Vragen over extra uitbreidingsruimte voor megastallen, het Gelderse Plussenbeleid
Indiendatum: sep. 2015
-> de vragen en antwoorden als pdf vindt u hier
Afgelopen donderdag was er een brede consultatiebijeenkomst over het Gelderse Plussenbeleid. De provincie wil extra uitbreidingsruimte toestaan aan grote veehouderijbedrijven, bovenop de uitbreidingsruimte die de bedrijven nu al hebben, in ruil voor enkele bovenwettelijke maatregelen.
- Volgens de memo “Beleidskader en proces Menukaart” van 16 juli 2015 zal er medio augustus op kosten van de provincie een externe toetsing plaatsvinden van het voorgestelde beleid door de huisadvocaat van de provincie. Kunt u dat rapport in antwoord op deze vragen openbaar maken ?
- Volgens dezelfde memo zal er op kosten van de provincie een Quick Scan voor een MER plaatsvinden. Wanneer zal de Quick Scan gereed zijn en kunt u de Quick Scan dan openbaar maken ?
- In de memo staat ook “In het najaar wil een delegatie van PS onze regio bezoeken om meer te horen over de menukaart en wat daarmee kan gebeuren." Dat bezoek aan regio de Vallei staat echter niet onder de vervolgstappen in de “Notitie uitgangspunten Gelders Plussen Systeem (GPS)”.
Bent u bereid mee te werken aan zo’n bezoek in die regio, bijvoorbeeld een bezoek aan de grootste kalverhouderij van Gelderland (Lunteren, vergunning voor ruim 7.600 dieren), de grootste vleesvarkenshouderij (Lunteren, ruim 12.000 dieren), een van de grootste leghennenbedrijven (Lunteren, ruim 180.000 dieren), en een van de grootste vleeskuikenbedrijven (Kootwijkerbroek, ruim 150.000 dieren) ? - In het “Concept Regionaal Beleidskader Menukaart Regio Foodvalley” staat op blz. 16 :
“Regio FoodValley en de beide provincies vinden dierenwelzijn van groot belang. Er zijn veel mogelijkheden om dit te verbeteren en hierbij is sprake van voortdurende innovatie.”
en
“5 voorbeelden van tegenprestaties.
=>Hokdieren de mogelijkheid geven om regelmatig buiten te lopen
=>Meer hokruimte voor hokdieren door bij een zelfde dierenaantal meer vierkante meters stal te bouwen
=>Rubber op veeroosters in koeienstallen
=>Extra koelsysteem en ventilatoren in veestallen
=>Bovenwettelijke maatregelen tegen schuurbranden”
Waarom zouden we deze tegenprestaties voor extra uitbreidingsruimte (bovenop alle uitbreidingsruimte die er al is) niet gewoon verplichten ? Hebben alle dieren in Gelderland niet op dezelfde manier recht op deze verbeteringen ? - In de Bouwsteen regio Achterhoek staat op blz. 3 “Maatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn.”. Op dit moment is er sprake van een overschot van, en een lage prijs voor varkensvlees. Ondernemers die de gok wagen, en extra uitbreiden, zullen betogen dat ze geen extra maatregelen kunnen betalen. Dat kan betekenen dat de extra uitbreidingsruimte opgevuld wordt zonder dat er tegenprestaties tegenover staan.
Is het niet beter in een slechte markt geen extra uitbreidingsmogelijkheden te geven (boven de uitbreidingsmogelijkheden die er al zijn) ? - In dezelfde notitie staat op blz. 3 “als omgeving waarmee overleg dient plaats te vinden geldt een straal van 250 m rond het bedrijf”. Hoe kunnen we bij extra uitbreiding van megastallen de keuze van de tegenprestaties overlaten aan een zeer beperkte groep omwonenden, die wellicht dan alleen zullen kiezen voor een betere landschappelijke inpassing, in plaats van meer welzijn voor de dieren ?
- In dezelfde notitie staat op blz. 4 over de kennis van endotoxinen
“Zeer beperkt. Alleen bij geiten (Qkoorts) zijn inmiddels veel feiten bekend. In potentie is dit een groot probleem.”
en
“Nog te weinig bekend. Regio wacht nationaal beleid af.”
Als dit in potentie een groot probleem is, hoe kunnen dan nu uitbreidingen worden toegestaan, die later waarschijnlijk alleen tegen zeer hoge kosten zijn terug te draaien ? - In de conceptnotitie “Notitie Reikwijdte en Detailniveau PlanMER” staat op blz. 11, over de gevolgen van de verandering van het beleid
“Voor de veehouderijen zijn met name natuur (WAV-gebieden en stikstof), waterhuishouding/klimaat, geur, landschap, gezondheid en geluid/verkeer en luchtkwaliteit (fijnstof, vooral in relatie tot pluimvee en varkens) van belang. Waar mogelijk wordt gewerkt met kansen- en belemmeringenkaarten (eventueel per sector) om effecten inzichtelijk te maken.
Naast de milieugevolgen zijn uiteraard andere beleidsdoelen relevant voor de landbouw.
Hierbij gaat het in ieder geval om:
- De recreatiesector, deze is nauw verbonden en ruimtelijk zeer van belang;
- Duurzaamheid/energievoorziening: Welke bijdrage kan de sector leveren aan de energietransitie?”
Bent u bereid ook de effecten op dierenwelzijn, op biodiversiteit, op de tropische regenwouden (i.v.m. de kap voor veevoerproductie), en op het klimaat (i.v.m. de productie van broeikasgassen) mee te nemen ? - Op blz. 2 van de Notitie uitgangspunten Gelders Plussen Systeem (GPS) staat :
“Daarbij komt dat een strikte sturing op oppervlakte leidt tot volgepropte bebouwing op het erf dat vanuit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en brandveiligheid niet wenselijk is.”
Dit is toch in veel bestemmingsplannen eenvoudig opgelost door een maximum bebouwingspercentage op te nemen ? - Hoeveel uitbreidingsruimte is er nog onder de bestaande regels, als we geen extra uitbreidingsmogelijkheden bieden ?
- Wat zijn de grootste veehouderijen (in aantallen varkens, leghennen, nertsen, etc.) die nu al mogelijk zijn zonder de extra uitbreidingsmogelijkheden ?
- In de eerste versie van de omgevingsvisie was er sprake van dat extra uitbreidingsruimte (boven alle uitbreidingsruimte die er al is) verdiend kan worden door bovenwettelijke maatregelen op vier gebieden : milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. In een latere versie ging het om plussen op drie van de vier gebieden.
Nu is het voorstel : plussen op enkele van de onderwerpen milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid, ruimtelijke kwaliteit, verdroging en waterberging, doelmatig agrarisch waterbeheer, klimaat, biodiversiteit, en energietransitie.
Het maakt de kans dat er wat aan dierenwelzijn zal verbeteren erg klein.
Kunt u een overzicht geven van de mogelijke plussen en de kosten daarvan, zodat we een indruk kunnen krijgen van de kans dat er nog wat aan dierenwelzijn zal verbeteren ? - Bij de vorming van de Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s) was een van de overwegingen dat ambtenaren in kleine gemeenten soms onder grote druk komen te staan om bepaalde minder gewenste uitbreidingen toch mogelijk te maken. In enkele kleine gemeenten was sprake van integriteitsproblemen. Er kan sprake zijn van sociale druk op de omwonenden van een veehouderij, om een uitbreiding die overlast gaat geven toch toe te staan.
Denkt u niet dat het beter is om objectieve regels vast te stellen, waaraan getoetst kan worden, in plaats van een fraudegevoelig en moeilijk handhaafbaar overlegsysteem in te voeren, dat in alle gemeenten weer andere resultaten zal opleveren ? - Recent is in Wichmond gebleken hoe gehaaide ondernemers (internetmiljonairs) het gesprek met de omgeving vormgeven. Er is sprake van een salamitactiek, met uitbreidingen in meerdere fasen, waarbij de omgeving jarenlang op de hoede moet zijn, en “de grenzen welke aanvaardbaar zijn worden opgezocht”. Als de buurt de uitbreidingsplannen van de megastal niet zal accepteren, dan zal er mogelijk een megastal voor varkens worden gebouwd. Vindt u deze invulling van het overlegproces acceptabel ?
Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
sep. 2015
Antwoorddatum: 13 okt. 2015
In tegenstelling tot ons normale beantwoording kiezen wij er voor om een inleiding bij de beantwoording op te nemen.
In amendement A 8 hebben uw Staten ons college gevraagd voor de uitbreiding niet-grondgebonden veehouderijbedrijven een nieuw beoordelingssysteem in kader van het omgevingsbeleid uit te werken. Dit beleid wordt ontwikkeld in een open planproces waarbij alle relevante partijen worden betrokken. Op donderdag 10 september jl. vond in Hotel Haarhuis een ambtelijke bijeenkomst plaats met externe partijen. Uw Staten waren hiervoor ook uitgenodigd om in dit (cocreatie)proces uw bijdrage te kunnen leveren. Ons college heeft in dit proces bouwstenen ontvangen vanuit de regio’s Food Valley en Achterhoek en van de landbouworganisatie LTO. Deze bouwstenen zijn door betrokken partijen onder hun eigen verantwoordelijkheid opgesteld. Ook de conceptnotitie “Notitie Reikwijdte en Detailniveau PlanMER” en de notitie Uitgangspunten Gelders Plussen Systeem” hebben als doel om het open planproces te voeden.
Ons college verzamelt allereerst alle meningen en standpunten, beoordeelt deze integraal en weegt vervolgens af om met een afgewogen voorstel naar uw Staten te gaan. Dat proces willen wij niet doorsnijden door op overwegingen van individuele belanghebbenden te reageren. Ons college heeft de statenbrief “Het Gelders Plussen Systeem; uitwerking van het omgevingsbeleid” (SIS 2015-606) vastgesteld en aan uw Staten toegestuurd. Aan de hand van deze brief gaan we graag met uw staten het gesprek aan over de mogelijke vorm en inhoud van dit toekomstige beleid.
Een van de vragen heeft betrekking op vestiging van een nieuw melkveebedrijf in Wichmond. De daarbij gegeven kwalificaties laten we aan u.
Vraag 1:
Volgens de memo “Beleidskader en proces Menukaart” van 16 juli 2015 zal er medio augustus op kosten van de provincie een externe toetsing plaatsvinden van het voorgestelde beleid door de huisadvocaat van de provincie. Kunt u dat rapport in antwoord op deze vragen openbaar maken?
Antwoord:
Het klopt dat wij onze huisadvocaat om advies gevraagd hebben. Wanneer het advies gereed is zullen wij dit bij de griffie ter inzage leggen.
Vraag 2:
Volgens dezelfde memo zal er op kosten van de provincie een Quick Scan voor een MER plaatsvinden. Wanneer zal de Quick Scan gereed zijn en kunt u de Quick Scan dan openbaar maken?
Antwoord:
In opdracht van uw Staten ontwikkelen wij een nieuw beoordelingssysteem waarvoor wij een MER opstellen. De wijziging van het omgevingsbeleid is m.e.r.(beoordelings)- plichtig. Wanneer u de beoogde wijziging van het omgevingsbeleid gaat vaststellen zal het MER op tafel liggen zodat u bij uw besluitvorming het milieuaspect volwaardig kunt meewegen. Wij zijn voornemens op korte termijn de m.e.r.-procedure te starten met de vaststelling en publicatie van de “Notitie Reikwijdte en Detailniveau” (NRD). Wij zullen deze startnotitie aan uw Staten toezenden.
Vraag 3:
In de memo staat ook “In het najaar wil een delegatie van PS onze regio bezoeken om meer te horen over de menukaart en wat daarmee kan gebeuren.“. Dat bezoek aan regio de Vallei staat echter niet onder de vervolgstappen in de “Notitie uitgangspunten Gelders Plussen Systeem (GPS)”.
Bent u bereid mee te werken aan zo’n bezoek in die regio, bijvoorbeeld een bezoek aan de grootste kalverhouderij van Gelderland (Lunteren, vergunning voor ruim 7.600 dieren), de grootste vleesvarkenshouderij (Lunteren, ruim 12.000 dieren), een van de grootste leghennenbedrijven (Lunteren, ruim 180.000 dieren), en een van de grootste vleeskuikenbedrijven (Kootwijkerbroek, ruim 150.000 dieren)?
Antwoord:
Het is ons bekend dat de regio aan de griffie te kennen heeft gegeven dat zij graag de Statencommissie wil ontvangen voor een werkbezoek. Of u op deze uitnodiging ingaat, is ter besluitvorming van uw Staten.
Vraag 4:
In het “Concept Regionaal Beleidskader Menukaart Regio Foodvalley” staat op blz. 16 : “Regio FoodValley en de beide provincies vinden dierenwelzijn van groot belang. Er zijn veel mogelijkheden om dit te verbeteren en hierbij is sprake van voortdurende innovatie.” en “5 voorbeelden van tegenprestaties.
=>Hokdieren de mogelijkheid geven om regelmatig buiten te lopen
=>Meer hokruimte voor hokdieren door bij een zelfde dierenaantal meer vierkante meters stal te bouwen
=>Rubber op veeroosters in koeienstallen
=>Extra koelsysteem en ventilatoren in veestallen
=>Bovenwettelijke maatregelen tegen schuurbranden”
Waarom zouden we deze tegenprestaties voor extra uitbreidingsruimte (bovenop alle uitbreidingsruimte die er al is) niet gewoon verplichten? Hebben alle dieren in Gelderland niet op dezelfde manier recht op deze verbeteringen?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 5:
In de Bouwsteen regio Achterhoek staat op blz. 3 “Maatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn.” Op dit moment is er sprake van een overschot van, en een lage prijs voor varkensvlees. Ondernemers die de gok wagen, en extra uitbreiden, zullen betogen dat ze geen extra maatregelen kunnen betalen. Dat kan betekenen dat de extra uitbreidingsruimte opgevuld wordt zonder dat er tegenprestaties tegenover staan. Is het niet beter in een slechte markt geen extra uitbreidingsmogelijkheden te geven (boven de uitbreidingsmogelijkheden die er al zijn)?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 6:
In dezelfde notitie staat op blz. 3 “als omgeving waarmee overleg dient plaats te vinden geldt een straal van 250 m rond het bedrijf”. Hoe kunnen we bij extra uitbreiding van megastallen de keuze van de tegenprestaties overlaten aan een zeer beperkte groep omwonenden, die wellicht dan alleen zullen kiezen voor een betere landschappelijke inpassing, in plaats van meer welzijn voor de dieren?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 7:
In dezelfde notitie staat op blz. 4 over de kennis van endotoxinen “Zeer beperkt. Alleen bij geiten (Qkoorts) zijn inmiddels veel feiten bekend. In potentie is dit een groot probleem.” en “Nog te weinig bekend. Regio wacht nationaal beleid af.” Als dit in potentie een groot probleem is, hoe kunnen dan nu uitbreidingen worden toegestaan, die later waarschijnlijk alleen tegen zeer hoge kosten zijn terug te draaien?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 8:
In de conceptnotitie “Notitie Reikwijdte en Detailniveau PlanMER” staat op blz. 11, over de gevolgen van de verandering van het beleid “Voor de veehouderijen zijn met name natuur (WAV-gebieden en stikstof), waterhuishouding/klimaat, geur, landschap, gezondheid en geluid/verkeer en luchtkwaliteit (fijnstof, vooral in relatie tot pluimvee en varkens) van belang. Waar mogelijk wordt gewerkt met kansen- en belemmeringenkaarten (eventueel per sector) om effecten inzichtelijk te maken. Naast de milieugevolgen zijn uiteraard andere beleidsdoelen relevant voor de landbouw. Hierbij gaat het in ieder geval om:
- De recreatiesector, deze is nauw verbonden en ruimtelijk zeer van belang;
- Duurzaamheid/energievoorziening: Welke bijdrage kan de sector leveren aan de energietransitie?”
Bent u bereid ook de effecten op dierenwelzijn, op biodiversiteit, op de tropische regenwouden (i.v.m. de kap voor veevoerproductie), en op het klimaat (i.v.m. de productie van broeikasgassen) mee te nemen?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 9:
Op blz. 2 van de Notitie uitgangspunten Gelders Plussen Systeem (GPS) staat: “Daarbij komt dat een strikte sturing op oppervlakte leidt tot volgepropte bebouwing op het erf dat vanuit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en brandveiligheid niet wenselijk is.” Dit is toch in veel bestemmingsplannen eenvoudig opgelost door een maximum bebouwingspercentage op te nemen?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 10:
Hoeveel uitbreidingsruimte is er nog onder de bestaande regels, als we geen extra uitbreidingsmogelijkheden bieden?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 11:
Wat zijn de grootste veehouderijen (in aantallen varkens, leghennen, nertsen, etc.) die nu al mogelijk zijn zonder de extra uitbreidingsmogelijkheden?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 12:
In de eerste versie van de omgevingsvisie was er sprake van dat extra uitbreidingsruimte (boven alle uitbreidingsruimte die er al is) verdiend kan worden door bovenwettelijke maatregelen op vier gebieden: milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. 15-9-2015 Partij voor de Dieren. Vragen over extra uitbreidingsruimte voor megastallen. 3/3 In een latere versie ging het om plussen op drie van de vier gebieden. Nu is het voorstel: plussen op enkele van de onderwerpen milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid, ruimtelijke kwaliteit, verdroging en waterberging, doelmatig agrarisch waterbeheer, klimaat, biodiversiteit, en energietransitie. Het maakt de kans dat er wat aan dierenwelzijn zal verbeteren erg klein. Kunt u een overzicht geven van de mogelijke plussen en de kosten daarvan, zodat we een indruk kunnen krijgen van de kans dat er nog wat aan dierenwelzijn zal verbeteren?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 13:
Bij de vorming van de Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s) was een van de overwegingen dat ambtenaren in kleine gemeenten soms onder grote druk komen te staan om bepaalde minder gewenste uitbreidingen toch mogelijk te maken. In enkele kleine gemeenten was sprake van integriteitsproblemen. Er kan sprake zijn van sociale druk op de omwonenden van een veehouderij, om een uitbreiding die overlast gaat geven toch toe te staan. Denkt u niet dat het beter is om objectieve regels vast te stellen, waaraan getoetst kan worden, in plaats van een fraudegevoelig en moeilijk handhaafbaar overlegsysteem in te voeren, dat in alle gemeenten weer andere resultaten zal opleveren?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Vraag 14:
Recent is in Wichmond gebleken hoe gehaaide ondernemers (internetmiljonairs) het gesprek met de omgeving vormgeven. Er is sprake van een salamitactiek, met uitbreidingen in meerdere fasen, waarbij de omgeving jarenlang op de hoede moet zijn, en “de grenzen welke aanvaardbaar zijn worden opgezocht”. Als de buurt de uitbreidingsplannen van de megastal niet zal accepteren, dan zal er mogelijk een megastal voor varkens worden gebouwd. Vindt u deze invulling van het overlegproces acceptabel?
Antwoord:
Zie inleiding bij beantwoording.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
P.G.G. Hilhorst - secretaris
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over bouw van een megastal in Wichmond
Lees verderVragen over het gebruik van luchtfoto’s voor het tellen van koeien in de wei
Lees verder