Vragen over de veiligheid van het regionale OV


Indiendatum: feb. 2016

-> de vragen en antwoorden als pdf vindt u hier

Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) stelt 10 miljoen euro beschikbaar om geweld in het openbaar vervoer tegen te gaan. Het overgrote deel van dat bedrag gaat echter naar de NS, tot grote ontevredenheid van de regionale vervoerders, die een deel van het bedrag tot hun beschikking willen krijgen om het geweld op de regionale lijnen te verminderen.

De staatssecretaris is echter van mening dat de veiligheid van het regionale openbaar vervoer een verantwoordelijkheid is van de regionale overheden. De Overijsselse gedeputeerde Boerman gaat daarom samen met andere provinciebestuurders proberen de staatssecretaris over te halen toch geld uit te trekken voor de verbetering van de veiligheid in het regionale openbaar vervoer.

Ons inziens is de aantrekkelijkheid van het regionale openbaar vervoer, ook als alternatief voor particulier autovervoer, mede-afhankelijk van de veiligheid die reizigers ervaren. Daarnaast is de veiligheid van openbaar vervoer intrinsiek een belangrijke maatschappelijke voorwaarde.

We hebben de volgende vragen over dit, in onze ogen, belangrijke onderwerp.

  1. Wat vindt u van de stelling van de staatssecretaris over de verantwoordelijkheid van de regionale overheden in deze kwestie?
  2. Trekt u samen op met Overijsselse gedeputeerde Boerman bij de poging de staatssecretaris financiƫle middelen uit te laten trekken voor meer veiligheid in het regionale vervoer? Zo ja, welke bestuurders hebben zich nog meer aangesloten en wat zijn de concrete plannen? Zo nee, waarom niet?
  3. Wat is er in de concessies afgesproken over de inzet ter bevordering van de veiligheid in de bussen en treinen? Indien hierover niets is afgesproken, waarom zijn hierover geen afspraken gemaakt?
  4. Voldoen de vervoerders aan deze afspraken? Zo ja, zijn de afspraken volgens u afdoende? Zo nee, wat gaat u hier tegen doen?
  5. Herkent u het beeld dat de regionale vervoerders schetsen over de onveiligheid in het regionale vervoer? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid extra middelen uit te trekken om de veiligheid in het regionale openbaar vervoer te verbeteren? Zo ja, hoeveel en uit welke middelen? Zo nee, waarom niet?

Maaike Moulijn
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren

Indiendatum: feb. 2016
Antwoorddatum: 22 mrt. 2016

Vraag 1:
Wat vindt u van de stelling van de staatssecretaris over de verantwoordelijkheid van de regionale overheden in deze kwestie?

Antwoord:
Wij hebben volgens de Wet Personenvervoer (WP 2000) een verantwoordelijkheid waar het gaat om de sociale veiligheid in het regionale openbaar vervoer. De activiteiten die hiermee samenhangen kunnen wij uitvoeren met de middelen die ons via de Decentralisatie Uitkering van het Rijk worden verstrekt.

Vraag 2:
Trekt u samen op met Overijsselse gedeputeerde Boerman bij de poging de staatssecretaris financiƫle middelen uit te laten trekken voor meer veiligheid in het regionale vervoer? Zo ja, welke bestuurders hebben zich nog meer aangesloten en wat zijn de concrete plannen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Wij werken met de provincie Overijssel nauw samen waar het gaat om beleid voor en uitvoering van het regionale openbaar vervoer. Hieronder valt ook het thema sociale veiligheid. Het gaat goed met de sociale veiligheid op en rond het openbaar vervoer in Gelderland. Toch is onze inzet nooit "af". Alhoewel de problemen met sociale veiligheid in de Randstad groter zijn, is het naar onze mening rechtvaardig om een deel van de extra beschikbaar gestelde Rijksmiddelen in te zetten voor het regionale OV. Het maakt het namelijk mogelijk dat we activiteiten gericht op het verhogen van sociale veiligheid op en rond het regionale openbaar vervoer kunnen intensiveren. Ook voor nieuwe uitdagingen zijn middelen welkom. Wij steunen dan ook de inzet van provincie Overijssel en de regionale vervoerders. Er wordt een hoorzitting met Tweede Kamerleden voorbereid waar belangen van alle partijen worden gehoord.

Vraag 3:
Wat is er in de concessies afgesproken over de inzet ter bevordering van de veiligheid in de bussen en treinen? Indien hierover niets is afgesproken, waarom zijn hierover geen afspraken gemaakt?

Antwoord:
In de samenwerkingsovereenkomst met vervoerders en politie zijn afspraken gemaakt over het inzetten van toezichthouders, samenwerking tussen de (regionale) vervoerders onderling en samenwerking tussen de vervoerders en de politie.Verder wordt ingezet op het delen van informatie en kennis tussen de vervoerbedrijven en de politie, gezamenlijk toezicht, gezamenlijk optreden bij evenementen, het instellen van een OV-verbod, gezamenlijke trainingen van het personeel van de regionale vervoerbedrijven, cameratoezicht in alle voertuigen en gezamenlijke voorlichting naar doelgroepen (bv scholieren). De doelen voor sociale veiligheid zijn ook vastgelegd in de concessies die aan vervoerders zijn verleend.

Vraag 4:
Voldoen de vervoerders aan deze afspraken? Zo ja, zijn de afspraken volgens u afdoende? Zo nee, wat gaat u hier tegen doen?

Antwoord:
De vervoerders voldoen aan die afspraken die gemaakt zijn in de concessie en die vastgelegd zijn in de samenwerkingsovereenkomst zoals genoemd in ons antwoord op vraag 3. De afspraken zijn ook volgens de vervoerders en politie afdoende. Het is evenwel zo, dat met meer (Rijks)middelen meer (zichtbare) activiteiten kunnen worden georganiseerd, wat bijdraagt aan de beleving van veiligheid.

Vraag 5:
Herkent u het beeld dat de regionale vervoerders schetsen over de onveiligheid in het regionale vervoer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Uit de gegevens die via de jaarlijkse Klantenbarometer worden opgehaald blijkt dat het regionale openbaar vervoer waarvoor wij verantwoordelijk zijn over de gehele linie niet onveilig is. Wel is het zo, dat lokaal altijd sprake kan zijn van een gevoel bij reizigers of bij het rijdend personeel dat sociale veiligheid nog beter kan worden geborgd.

Vraag 6:
Bent u bereid extra middelen uit te trekken om de veiligheid in het regionale openbaar vervoer te verbeteren? Zo ja, hoeveel en uit welke middelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Het uittrekken van extra middelen vanuit de provinciale begroting voor het verdere verbeteren van sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer is naar onze mening niet nodig. Dit baseren wij op de gegevens over de sociale veiligheid in de jaarlijkse klantenbarometer van het openbaar vervoer. Een eventuele extra Rijksbijdrage zal desondanks welkom zijn en zal in overleg met regionale vervoerders op een goede manier worden besteed.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
P.G.G. Hilhorst - secretaris

Interessant voor jou

Mondelinge vragen over proeven verjaging ganzen met laser

Lees verder

Vragen over wildraster langs Amersfoortseweg

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer