straks "iedereen elektrisch rijdt"
Lees verderSchriftelijke vragen over Igoview en WebBVB
Lees verder