Schrif­te­lijke vragen Natuur­brand veroor­zaakt door defensie


Indiendatum: 7 apr. 2025

Inleiding

Op 3 april is bij een grote natuurbrand op de Ginkelse heide 130 ha beschermde natuur, waaronder dieren[1], in vlammen opgegaan.[2] De brand ontstond toen een rookgranaat van defensie tijdens een oefening in de natuur belandde, die vanwege de aanhoudende droogte kurkdroog was. Meer dan 300 brandweerlieden moesten uitrukken om de brand te blussen.
Op dat moment waren er, alleen al voor dit voorjaar, 114 natuurbranden gemeld in Nederland. Op diezelfde dag ontstond bij het Schietkamp van defensie bij ’t Harde nog een grote brand door een legeroefening.

Oud-commandant der Landstrijdkrachten Mart de Kruif spreekt van een “domme fout” van defensie. De Koninklijke Marechaussee onderzoekt of sprake is van grove nalatigheid of verwijtbare schuld.

In een Statenbrief van 18 maart 2024[3] zijn Provinciale Staten door het College geïnformeerd over de “Gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing”. In deze 2-sporenaanpak hebben de gemeenten de regie als het gaat om de bescherming van “risicovolle objecten” zoals zorginstellingen en campings in en nabij natuur (spoor 1), en heeft de provincie de regie als het gaat om de natuur en infrastructuur in en nabij natuur (spoor 2).

In spoor 2 is onderzoek gedaan naar de compartimentering van natuurgebieden om het overslaan van branden te voorkomen, en zijn maatregelen benoemd die moeten worden genomen in de natuurgebieden langs de belangrijkste infrastructuur in beschermde natuur.
Volgens het college heeft de provincie een “bijzondere rol” bij de preventie van natuurbranden en is “voor de versterking van de natuurbrandpreventie samenwerking tussen verschillende partijen nodig waarbij elke organisatie een eigen verantwoordelijkheid heeft.”

In aansluiting op de 2-sporenaanpak “wordt gewerkt aan voorlichting en communicatie richting alle betrokken instanties. Een bestuurlijke bijeenkomst hoort daar ook bij. Ook wordt nagegaan op welke wijze de afspraken tussen partijen bestuurlijk kunnen worden vastgelegd, bijvoorbeeld in de vorm van een samenwerkingsovereenkomst.”

Vragen

1.        Wat vindt u van de berichtgeving dat 130 ha beschermde Gelderse natuur, waaronder dieren, in vlammen zijn opgegaan omdat een handgranaat van defensie tijdens een oefening in kurkdroge, kwetsbare natuur is beland?

2.       Vindt u dat defensie, gezien de aanhoudende droogte en de nabijheid van kwetsbare natuur, beter had moeten weten en had moeten afzien van oefeningen met explosieven?

3.       Is bekend wat het risico van de natuurbrand was voor recreanten en omwonenden, en kan defensie hun veiligheid nog wel garanderen, nu het ernaar uitziet dat defensie op 3 april onzorgvuldig te werk is gegaan?

4.       Wat heeft de provincie Gelderland vanuit haar “bijzondere rol” in het kader van de “Gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing” gedaan om deze natuurbrand te voorkomen? En wat had de provincie achteraf gezien nog meer kunnen en moeten doen?

5.       Heeft de provincie, gelet op de aanhoudende droogte van de afgelopen periode, waarin al meer dan 100 natuurbranden zijn gemeld in Nederland, bijvoorbeeld extra overleg gehad met defensie over de risico’s van pyrotechnische oefeningen nabij beschermde natuur? Zo nee, waarom niet?

6.       Welke extra stappen gaat de provincie Gelderland naar aanleiding van deze natuurbrand richting defensie nemen om natuurbranden tijdens defensie-oefeningen in de toekomst te voorkomen?

7.       Wat is de status van de “voorlichting en communicatie richting alle betrokken instanties” waarnaar het college in de Statenbrief van 18 maart 2024 verwijst, en in hoeverre wordt deze voorlichting en communicatie aangepast en/of opgeschaald naar aanleiding van de grote natuurbrand van 3 april en het enorme aantal meldingen van natuurbranden dit voorjaar?

8.       Hoeveel “bestuurlijke bijeenkomsten” hebben er sinds 18 maart vorig jaar met betrokkenen, waaronder defensie, plaatsgevonden over natuurbrandpreventie en welke concrete afspraken zijn daaruit voortgekomen?

9.       Gaat het college deze door defensie veroorzaakte natuurbrand, en die bij ’t Harde, meenemen in het bestuurlijk overleg over de uitbreidingsplannen van defensie in en nabij beschermde natuur? Graag een toelichting.

10.    Vindt u dat het in periodes van aanhoudende droogte überhaupt nog wel verantwoord is om pyrotechnische oefeningen in en nabij natuur en bewoond gebied toe te staan?

11.     Gaat de provincie (laten) onderzoeken wat deze natuurbrand betekent voor het areaal en de kwaliteit van beschermde habitats en soorten op de Veluwe? Zo ja, kunt u de resultaten van dit onderzoek delen met Provinciale Staten?

12.    Werkt de provincie in het kader van de “Gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing” aan plannen voor de evacuatie van dieren bij natuurbranden? Zo nee, waarom niet?

13.    Werkt de provincie in het kader van de “Gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing” aan plannen voor de evacuatie van recreanten en omwonenden van natuurgebieden? Zo nee, waarom niet?

7 april 2025

Danielle van de Weerd, Partij voor de Dieren

Leonie Jorna, GroenLinks

[1] https://www.gld.nl/nieuws/8293041/deze-dieren-zijn-de-dupe-van-de-grote-heidebrand

[2] https://www.nu.nl/binnenland/6351513/brand-bij-ede-wake-upcall-voor-defensie-protocollen-misschien-achterhaald.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

[3] https://gelderland.notubiz.nl/document/13936960/2?connection_type=17&connection_id=10386897

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over provinciale stimulering van insectensector

Lees verder

Schriftelijke vragen Lelieteelt in Gelderland

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer