Schriftelijke vragen over kadernota omgevingsvisie
Indiendatum: feb. 2018
Schriftelijke vragen (art. 39 RvO) aan Gedeputeerde Staten van Gelderland
datum : 20-2-2018
van : L. van der Veer (Partij voor de Dieren)
onderwerp : Kadernota omgevingsvisie.
Woensdag 14 februari was er een informatiebijeenkomst over de Kadernota Actualisatie Omgevingsvisie en Omgevingsverordening 2018, als voorbereiding op de commissievergadering van 21 februari. De Omgevingsvisie en -verordening zijn twee van de belangrijkste documenten die Provinciale Staten vaststellen. Onze fractie had de week tevoren drieëntwintig technische vragen ingediend. Tijdens de informatiebijeenkomst werd met name de inhoud van de Kadernota nog eens verteld, en was er onvoldoende tijd om de vragen te beantwoorden. Onze fractie vindt de Kadernota nog niet klaar voor besluitvorming, zolang er nog zoveel vragen zijn. We dienen hierbij de vragen en extra vragen naar aanleiding van de informatiebijeenkomst in als schriftelijke vragen. (Enkele zijn aangepast.)
Algemeen :
1. Tijdens de informatiebijeenkomst werd duidelijk dat niet alle aanwezigen en ook niet alle collega-ambtenaren hadden begrepen dat onderwerpen die niet in de Kadernota staan wel in de omgevingsvisie kunnen terugkomen. Kan dit op een of andere manier duidelijker aangegeven worden ? Bijvoorbeeld door alle onderwerpen te noemen, en aan te geven hoeveel prioriteit het onderwerp krijgt.
2. De provincie Friesland heeft een discussienota voor de omgevingsvisie gemaakt. Klik hier. Kende u deze notitie, wat vindt u van deze notitie, en waarom is in Gelderland niet zo’n notitie gemaakt ?
3. Dit is de startnotitie van de provincie Noord-Holland : https://bestanden.noordholland.nl/internet/Jaarstukken2015/5.1.3.01_Startnotitie_Omgevingsvisie.pdf Kende u deze startnotitie, wat vindt u ervan, en staan er zaken in die niet in onze startnotitie staan ?
4. De provincie Noord-Holland heeft een publieksonderzoek gedaan : https://www.noordholland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Koers_NH2050/Doc umenten_Koers_NH2050/Onderzoeksrapport.org Wat vindt u van dit onderzoek, en waarom heeft Gelderland dit niet gedaan ?
Kadernota :
5. Er is een ontwerpbesluit. Als Provinciale Staten iets zouden willen aanpassen, moet er dus een amendement worden ingediend. Het ontwerpbesluit verwijst naar de Kadernota. De Kadernota zou dus zo gestructureerd moeten zijn dat hij gemakkelijk amendeerbaar is. Zodat PS hun kaderstellende werk goed kunnen doen. De omgevingsvisie en -verordening zullen straks jaarlijks geactualiseerd worden. Een eis aan de visie en aan de verordening is dus dat ze makkelijk jaarlijks aan te passen zijn. (Ze zijn dan ook gemakkelijk amendeerbaar.) Is deze Kadernota flexibel van opzet, en gemakkelijk te amenderen ? Had er gebruikt gemaakt kunnen worden van een cafetariamodel ? Zou het mogelijk zijn de essentie van de Kadernota beknopter weer te geven, bijvoorbeeld zoals "PS2014-51 Bijlage B: kernpunten omgevingsbeleid in één oogopslag" : https://gelderland.stateninformatie.nl/document/1387746/1/document ?
6. Is er een richtlijn die aangeeft waar een kadernota aan moet voldoen, wat er tenminste in moet staan zodat Provinciale Staten hun kaderstellende taak goed kunnen doen ? In Brabant is daar bijvoorbeeld het volgende document over : https://www.brabant.nl/handlers/SISModule/downloaddocument.ashx?documentID=22969
7. Is er gekeken naar kadernota's omgevingsvisie van andere provincies ? Doen ze het net zo ?
8. Is er gekeken naar de visies van andere provincies ? Is er een overzichtstabel gemaakt van de opzet van de visies en de verschillen (bijvoorbeeld qua grootte, indeling van de onderwerpen (per kerntaak of anders ?), wel of niet koppeling met instrumenten, diepgang, etc.) en de voor- en nadelen ? Als een andere provincie goede ervaringen heeft met een bepaalde manier van werken, kan dat dan in onze startnotitie of de kadernota genoemd worden ?
9. In de vorige omgevingsvisie zijn per onderwerp in de verdieping de in te zetten instrumenten aangegeven. Moet daar niet iets over in de kadernota staan, of we het weer zo willen doen ? (Betekent de opsplitsing van de visie dat de in te zetten instrumenten niet meer in de visie komen, omdat GS daar over willen gaan ?) Een paragraaf met een voorstel voor een formaat/sjabloon voor de omgevingsvisie, en de mogelijk in te zetten instrumenten ? (Komt er bijvoorbeeld weer een visie en een verdieping deel, of is het werken daarmee niet bevallen ?) De actualisatie gaat over de visie en de verordening, maar ook het financiële instrument zal nodig zijn. Hoe gebeurt daar de actualisatie (paragraaf financiële consequenties bij de visie ? begrotingswijziging ?) ? Voor de inzet van andere instrumenten is geen actualisatie nodig ?
10. Bij de focussessie is ook even het mogelijke gebruik van scrum/agile genoemd. Via google is te vinden dat men daar in Zwolle ook mee experimenteert : https://www.scrumcompany.nl/omgevingsvisiescrum/ Bij ontwikkeling van software en/of hardware is daar al veel meer ervaring mee, en ook met wanneer het wel en beter niet toegepast kan worden (zie bijv. https://www.cprime.com/2012/09/when-to-use-scrum/ ) Bij het ontwikkelen van een omgevingsvisie heeft het een aantal nadelen. Er zijn bijvoorbeeld veel belanghebbenden. Hoe wordt er inmiddels over gedacht ?
11. Blz. 1. Is het mogelijk zoveel mogelijk functionale namen te gebruiken, en te werken volgens “vorm volgt functie” ? ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Form_follows_function ) Dus als naam van de Kadernota (die gebruikt wordt om ernaar te verwijzen) en de websites op de eerste plaats een functionele naam als "Kadernota omgevingsvisie- en verordening 2018" en niet een cryptische uitdrukking als “Gelderland Anders” of "Gaaf Gelderland" of "Steengoed benutten" of ... etc. Dat maakt het leven van nieuwe Statenleden en geïnteresseerde burgers eenvoudiger.
12. Op blz. 8 staat : "De kern van onze Omgevingsvisie is dat een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland voor ons voorop staat." Slaat gezond, veilig, schoon en welvarend ook op (het leefgebied voor) planten en dieren ? (Om bijvoorbeeld de aanleg van ecoducten en andere verbindingen vanuit het perspectief van flora en fauna te kunnen motiveren. Waar wordt dat anders aan opgehangen ?)
13. Op blz. 8 staat : "Om dit te behouden en te bereiken en als antwoord op de uitdagingen die voor ons liggen, stellen wij drie uitgangspunten centraal: een Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden Gelderland. Zij vormen de rode draad van ons beleid en van ons handelen." Waarom zijn slechts deze drie uitgangspunten gekozen ? Waar zijn ze voor nodig ?
Voorkomen deze drie uitgangspunten bijvoorbeeld dat er (voor zover de provincie het kan beïnvloeden) dieren slecht behandeld worden, dat er sociale ongelijkheid is, dat er bevolkingsgroepen achtergesteld worden ? Op welke manier volgen uit de vier ambities (gezond, veilig, schoon en welvarend) logischerwijze deze drie uitgangspunten (Duurzaam, Economisch krachtig en Verbonden) ?
14. Op blz. 8 worden "gezond, veilig, schoon en welvarend" de "ambities" genoemd, en "Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden" de "uitgangspunten", maar op blz. 18 zijn "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" opgewaardeerd van uitgangspunten tot ambities op zich. We moeten oppassen dat "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" niet de plaats in gaan nemen van "gezond, veilig, schoon en welvarend". Staan "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" onder "gezond, veilig, schoon en welvarend" ? Zijn het afgeleide ambities ?
15. Is “schoon” noodzakelijk, of wordt het al afgedekt voor “gezond” ? Zijn er omstandigheden die wel gezond zijn, maar niet schoon ?
16. Op blz. 10 worden de zeven kerntaken genoemd. Is het niet eenvoudiger te omgevingsvisie en -omgevingsverordening in te delen (te structureren) volgens de kerntaken ? Iedere provincie kent immers die kerntaken, en zo is het eenvoudiger het provinciaal beleid van verschillende provincies te vergelijken, dan wanneer zelf gekozen uitgangspunten als "Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden" voor een indeling gebruikt worden.
17. Op blz. 13 staan concrete doelen m.b.t. CO2 reductie en afvalreductie. Waarom zijn er niet meer concrete doelen ? Waarom zijn er geen concrete doelen m.b.t. bijvoorbeeld biodiversiteit, fijnstofproblematiek, etc.
18. Op blz. 16 staat "4.3 Blijvend Verbonden! Mensen zijn sociale wezens. Naast de behoefte om je te kunnen afzonderen, staat de mogelijkheid om deel uit te maken van een gemeenschap. Wij willen dat mensen andere mensen kunnen ontmoeten. Dat geldt voor mensen in steden, wijken en voor het platteland. Of het nu gaat om werk of sociale contacten, de samenleving moet voor flexibele net werken zorgen die voor iedereen open staan en beschikbaar zijn. " Dit is erg op mensen gericht. Maar we weten dat de natuur ook verbonden moeten zijn. Dieren en planten maken ook deel uit van een leefgemeenschap. Die leefgemeenschap moet verbonden blijven, om teruggang in biodiversiteit tegen te gaan. Natuur heeft een intrinsieke waarde. Verbindingen voor mensen (denk aan een snelweg) verbreken vaak verbindingen voor natuur. Moet 4.3 niet anders opgeschreven worden, minder gericht op mensen ?
19. Op blz. 18 staat "Uit onze focus en ambities voor een duurzaam, economisch krachtig en verbonden Gelderland volgen dan ook een aantal principes of “spelregels” voor onze verdere inzet en uitvoering." Hoe wordt duidelijk dat uit de ambities juist deze zes spelregels volgen, en of er niet e.e.a. ontbreekt ? Zijn de spelregels in andere provincies anders ?
20. Het plaatje op blz. 19 suggereert een hiërarchische ordening. Die is er echter niet, of niet op deze manier. Het werkt verwarrend. Is het mogelijk het plaatje te vervangen ? Kende u het plaatje in de Noord-Hollandse Koersnotitie en wat vindt u daarvan ? (Blz. 34 en 35 : https://www.noordholland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Documenten/Fase_2 _Koers/Definitieve_Koers_NH2050.pdf )
21. Op blz. 25 staat "In juni 2018 organiseren wij, tot slot, een groot provinciaal congres over de opgaven van de Omgevingsvisie.". Is het, technisch gezien, voor wat betreft het democratisch proces, beter de omgevingsvisie aan het eind van een bestuursperiode vast te stellen, of, na de verkiezingen, aan het begin van een nieuwe bestuursperiode ? Is het provinciaal congres bedoelt om nog invoer de leveren voor de verkiezingsprogramma's, of is het bedoeld om juist aan het einde van de bestuursperiode nog een compleet nieuwe omgevingsvisie vast te stellen ?
22. Voor onze fractie (en ook voor andere) is onder andere dierenwelzijn een belangrijk punt. Hoe/waar komt dat in de nieuwe visie en verordening te staan ? Als "duurzaam" beperkt wordt opgevat ("aansluiten op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen") dan is dierenwelzijn niet aan “duurzaam” op te hangen. (Iemand kan duurzaam heel dieronvriendelijk zijn.) Wat betekent de Kadernota bijvoorbeeld concreet voor de tekst over weidegang zoals die nu in de visie/verordening staat ?
23. Kunnen/moeten we in de visie niet verwijzen naar bijvoorbeeld VN doelen, of door andere externe organisaties geformuleerde en onderbouwde doelen, om dan verder uit te werken waar we af willen wijken van die doelen ? Moeten we bij de Kadernota niet een aantal van die externe doelen bespreken, of een proces om (nog) meer bij internationale doelen aan te gaan sluiten in onze visie.
Statenbrief :
24. Op blz. 3 staat : "Zo sluiten we aan bij zaken die onder andere worden beschreven in .... de gemeentelijke omgevingsvisies (GOVI)". Sluiten wij aan bij alle gemeentelijke omgevingsvisies (hoe gaan we dat dan doen ? iteratief ?) of andersom ?
25. Op blz. 3 staat : "De ontwikkelingen vragen om anticipatie met lef" : Dit zegt niet zoveel. Er zijn altijd ontwikkelingen. We hebben een systeem van jaarlijkse actualisatie van visie en verordening. Is er een evaluatie gedaan dat dat systeem op dit moment niet voldoet ? Wat is de reden dat dat systeem niet voldoet ?
26. Op blz. 3 staat "Onze eigen ervaring". De paragraaf is weinig onderbouwd. Is het mogelijk concrete voorbeelden te noemen van wat er niet goed is in de huidige visie en verordening, om duidelijk te maken wat we in een volgende versie willen voorkomen ? Is het mogelijk te onderbouwen dat de problemen met de tekst van de huidige visie en verordening niet meer met kleine aanpassingen opgelost kunnen worden ? Het is bekend dat veel IT-projecten in de overheidssector grote overschrijdingen hebben. Een van de redenen daarvoor is dat soms onterecht (en dus zonder goede onderbouwing) aan een compleet nieuw systeem wordt begonnen, in plaats van stapsgewijs kleine aanpassingen te doen. Dat risico is hier ook. Is het mogelijk beter te onderbouwen waarom het helemaal opnieuw moet, en waarom stapsgewijze aanpassingen niet meer voldoen, ondanks dat de invoering van de Omgevingswet is uitgesteld ?
27. Op blz. 3 staat in paragraaf "De omgevingswet" dat de visie opgesplitst moet worden in visie en uitvoeringsprogramma. Dat kan zo zijn, maar vaak blijkt pas wat een visie in de praktijk inhoudt als de daarbij uitgewerkte verordening, en de uitvoeringsplannen, en de benodigde financiële middelen enigszins bekend zijn. (Vandaar dat het ook prettiger kan werken een visie stapsgewijs aan te passen.) Het maakt het dus voor ons duidelijker als bij de behandeling van de visie de concrete acties ook enigszins bekend zijn. Als er minder tekst in de visie staat, dan is de vraag of de visie niet te abstract en weinig zeggend wordt. Is het mogelijk om als voorbeeld een klein deel van de huidige visie om te werken naar de nieuwe indeling, om duidelijk te maken wat hiermee (met het opsplitsen) bedoeld wordt. Is het mogelijk een overzicht (een plaatje) te maken met de nieuwe documentstructuur. Welke documenten komen er ? Welk document hangt af van / verwijst naar welk ander document ? Naar welke externe documenten (van andere overheden) wordt verwezen in de documenten ? (Denk aan NOVI, GOVI.) Wie stelt het document vast ? Aan welke richtlijnen moet het document voldoen ? etc.
28. Op blz. 4 worden de focussessie genoemd. Bij de focussessies was slechts een beperkte groep aanwezig. Veel ambtenaren. Hoeveel deelnemers uit de verschillende maatschappelijke groeperingen zijn nodig om er voor te zorgen dat alle belangen voldoende gerepresenteerd worden ? Is er een analyse gemaakt van wie aanwezig waren bij de focussessies, en of dat een voldoende divers, deskundig en compleet gezelschap was ? (Deze vraag wordt steeds belangrijker, naarmate Provinciale Staten minder naar de inhoud, en meer naar slechts het proces kijkt.)
Overig :
29. In verband met de omgevingsvisie en –verordening wordt soms gesteld dat er minder regels moeten komen. Duidelijke regels kunnen echter een efficiënt middel zijn om beleid uit te voeren. In Friesland is daarover de volgende notitie https://www.fryslan.frl/document.php? m=16&fileid=31816&f=f1b51eb982df50ce333a0d55401d79d8&attachment=1&c=10810 Wat vindt u van deze notitie ?
30. In de Kadernota staat niets over de Milieu Effect Rapportage. Hoe is de planning daarvoor ?
31. In een filmpje van de commissie MER wordt uitgelegd dat gemeenten pilots kunnen doen voor het werken volgens de nieuwe Omgevingswet via “bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte” (https://youtu.be/idFoYVmNy9s bij 0:40). Hoe zit dit voor de provincie ?
Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.
Indiendatum:
feb. 2018
Antwoorddatum: 5 apr. 2018
Vraag 1 : Tijdens de informatiebijeenkomst werd duidelijk dat niet alle aanwezigen en ook niet alle collega-ambtenaren hadden begrepen dat onderwerpen die niet in de Kadernota staan wel in de omgevingsvisie kunnen terugkomen. Kan dit op een of andere manier duidelijker aangegeven worden ? Bijvoorbeeld door alle onderwerpen te noemen, en aan te geven hoeveel prioriteit het onderwerp krijgt.
Antwoord: Op pagina 10 en 11 van de Kadernota noemen wij de zeven provinciale kerntaken. Verder geven wij aan dat de invulling van deze taken niet op voorhand vast ligt en varieert afhankelijk van wat er om ons heen gebeurt en wat ons daarin te doen staat. Maar ook: dat wij lopende lijnen niet zomaar en abrupt doorknippen. We geven aan dat we voortbouwen op onze gebiedsgerichte aanpak en dat we onze inzet steeds beoordelen vanuit het perspectief van een Duurzaam, Economisch krachtig en Verbonden Gelderland. In ons vervolgvoorstel (pagina 2 ev.) geven we aan dat de volgende stap zal zijn – om in gesprek met de buitenwereld en met uw Staten – verdere concretisering aan te brengen.
Vraag 2 : De provincie Friesland heeft een discussienota voor de omgevingsvisie gemaakt :https://www.fryslan.frl/docume... &attachment=0 Kende u deze notitie, wat vindt u van deze notitie, en waarom is in Gelderland niet zo’n notitie gemaakt ?
Antwoord: Deze notitie is ons bekend en we hebben er met interesse kennis van genomen. Iedere provincie kiest zijn eigen tempo en kiest zijn eigen aanpak bij het doorontwikkelen en “Omgevingswetproof” maken van het instrumentarium. In tegenstelling tot Friesland hebben wij in Gelderland in 2014 al
Omgevingsvisie opgesteld met een breed consultatietraject (zie Startnotitie PS2017-331). Nu
ontwikkelen wij door. We kiezen daarbij bewust voor focus in de opgaven en gerichte co-creatie bij de
uitwerking daarvan.
Vraag 3 :
Dit is de startnotitie van de provincie Noord-Holland : https://www.noordholland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingswet/Over_de_Omgevingswet/Publicaties/Startnotitie_Omgevingsvisie_NH2050.
Kende u deze startnotitie, wat vindt u ervan, en staan er zaken in die niet in onze startnotitie staan?
Antwoord:
Deze startnotitie is ons bekend. Er staan zaken in die niet onze startnotitie staan. Maar deze hebben voor ons doorgaans minder toegevoegde waarde. Dit omdat wij al een Omgevingsvisie hebben in tegenstelling tot de provincie Noord-Holland.
Vraag 4 :
De provincie Noord-Holland heeft een publieksonderzoek gedaan : https://www.noordholland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Koers_NH2050
Wat vindt u van dit onderzoek, en waarom heeft Gelderland dit niet gedaan ?
Antwoord:
Omdat we in Gelderland in 2014 reeds een eerste Omgevingsvisie hebben opgesteld met een breed consultatietraject hebben wij er bewust voor gekozen om geen brede algemene consultatie te doen, wij richten ons participatietraject anders in.
Vraag 5 : Er is een ontwerpbesluit. Als Provinciale Staten iets zouden willen aanpassen, moet er dus een amendement worden ingediend. Het ontwerpbesluit verwijst naar de Kadernota. De Kadernota zou dus zo gestructureerd moeten zijn dat hij gemakkelijk amendeerbaar is. Zodat PS hun kaderstellende werk goed kunnen doen. De omgevingsvisie en -verordening zullen straks jaarlijks geactualiseerd worden. Een eis aan de visie en aan de verordening is dus dat ze makkelijk jaarlijks aan te passen zijn. (Ze zijn dan ook gemakkelijk amendeerbaar.) Is deze Kadernota flexibel van opzet, en gemakkelijk te amenderen ? Had er gebruikt gemaakt kunnen worden van een cafetariamodel ? Zou het mogelijk zijn de essentie van de Kadernota beknopter weer te geven, bijvoorbeeld zoals "PS2014-51 Bijlage B: kernpunten omgevingsbeleid in één oogopslag" : https://gelderland.stateninformatie.nl/document/1387746/1/document%20?
Antwoord: Graag verwijzen wij naar de besluitvorming van uw Staten inzake de Kadernota. Uw Staten heeft de Kadernota geamendeerd. De essentie van de doorontwikkeling van de Omgevingsvisie vindt u op pagina 19 van de Kadernota in de samenvattende figuur.
Vraag 6 : Is er een richtlijn die aangeeft waar een kadernota aan moet voldoen, wat er tenminste in moet staan zodat Provinciale Staten hun kaderstellende taak goed kunnen doen ? In Brabant is daar bijvoorbeeld het volgende document over : https://www.brabant.nl/handlers/SISModule/downloaddocument.ashx?documentID=22969
Antwoord: Nee, een dergelijke richtlijn is er niet.
Vraag 7 : Is er gekeken naar kadernota's omgevingsvisie van andere provincies ? Doen ze het net zo ?
Antwoord: Ja, daar kijken we zeker naar. Nee, iedere provincie heeft zijn eigen aanpak en loopt zijn eigen tempo. Niemand doet het op dezelfde wijze. In Gelderland hebben wij reeds een Omgevingsvisie en kunnen vanuit die stevige basis een vervolgstap maken.
Vraag 8 : Is er gekeken naar de visies van andere provincies ? Is er een overzichtstabel gemaakt van de opzet van de visies en de verschillen (bijvoorbeeld qua grootte, indeling van de onderwerpen (per kerntaak of anders ?), wel of niet koppeling met instrumenten, diepgang, etc.) en de voor- en nadelen ? Als een andere provincie goede ervaringen heeft met een bepaalde manier van werken, kan dat dan in onze startnotitie of de kadernota genoemd worden ?
Antwoord: Lang niet alle provincies hebben een Omgevingsvisie. Wij waren in Nederland één van de eersten met een integrale visie. Dat laat onverlet dat wij blijven kijken naar wat andere provincies doen en voor ideeën hebben en wat we daarvan kunnen leren.
Vraag 9 : In de vorige omgevingsvisie zijn per onderwerp in de verdieping de in te zetten instrumenten aangegeven. Moet daar niet iets over in de kadernota staan, of we het weer zo willen doen ? (Betekent de opsplitsing van de visie dat de in te zetten instrumenten niet meer in de visie komen, omdat GS daar over willen gaan ?) Een paragraaf met een voorstel voor een formaat/sjabloon voor de omgevingsvisie, en de mogelijk in te zetten instrumenten ? (Komt er bijvoorbeeld weer een visie en een verdieping deel, of is het werken daarmee niet bevallen ?) De actualisatie gaat over de visie en de verordening, maar ook het financiële instrument zal nodig zijn. Hoe gebeurt daar de actualisatie (paragraaf financiële consequenties bij de visie ? begrotingswijziging ?) ? Voor de inzet van andere instrumenten is geen actualisatie nodig ?
Antwoord: In het vervolgvoorstel (pagina 4-5) beschrijven we de hoe we kijken naar de verschillende onderdelen: visie, programma’s en verordening en hun onderlinge samenhang. In de kadernota (pag. 21.) beschrijven wij onze visie op partnerschap en bestuurskracht. Met betrekking tot de verordening hebben wij in de Kadernota aangegeven wat onze ambitie voor doorontwikkeling is (pag. 23). Voor de doorontwikkeling van de begroting verwijzen wij graag naar uw Motie daaromtrent.
Vraag 10 : Bij de focussessie is ook even het mogelijke gebruik van scrum/agile genoemd. Via google is te vinden dat men daar in Zwolle ook mee experimenteert : https://www.scrumcompany.nl/om... Bij ontwikkeling van software en/of hardware is daar al veel meer ervaring mee, en ook met wanneer het wel en beter niet toegepast kan worden (zie bijv. https://www.cprime.com/2012/09/when-to-use-scrum/) Bij het ontwikkelen van een omgevingsvisie heeft het een aantal nadelen. Er zijn bijvoorbeeld veel belanghebbenden. Hoe wordt er inmiddels over gedacht ?
Antwoord: Deze aanpak is één van de vele mogelijkheden waarop je het traject kan invullen. Afhankelijk van het vraagstuk dat voor ligt, maken wij gebruik van deze werkwijze, bijvoorbeeld in het kader van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Vraag 11 : Blz. 1. Is het mogelijk zoveel mogelijk functionale namen te gebruiken, en te werken volgens “vorm volgt functie” ? (https://nl.wikipedia.org/wiki/Form_follows_function) Dus als naam van de Kadernota (die gebruikt wordt om ernaar te verwijzen) en de websites op de eerste plaats een functionele naam als "Kadernota omgevingsvisie- en verordening 2018" en niet een cryptische uitdrukking als “Gelderland Anders” of "Gaaf Gelderland" of "Steengoed benutten" of ... etc. Dat maakt het leven van nieuwe Statenleden en geïnteresseerde burgers eenvoudiger.
Antwoord: Wij stellen een Omgevingsvisie op voor een brede doelgroep. Met beide type zoektermen komt u dan ook op dezelfde website terecht.
Vraag 12 : Op blz. 8 staat : "De kern van onze Omgevingsvisie is dat een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland voor ons voorop staat." Slaat gezond, veilig, schoon en welvarend ook op (het leefgebied voor) planten en dieren ? (Om bijvoorbeeld de aanleg van ecoducten en andere verbindingen vanuit het perspectief van flora en fauna te kunnen motiveren. Waar wordt dat anders aan opgehangen ?)
Antwoord: Ja, zoals ook aangegeven tijdens de besluitvorming van de Kadernota in uw Staten.
Vraag 13 : Op blz. 8 staat : "Om dit te behouden en te bereiken en als antwoord op de uitdagingen die voor ons liggen, stellen wij drie uitgangspunten centraal: een Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden Gelderland. Zij vormen de rode draad van ons beleid en van ons handelen." Waarom zijn slechts deze drie uitgangspunten gekozen ? Waar zijn ze voor nodig ? Voorkomen deze drie uitgangspunten bijvoorbeeld dat er (voor zover de provincie het kan beïnvloeden) dieren slecht behandeld worden, dat er sociale ongelijkheid is, dat er bevolkingsgroepen achtergesteld worden ? Op welke manier volgen uit de vier ambities (gezond, veilig, schoon en welvarend) logischerwijze deze drie uitgangspunten (Duurzaam, Economisch krachtig en Verbonden)?
Antwoord: De drie uitgangspunten bouwen onder andere voort op de door u vastgestelde Mid-term Review, en de Startnotitie Omgevingsvisie. Ook in de bespreking in uw Staten bleek deze indeling herkenbaar en robuust. De vier ambities (gezond, veilig, schoon en welvarend) staan centraal. Met de drie uitgangspunten dragen we aan deze ambities bij.
Vraag 14 : Op blz. 8 worden "gezond, veilig, schoon en welvarend" de "ambities" genoemd, en "Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden" de "uitgangspunten", maar op blz. 18 zijn "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" opgewaardeerd van uitgangspunten tot ambities op zich. We moeten oppassen dat "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" niet de plaats in gaan nemen van "gezond, veilig, schoon en welvarend". Staan "duurzaam, economisch krachtig en verbonden" onder "gezond, veilig, schoon en welvarend"? Zijn het afgeleide ambities ?
Antwoord: Onze ambitie is een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland.
Vraag 15 : Is “schoon” noodzakelijk, of wordt het al afgedekt voor “gezond” ? Zijn er omstandigheden die wel gezond zijn, maar niet schoon ?
Antwoord: Ja, onder schoon verstaan we iets anders dan gezond. Een voorbeeld van gezond maar niet schoon: vakantievieren kan gezond zijn (ontspanning), maar is niet altijd schoon (vliegen; autorijden; natuurbelasting).
Vraag 16 : Op blz. 10 worden de zeven kerntaken genoemd. Is het niet eenvoudiger te omgevingsvisie en -omgevingsverordening in te delen (te structureren) volgens de kerntaken ? Iedere provincie kent immers die kerntaken, en zo is het eenvoudiger het provinciaal beleid van verschillende provincies te vergelijken, dan wanneer zelf gekozen uitgangspunten als "Duurzaam, Economisch krachtig en een Verbonden" voor een indeling gebruikt worden.
Antwoord: Wij stellen de opgaven waar we als Gelderse samenleving voor staan voorop, niet onze kerntaken. Via de kerntaken dragen wij bij.
Vraag 17 : Op blz. 13 staan concrete doelen m.b.t. CO2 reductie en afvalreductie. Waarom zijn er niet meer concrete doelen ? Waarom zijn er geen concrete doelen m.b.t. bijvoorbeeld biodiversiteit, fijnstofproblematiek, etc.
Antwoord: In het vervolgtraject kijken we waar we onze doelen nader kunnen concretiseren (zie kadernota p.25).
Vraag 18 : Op blz. 16 staat "4.3 Blijvend Verbonden! Mensen zijn sociale wezens. Naast de behoefte om je te kunnen afzonderen, staat de mogelijkheid om deel uit te maken van een gemeenschap. Wij willen dat mensen andere mensen kunnen ontmoeten. Dat geldt voor mensen in steden, wijken en voor het platteland. Of het nu gaat om werk of sociale contacten, de samenleving moet voor flexibele net werken zorgen die voor iedereen open staan en beschikbaar zijn. " Dit is erg op mensen gericht. Maar we weten dat de natuur ook verbonden moeten zijn. Dieren en planten maken ook deel uit van een leefgemeenschap. Die leefgemeenschap moet verbonden blijven, om teruggang in biodiversiteit tegen te gaan. Natuur heeft een intrinsieke waarde. Verbindingen voor mensen (denk aan een snelweg) verbreken vaak verbindingen voor natuur. Moet 4.3 niet anders opgeschreven worden, minder gericht op mensen ?
Antwoord: Nee dat vinden wij niet noodzakelijk en verwijzen naar hetgeen hierover is besproken tijdens uw statenvergadering.
Vraag 19 : Op blz. 18 staat "Uit onze focus en ambities voor een duurzaam, economisch krachtig en verbonden Gelderland volgen dan ook een aantal principes of “spelregels” voor onze verdere inzet en uitvoering." Hoe wordt duidelijk dat uit de ambities juist deze zes spelregels volgen, en of er niet e.e.a. ontbreekt ? Zijn de spelregels in andere provincies anders ?
Antwoord: Het zijn Gelderse doe-principes. Principes die zich laten destilleren uit vele gesprekken zowel intern als extern. Wij kijken ook naar andere provincies hoe zij invulling geven aan hun Omgevingsvisies. Wij leggen onze eigen Gelderse accenten.
Vraag 20 : Het plaatje op blz. 19 suggereert een hiërarchische ordening. Die is er echter niet, of niet op deze manier. Het werkt verwarrend. Is het mogelijk het plaatje te vervangen ? Kende u het plaatje in de Noord-Hollandse Koersnotitie en wat vindt u daarvan ? (Blz. 34 en 35 : https://www.noordholland.nl/Onderwerpen/Ruimtelijke_inrichting/Projecten/Omgevingsvisie/Koers_NH2050
Antwoord: De Kadernota inclusief het plaatje is door uw Staten vastgesteld. Wij gaan niet mee in de vorm van Noord-Holland. Wij kiezen onze eigen vorm van representatie vanuit onze eigen ervaringen. Vraag 21 : Op blz. 25 staat "In juni 2018 organiseren wij, tot slot, een groot provinciaal congres over de opgaven van de Omgevingsvisie.". Is het, technisch gezien, voor wat betreft het democratisch proces, beter de omgevingsvisie aan het eind van een bestuursperiode vast te stellen, of, na de verkiezingen, aan het begin van een nieuwe bestuursperiode ? Is het provinciaal congres bedoelt om nog invoer de leveren voor de verkiezingsprogramma's, of is het bedoeld om juist aan het einde van de bestuursperiode nog een compleet nieuwe omgevingsvisie vast te stellen ?
Antwoord: Het congres in juni betreft ons jaarlijkse Omgevingsvisie congres. Grondslag voor dit congres ligt in de toezegging aan uw Staten om jaarlijks een dag over de opgaven uit de Omgevingsvisie te organiseren (PS 2014-659), niet in een politiek motief.
Vraag 22 : Voor onze fractie (en ook voor andere) is onder andere dierenwelzijn een belangrijk punt. Hoe/waar komt dat in de nieuwe visie en verordening te staan ? Als "duurzaam" beperkt wordt opgevat ("aansluiten op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen") dan is dierenwelzijn niet aan “duurzaam” op te hangen. (Iemand kan duurzaam heel dieronvriendelijk zijn.) Wat betekent de Kadernota bijvoorbeeld concreet voor de tekst over weidegang zoals die nu in de visie/verordening staat ?
Antwoord: Er worden in de actualisatie 2018 geen wijzigingen voorgesteld op dit punt.
Vraag 23 : Kunnen/moeten we in de visie niet verwijzen naar bijvoorbeeld VN doelen, of door andere externe organisaties geformuleerde en onderbouwde doelen, om dan verder uit te werken waar we af willen wijken van die doelen ? Moeten we bij de Kadernota niet een aantal van die externe doelen bespreken, of een proces om (nog) meer bij internationale doelen aan te gaan sluiten in onze visie.
Antwoord: Wij hebben ons standpunt hieromtrent toegelicht in uw Statenvergadering. Vragen m.b.t. de Statenbrief.
Vraag 24 : Op blz. 3 staat : "Zo sluiten we aan bij zaken die onder andere worden beschreven in .... de gemeentelijke omgevingsvisies (GOVI)". Sluiten wij aan bij alle gemeentelijke omgevingsvisies (hoe gaan we dat dan doen ? iteratief ?) of andersom ?
Antwoord: Dit is een cyclisch, zichzelf herhalend proces. Wij zijn steeds in gesprek met de Gelderse gemeenten, ook specifiek over omgevingsvisies. We nemen ook deel aan externe trajecten om bij te dragen aan gemeentelijke en regionale omgevingsvisies. Door zelf een actuele en duidelijke Omgevingsvisie te hebben, is de doorwerking van onze visie in die van anderen ook groter. Er bestaat geen formele hiërarchie tussen de omgevingsvisies op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau (ze zijn immers enkel juridisch zelfbindend).
Vraag 25 : Op blz. 3 staat : "De ontwikkelingen vragen om anticipatie met lef" : Dit zegt niet zoveel. Er zijn altijd ontwikkelingen. We hebben een systeem van jaarlijkse actualisatie van visie en verordening. Is er een evaluatie gedaan dat dat systeem op dit moment niet voldoet ? Wat is de reden dat dat systeem niet voldoet ?
Antwoord: De systematiek van een jaarlijkse actualisatie (of vaker indien nodig) staat niet ter discussie.
Vraag 26 : Op blz. 3 staat "Onze eigen ervaring". De paragraaf is weinig onderbouwd. Is het mogelijk concrete voorbeelden te noemen van wat er niet goed is in de huidige visie en verordening, om duidelijk te maken wat we in een volgende versie willen voorkomen ? Is het mogelijk te onderbouwen dat de problemen met de tekst van de huidige visie en verordening niet meer met kleine aanpassingen opgelost kunnen worden ? Het is bekend dat veel IT-projecten in de overheidssector grote overschrijdingen hebben. Een van de redenen daarvoor is dat soms onterecht (en dus zonder goede onderbouwing) aan een compleet nieuw systeem wordt begonnen, in plaats van stapsgewijs kleine aanpassingen te doen. Dat risico is hier ook. Is het mogelijk beter te onderbouwen waarom het helemaal opnieuw moet, en waarom stapsgewijze aanpassingen niet meer voldoen, ondanks dat de invoering van de Omgevingswet is uitgesteld ?
Antwoord: Wij verwijzen, naast de Statenbrief bij de Kadernota, graag naar de Startnotitie (pag. 7 ev) en de vervolgbrief bij de Startnotitie (oa pag 4).
Vraag 27 : Op blz. 3 staat in paragraaf "De omgevingswet" dat de visie opgesplitst moet worden in visie en uitvoeringsprogramma. Dat kan zo zijn, maar vaak blijkt pas wat een visie in de praktijk inhoudt als de daarbij uitgewerkte verordening, en de uitvoeringsplannen, en de benodigde financiële middelen enigszins bekend zijn. (Vandaar dat het ook prettiger kan werken een visie stapsgewijs aan te passen.) Het maakt het dus voor ons duidelijker als bij de behandeling van de visie de concrete acties ook enigszins bekend zijn. Als er minder tekst in de visie staat, dan is de vraag of de visie niet te abstract en weinig zeggend wordt. Is het mogelijk om als voorbeeld een klein deel van de huidige visie om te werken naar de nieuwe indeling, om duidelijk te maken wat hiermee (met het opsplitsen) bedoeld wordt. Is het mogelijk een overzicht (een plaatje) te maken met de nieuwe documentstructuur. Welke documenten komen er ? Welk document hangt af van / verwijst naar welk ander document ? Naar welke externe documenten (van andere overheden) wordt verwezen in de documenten? (Denk aan NOVI, GOVI.) Wie stelt het document vast ? Aan welke richtlijnen moet het document voldoen ? etc.
Antwoord: Wij werken al programmatisch. Met de vaststelling van de Kadernota hebben we focus gebracht in onze strategische, lange termijn doelen. Aan de hand hiervan kunnen we kijken naar onze huidige programma’s en hoe die zich verhouden tot de Kadernota en de mogelijkheden binnen de Omgevingswet.
Vraag 28 : Op blz. 4 worden de focussessie genoemd. Bij de focussessies was slechts een beperkte groep aanwezig. Veel ambtenaren. Hoeveel deelnemers uit de verschillende maatschappelijke groeperingen zijn nodig om er voor te zorgen dat alle belangen voldoende gerepresenteerd worden ? Is er een analyse gemaakt van wie aanwezig waren bij de focussessies, en of dat een voldoende divers, deskundig en compleet gezelschap was ? (Deze vraag wordt steeds belangrijker, naarmate Provinciale Staten minder naar de inhoud, en meer naar slechts het proces kijkt.)
Antwoord: Tijdens de focussesies waren veel van onze partners vertegenwoordigd. Partners waarmee we invulling geven aan onze opgaven. Het was een diverse mix van overheden, belangenorganisaties en ondernemingen, Waarbij er ook weer aanspraak is gedaan op het netwerk van deze partners (door de mogelijkheid te geven iemand mee te nemen). Ook was er ruimte voor overige belangstellenden. Tijdens de inzoomsessies die we organiseren is nog breder uitgenodigd. Tevens is er sinds januari 2018 de mogelijkheid om ook over de Omgevingsvisie online mee te praten via het Forum Gaaf Gelderland.
Vraag 29 : In verband met de omgevingsvisie en –verordening wordt soms gesteld dat er minder regels moeten komen. Duidelijke regels kunnen echter een efficiënt middel zijn om beleid uit te voeren. In Friesland is daarover de volgende notitie https://www.fryslan.frl/docume... &attachment=0. Wat vindt u van deze notitie ?
Antwoord: Interessant en herkenbaar.
Vraag 30 : In de Kadernota staat niets over de Milieu Effect Rapportage. Hoe is de planning daarvoor ?
Antwoord: Zie ons vervolgvoorstel bij de Kadernota.
Vraag 31 : In een filmpje van de commissie MER wordt uitgelegd dat gemeenten pilots kunnen doen voor het werken volgens de nieuwe Omgevingswet via “bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte” (
;feature=youtu.be bij 0:40). Hoe zit dit voor de provincie ?
Antwoord: Wij vertrekken vanuit onze huidige visie en de bijbehorende MER en ontwikkelen van daaruit door.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
P.G.G. Hilhorst - secretaris
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen over overlast door laagvliegende helicopters in de Achterhoek
Lees verderMondelinge vraag over gedoogbeleid Orgamebo
Lees verder