Technische Vragen Transitiedocument
Indiendatum: 11 apr. 2023
Vraag 1:
Op blz 28, onder 'Stimuleren en faciliteren', staat: "U kunt er voor kiezen CO2-beprijzing toe te passen op onze eigen besluiten. Wat is het effect en hoe weegt dat mee in het besluit?"
Vraag: Wordt hiermee gedoeld op de klimaatparagraaf (2.0) die eigenlijk al in elk Statenvoorstel ingevuld dient te zijn, maar die in praktijk vrijwel altijd ontbreekt? Zo nee, kunt u meer toelichting geven op wat er mogelijk is in het toepassen van CO2-beprijzing op onze eigen besluiten?
Antwoord: Nee er wordt niet gedoeld op de klimaatparagraaf. Er wordt bedoeld dat CO2-beprijzing meegenomen kan worden in de afweging van de inzet van budget en in het evalueren van aanbestedingen, zoals in de provincie Utrecht (zie https://www.provincieutrecht.n...). Kanttekening is dat de uitvoering van klimaatmaatregelen inzet vergt van vele actoren. Het is daarom moeilijk te bepalen aan wie welk deel van het effect precies toe te delen is.
Vraag 2: Op blz 60, onder 'Stimuleren en faciliteren', staat: "Het beheer van reeds bestaande fondsen ligt bij partijen als OostNL. Daar kunt u als Staten niet direct op sturen, maar ze kunnen natuurlijk wel bijdragen aan de ambities."
Vraag: Rekenkamer Oost geeft in haar rapport "Een kwestie van lange adem: Effectiviteit fondsen provincie Gelderland" (blz 20) aan dat Provinciale Staten meer ruimte kan nemen om haar controlerende rol uit te oefenen met betrekking tot de inzet van provinciaal geld binnen de fondsen. Hoe rijmt zich dit advies met de constatering in het transitiedocument dat de Staten "niet direct kunnen sturen" op het beheer van reeds bestaande fondsen?
Antwoord: Voor de bestaande fondsen geldt dat bij het instellen van het fonds afspraken zijn vastgelegd over de inzet daarvan en hoe daar door de fondsbeheerder over wordt besloten. Die afspraken kunnen niet zonder meer worden aangepast. Hierop kunt u niet direct sturen. Controleren kan wel. Rekenkamer Oost doet de aanbeveling aan Provinciale Staten om daarvoor meer ruimte te nemen. Dat kan bijvoorbeeld door te controleren of de oorspronkelijke doelen zijn of worden behaald en of het fonds nog aansluit bij de actuele doelstellingen.
Vraag 3: Op blz 65, onder 'Luchtvaart – wat speelt er?', staat: "Bijzondere aandacht gaat uit naar luchthaven Teuge. Op dit moment speelt onder meer het verkrijgen van de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim van de Inspectie Leefomgeving en Transport en een bij de Raad van State ingesteld beroep tegen het Luchthavenbesluit dat PS op 8 juni 2022 vaststelden (PS2022-266)”
Vraag: Het Luchthavenbesluit is door Provinciale Staten vastgesteld op 8 juni 2022. Het Luchthavenbesluit treedt pas in werking zodra de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim is afgegeven door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Volgens de informatie op de website van de ILT duurt de behandeling normaliter maximaal 9 weken (https://www.ilent.nl/onderwerp...). Wat is de achtergrond dat 9 maanden na het vaststellen van het Luchthavenbesluit nog geen uitsluitsel is gegeven over de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim?
Antwoord: Op 14 juni 2022 hebben wij een aanvraag ingediend voor de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim (VVGL) bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Op 1 november 2022 heeft de ILT technische opmerkingen gemaakt over een bijlage van de aanvraag. Wij hebben de ILT verzocht de VVGL af te geven onder voorwaarden. De ILT heeft op 23 november 2022 ons verzoek afgewezen. We hebben een adviesbureau opdracht gegeven de opmerkingen van de ILT te verwerken. Op 31 maart 2023 hebben we de ILT de gecorrigeerde bijlage toegestuurd.
Indiendatum:
11 apr. 2023
Antwoorddatum: 14 apr. 2023
Vraag 1:
Op blz 28, onder 'Stimuleren en faciliteren', staat: "U kunt er voor kiezen CO2-beprijzing toe te passen op onze eigen besluiten. Wat is het effect en hoe weegt dat mee in het besluit?"
Vraag: Wordt hiermee gedoeld op de klimaatparagraaf (2.0) die eigenlijk al in elk Statenvoorstel ingevuld dient te zijn, maar die in praktijk vrijwel altijd ontbreekt? Zo nee, kunt u meer toelichting geven op wat er mogelijk is in het toepassen van CO2-beprijzing op onze eigen besluiten?
Antwoord: Nee er wordt niet gedoeld op de klimaatparagraaf. Er wordt bedoeld dat CO2-beprijzing meegenomen kan worden in de afweging van de inzet van budget en in het evalueren van aanbestedingen, zoals in de provincie Utrecht (zie https://www.provincieutrecht.n...). Kanttekening is dat de uitvoering van klimaatmaatregelen inzet vergt van vele actoren. Het is daarom moeilijk te bepalen aan wie welk deel van het effect precies toe te delen is.
Vraag 2: Op blz 60, onder 'Stimuleren en faciliteren', staat: "Het beheer van reeds bestaande fondsen ligt bij partijen als OostNL. Daar kunt u als Staten niet direct op sturen, maar ze kunnen natuurlijk wel bijdragen aan de ambities."
Vraag: Rekenkamer Oost geeft in haar rapport "Een kwestie van lange adem: Effectiviteit fondsen provincie Gelderland" (blz 20) aan dat Provinciale Staten meer ruimte kan nemen om haar controlerende rol uit te oefenen met betrekking tot de inzet van provinciaal geld binnen de fondsen. Hoe rijmt zich dit advies met de constatering in het transitiedocument dat de Staten "niet direct kunnen sturen" op het beheer van reeds bestaande fondsen?
Antwoord: Voor de bestaande fondsen geldt dat bij het instellen van het fonds afspraken zijn vastgelegd over de inzet daarvan en hoe daar door de fondsbeheerder over wordt besloten. Die afspraken kunnen niet zonder meer worden aangepast. Hierop kunt u niet direct sturen. Controleren kan wel. Rekenkamer Oost doet de aanbeveling aan Provinciale Staten om daarvoor meer ruimte te nemen. Dat kan bijvoorbeeld door te controleren of de oorspronkelijke doelen zijn of worden behaald en of het fonds nog aansluit bij de actuele doelstellingen.
Vraag 3: Op blz 65, onder 'Luchtvaart – wat speelt er?', staat: "Bijzondere aandacht gaat uit naar luchthaven Teuge. Op dit moment speelt onder meer het verkrijgen van de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim van de Inspectie Leefomgeving en Transport en een bij de Raad van State ingesteld beroep tegen het Luchthavenbesluit dat PS op 8 juni 2022 vaststelden (PS2022-266)”
Vraag: Het Luchthavenbesluit is door Provinciale Staten vastgesteld op 8 juni 2022. Het Luchthavenbesluit treedt pas in werking zodra de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim is afgegeven door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Volgens de informatie op de website van de ILT duurt de behandeling normaliter maximaal 9 weken (https://www.ilent.nl/onderwerp...). Wat is de achtergrond dat 9 maanden na het vaststellen van het Luchthavenbesluit nog geen uitsluitsel is gegeven over de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim?
Antwoord: Op 14 juni 2022 hebben wij een aanvraag ingediend voor de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim (VVGL) bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Op 1 november 2022 heeft de ILT technische opmerkingen gemaakt over een bijlage van de aanvraag. Wij hebben de ILT verzocht de VVGL af te geven onder voorwaarden. De ILT heeft op 23 november 2022 ons verzoek afgewezen. We hebben een adviesbureau opdracht gegeven de opmerkingen van de ILT te verwerken. Op 31 maart 2023 hebben we de ILT de gecorrigeerde bijlage toegestuurd.
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Noodopvang voor vluchtelingen binnen ecologische verbindingszone
Lees verderSchriftelijke vragen Afschieten jonge wolf na aanrijding A12 bij Zevenaar
Lees verder