Vragen over Omge­vings­visie en weidegang

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 24 jun. 2014

Vraag 1:
Heeft u juridisch advies gevraagd? Kan het nu wel of kan het nu niet? Waarom zou het moeilijk zijn?

Antwoord:
Via de visie en omgevingsverordening binden wij niet rechtstreeks de burger. Wij kunnen dus niet direct weidegang op bedrijven afdwingen. Op het punt van weidegang hebben wij geen juridisch advies ingewonnen. Zie voor de motivering ook ons antwoord op vraag 4. Het expliciet in een bestemmingsplan vastleggen van "grasland met weidegang" is juridisch mogelijk. Een dergelijke inperking van het agrarisch gebruik van de cultuurgrond - het moet grasland blijven en kan niet in de teeltrotatie worden meegenomen - moet wel goed onderbouwd en gemotiveerd worden vanuit de wenselijkheid om bepaalde functies of gebiedskwaliteiten te behouden. Ons college gaat gemeenten niet vragen dit generiek in bestemmingsplannen op te nemen. Naast de vraag van de juridische houdbaarheid, levert dit beleid diverse praktische vragen op en bezorgen wij de gemeenten een forse handhavingslast.

Vraag 2:
De Raad van State heeft diverse uitspraken gedaan waarbij weidegang aan de orde is. Wijzen die er niet op dat weidegang via het omgevingsbeleid geregeld kan worden?

Antwoord:
Zie antwoord bij vraag 1.

Vraag 3:
Waarom vindt u dat het niet gehandhaafd kan worden? In verband met de Natuurbeschermingswetvergunningen moet weidegang toch ook gehandhaafd worden? (Op luchtfoto's en op satellietopnamen kunnen koeien in de wei nu al worden gezien.)

Antwoord:
Zeker, de controle is mogelijk, mogelijk ook met gebruikmaking van nieuwe technologie. Voor bedrijven die voor hun uitbreiding van de veestapel de voorwaarde vanuit de Natuurbeschermingswet krijgen om weidegang toe te passen, zal inderdaad ook gehandhaafd moeten worden. Deze eis geldt voor een beperkt aantal bedrijven en heeft gericht tot doel om de ammoniakemissie per dier te verlagen. Gekoppeld aan deze omgevingsvergunning is ook handhaving en sanctionering geregeld.

Vraag 4:
Welke regeling is er in theorie mogelijk om het percentage koeien en kalveren met weidegang zo hoog mogelijk te houden, en zo mogelijk weer te doen stijgen?

Antwoord:
Wij zijn geen voorstander van een theoretische regeling. Wij zijn van oordeel dat weidegang verankering moet krijgen in de markt en dus gedragen moet worden door alle ketenpartijen. Marktpartijen nemen ook diverse initiatieven. Steeds meer wordt weidegang voor de zuivel benut als verkoopargument. Aan melkveehouders die weidegang toepassen wordt een weidepremie betaald. De consument zal bereid moeten zijn om voor deze zuivelproducten een meerprijs te betalen. Het op deze wijze stimuleren en behouden van weidegang in de melkveehouderij is in onze ogen de juiste en meest effectieve weg. Vanuit de provincie ondersteunen wij actief een betere verkaveling van de grondgebonden landbouw. Op deze wijze krijgen melkveehouders meer grond bij de bedrijfsgebouwen en dit biedt hen de mogelijkheid om - ook bij een groeiende bedrijfsomvang - te blijven beweiden. In het omgevingsbeleid stellen wij de eis van grondgebondenheid bij uitbreidingen van melkveebedrijven waarmee ook een basis wordt geboden om de weidegang te behouden.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

-> Hier zijn de antwoorden als PDF te vinden