Vragen over uitbreiding megastal Geesteren


Indiendatum: okt. 2016

> de vragen en antwoorden als pdf vindt u hier

Op de agenda van de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland stond op 20 september het aanvragen van een ontheffing op de provinciale omgevingsverordening, ten behoeve van het vergroten van een varkensstal tot een capaciteit van 9000 varkens. Het zou daarmee een megastal, en tevens een van de grootste varkensstallen van Gelderland worden. De uitbreiding is in strijd met de provinciale verordening, vandaar dat er een ontheffing wordt aangevraagd.

  1. Heeft u de aanvraag voor een ontheffing ontvangen van de gemeente Berkelland ?
  2. Artikel 2.9.1 van onze omgevingsverordening biedt aan Gedeputeerde Staten de mogelijkheid een ontheffing te verlenen. De voorwaarden daarvoor zijn echter erg ruim gesteld.In 2014 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder verwijzing naar de Memorie van Toelichting op de Wijzigingswet Wro, een soortgelijke ontheffing van de provincie Drenthe vernietigd, en ook de ontheffingsbevoegdheid onverbindend verklaard. Voldoet de ontheffingsbevoegdheid in onze omgevingsverordening wel aan de vereisten van artikel 4.1a, eerste lid, van de Wro ?
  3. Bent u van mening dat de uitbreiding van de veehouderij een niet te voorziene omstandigheid is, waarvoor het mogelijk is een ontheffing te verlenen ?
  4. Hoe vaak is door Gedeputeerde Staten de afgelopen jaren een ontheffing gegeven op basis van artikel 2.9.1, hoe vaak is daartegen bezwaar gemaakt, en wat was de uitkomst ?
  5. Bent u van plan een ontheffing te verlenen aan de gemeente Berkelland ?
  6. Vindt u dat u Provinciale Staten af en toe op de hoogte moet brengen, over ontheffingen die u verleent op regels die door Provinciale Staten zijn vastgesteld ?
  7. Op dit moment ligt een wijziging van de omgevingsverordening ter inzage, waarop tot 1 oktober een zienswijze kon worden ingediend. Ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor de uitbreiding als de nieuwe omgevingsverordening van kracht zou worden ?
  8. In de ontwerp-omgevingsvisie van Gelderland is het gesprek met omwonenden belangrijk. Wat is uw mening over de afspraken die er in 2002 via de gebiedscommissie met omwonenden zijn gemaakt ?

Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren

Indiendatum: okt. 2016
Antwoorddatum: 6 okt. 2016

Vraag 1 :


Heeft u de aanvraag voor een ontheffing ontvangen van de gemeente Berkelland?


Antwoord:


Ja.


Vraag 2 :


Artikel 2.9.1 van onze omgevingsverordening biedt aan Gedeputeerde Staten de mogelijkheid een ontheffing te verlenen. De voorwaarden daarvoor zijn echter erg ruim gesteld. In 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder verwijzing naar de Memorie van Toelichting op de Wijzigingswet Wro, een soortgelijke ontheffing van de provincie Drenthe vernietigd, en ook de ontheffingsbevoegdheid onverbindend verklaard. Voldoet de ontheffingsbevoegdheid in onze omgevingsverordening wel aan de vereisten van artikel 4.1a, eerste lid, van de Wro?


Antwoord:


Ja, de tekst van artikel 4.1a, eerste lid, van de Wro is in de verordening van uw Staten letterlijk overgenomen.


Vraag 3 :


Bent u van mening dat de uitbreiding van de veehouderij een niet te voorziene omstandigheid is, waarvoor het mogelijk is een ontheffing te verlenen?


Antwoord:

De definitieve tekst van de Memorie van Toelichting bij artikel 4.1a van de Wro is destijds in die zin aangepast t.o.v. het ontwerp, dat niet de voorzienbaarheid bepalend is voor de vraag of gesproken kan worden van bijzondere omstandigheden, maar de ruimtelijke kwaliteit van de ontwikkeling waarvoor ontheffing wordt gevraagd. Aldus ook recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De beoordeling van ontheffingsverzoeken zal dus moeten plaatsvinden op basis van de ruimtelijke kwaliteit. Zeer recent heeft de Afdeling bovendien uitgesproken dat grote terughoudendheid geboden is en dat een ontheffing enkel aan de orde kan zijn in bijzondere, uitzonderlijke situaties die zich incidenteel voordoen, waarbij kan worden gedacht aan een innovatief project, waarbij zwaarwegende maatschappelijke belangen een rol spelen.


Vraag 4 :


Hoe vaak is door Gedeputeerde Staten de afgelopen jaren een ontheffing gegeven op basis van artikel 2.9.1, hoe vaak is daartegen bezwaar gemaakt, en wat was de uitkomst?


Antwoord:


Sedert de inwerkingtreding van artikel 4.1a, eerste lid van de Wro (in 2012), is door ons college in twee gevallen een ontheffing verleend. In beide gevallen is daartegen beroep aangetekend. In het ene geval is het beroep ongegrond verklaard, in het andere gegrond (rondweg Nunspeet resp. woningbouw Hattem). In beide gevallen ging het dus niet om agrarische ontwikkelingen.


Vraag 5 :

Bent u van plan een ontheffing te verlenen aan de gemeente Berkelland?


Antwoord:


Het betreffende verzoek van de gemeente Berkelland is nog in behandeling. Over de uitkomst zullen wij u zo spoedig mogelijk informeren.


Vraag 6 :

Vindt u dat u Provinciale Staten af en toe op de hoogte moet brengen, over ontheffingen die u verleent op regels die door Provinciale Staten zijn vastgesteld?


Antwoord:

Gelet op het zeer geringe aantal ontheffingen (2) leek ons een dergelijk overzicht niet nodig. Eventuele ontheffingen zijn uiteraard terug te vinden op onze besluitenlijst.


Vraag 7 :

Op dit moment ligt een wijziging van de omgevingsverordening ter inzage, waarop tot 1 oktober een zienswijze kon worden ingediend. Ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor de uitbreiding als de nieuwe omgevingsverordening van kracht zou worden?


Antwoord:

In de huidige verordening zijn niet-grondgebonden veehouderijen gebonden aan een maximum van 1 resp. 1,5 ha, afhankelijk van hun ligging in een verwevingsgebied dan wel landbouwontwikkelingsgebied. Mede naar aanleiding van een amendement van uw Staten is nu het voornemen om de verordening in die zin aan te passen dat de maximale oppervlaktematen vervallen en dat een niet-grondgebonden veehouderij mag uitbreiden indien het bedrijf maatregelen treft van ruimtelijke kwaliteit op het gebied van milieu, landschappelijke inpassing of fysieke maatregelen op het gebied van dierwelzijn (maatschappelijke plussen). Op 12 juli 2016 hebben wij het Actualisatieplan Omgevingsvisie 2016 en het Actualisatieplan Omgevingsverordening 2016 in ontwerp vastgesteld, waarvan het plussenbeleid deel uitmaakt. Van 19 augustus tot en met 30 september hebben de voorgestelde wijzigingen ter visie gelegen. Besluitvorming hierover zal door uw Staten plaatsvinden bij de behandeling van de ontwerp-actualisatieplannen van de omgevingsvisie en - verordening.


Vraag 8 :

In de ontwerp-omgevingsvisie van Gelderland is het gesprek met omwonenden belangrijk.
Wat is uw mening over de afspraken die er in 2002 via de gebiedscommissie met omwonenden zijn
gemaakt?


Antwoord:

In de geest van de komende Omgevingswet vinden wij het een voorwaarde, dat de ondernemer tijdig de dialoog met de omwonenden/bedrijven in zijn omgeving aangaat. Een verslag van de dialoog met de omgeving moet bij de aanvraag tot uitbreiding worden gevoegd. De door u gememoreerde afspraken van 2002 hadden betrekking op het toenmalige reconstructiebeleid en zijn niet relevant voor deze zaak.


Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
P.G.G. Hilhorst - secretaris

Interessant voor jou

Mondelinge vragen over virusziekte konijnen

Lees verder

Vragen over de jacht op wilde konijnen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer