Schrif­te­lijke vragen over provin­ciale stimu­lering van insec­ten­sector


Indiendatum: 2 apr. 2025

Inleiding 

In het kader van de circulaire economie begon de provincie met het financieren van het Kenniscentrum Insectenkweek in regio Foodvalley, met als doel de opschaling van insectenkweek als alternatieve eiwitbron. In de Uitvoeringsagenda Circulaire Economie 2025-2027 staat te lezen dat ze hiermee door gaat: “We ontwikkelen de insectensector verder door, omdat insecten organische reststromen kunnen verwerken en duurzame eiwitten produceren.”1 

Naar aanleiding van een artikel in Trouw, "Ook larven kunnen pijn ervaren, waarschuwt Wakker Dier" (7 maart 2025)2, willen wij uw aandacht vragen voor het welzijn van insecten. Het artikel wijst op wetenschappelijk bewijs dat insecten, waaronder larven, waarschijnlijk pijn en stress kunnen ervaren. Volgens Wakker Dier is het onverantwoord om de grootschalige productie van insecten verder uit te breiden zonder duidelijke wetgeving die hun welzijn waarborgt. Zij roepen daarom de minister op om een moratorium in te stellen op de verdere uitbreiding van de insectenkweekindustrie totdat concrete, op wetenschappelijk bewijs gebaseerde maatregelen zijn getroffen voor dierenwelzijn.  

Wij maken ons hier zorgen over en stellen daarom de volgende vragen.  

 

Vragen 

  1. Is het college bekend met het artikel van Trouw en de waarschuwing van Wakker Dier over insectenwelzijn? Heeft het u nieuwe inzichten opgeleverd, zo ja, welke?  

  1. Erkent het college dat er steeds meer wetenschappelijk bewijs is dat insecten pijn en stress kunnen ervaren? 

  1. Heeft de provincie in besluitvorming rond insectenkwekerij, zoals de financiering van het Kenniscentrum Insectenkweek, expliciet aandacht besteed aan dierenwelzijn? Zo ja, welke afwegingen zijn hierbij gemaakt? Zo nee, waarom niet? 

  1. Zijn er in de subsidievoorwaarden of samenwerkingsafspraken met het kenniscentrum eisen gesteld aan dierenwelzijn en ethische kweekmethoden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? 

  1. Hoe verhoudt de steun aan insectenkweek zich tot het streven van de provincie naar een diervriendelijke en duurzame voedseltransitie? 

  1. Hoe gaat de provincie ervoor zorgen dat Gelderland geen koploper wordt in een sector die dierenleed veroorzaakt, maar juist inzet op een écht diervriendelijke voedseltransitie? 

  1. Welke stappen wil het college nemen om ervoor te zorgen dat het welzijn van insecten expliciet wordt meegenomen in het provinciale beleid rondom alternatieve eiwitten en voedseltransitie? 

  1. Is het college bereid om in de Agrifood nota, die eraan komt, aandacht te besteden aan deze sector en haar dierenwelzijnsproblemen? 

  1. Bent u bereid te stoppen met stimulerend beleid aangaande insectenkwekerij, in ieder geval tot eventueel zou zijn bewezen dat deze sector het welzijn van insecten niet schaadt? 

 

Danielle van de Weerd, Partij voor de Dieren 
Lester van der Pluijm, Partij voor de Dieren 

Indiendatum: 2 apr. 2025
Antwoorddatum: 22 apr. 2025

Vraag 1: Is het college bekend met het artikel van Trouw en de waarschuwing van Wakker Dier over insectenwelzijn? Heeft het u nieuwe inzichten opgeleverd, zo ja, welke? 

Antwoord: Ja, wij zijn bekend met het door u genoemde artikel. Nee, het heeft ons geen nieuwe inzichten opgeleverd. 

Vraag 2: Erkent het college dat er steeds meer wetenschappelijk bewijs is dat insecten pijn en stress kunnen ervaren? 

Antwoord: Ja met de opmerking dat het onderzoek naar insectenwelzijn en ethische vraagstukken zich, evenals de insectensector zelf, nog in de beginfase bevindt. Zo is weliswaar bekend dat insecten receptoren hebben om pijn waar te nemen maar weten we nog niet of/hoe een insect pijn beleeft. Het hebben van receptoren betekent namelijk niet automatisch dat een insect pijn ervaart zoals wij dat doen. Pijnbeleving vereist een vorm van bewustzijn en verwerking in het zenuwstelsel, en het is nog onduidelijk in hoeverre dit bij insecten het geval is. Er wordt daarom continu onderzoek gedaan naar de manier waarop insecten prikkels uit hun omgeving ervaren. Dit helpt om nog beter rekening te houden met hun welzijn.

Vraag 3: Heeft de provincie in besluitvorming rond insectenkwekerij, zoals de financiering van het Kenniscentrum Insectenkweek, expliciet aandacht besteed aan dierenwelzijn? Zo ja, welke afwegingen zijn hierbij gemaakt? Zo nee, waarom niet? 

Antwoord: Dierenwelzijn is een van de grote issues in de ontwikkeling van de insectensector en daarmee ook een van de thema’s waar het kenniscentrum zich op richt. Onze steun aan het Kenniscentrum Insectenkweek komt voort uit het streven om tot duurzamere, meer circulaire voedselsystemen te komen. Insecten kunnen groente-, fruit en tuinafval (GFT) en andere organische reststromen (zoals mest, slachtafval etc.) omzetten in bruikbare grondstoffen, zowel voor veevoer als humane voeding. Daarmee wordt een alternatief geboden voor primaire organische grondstoffen, die nu vaak nog van ver komen zoals soja. Insectenkweek is echter een nieuwe sector met nog veel vraagstukken. Naast voedselveiligheid en kostprijs is dierenwelzijn een van de grote issues waar het Kenniscentrum zich op richt. De sector vindt het belangrijk dat insectenkweekbedrijven hun verantwoordelijkheid nemen om de risico's te minimaliseren en de biodiversiteit en gezondheid van mens en dier te beschermen. De afgelopen jaren heeft de sector dan ook met diverse onderzoeken de eerste stappen gezet om meer zicht te krijgen op insectenwelzijn. De Dierenbescherming is een van de belangrijke partijen in de verdere ontwikkeling van de sector. In de resultaten van het nationale Sectorplan Insecten 2020-2024 is de aanpak van dit vraagstuk terug te vinden onder ‘Consument en Maatschappij’. Het recent gelanceerde sectorplan voor 2025- 2030 adresseert dit vraagstuk eveneens. 

Vraag 4: Zijn er in de subsidievoorwaarden of samenwerkingsafspraken met het kenniscentrum eisen gesteld aan dierenwelzijn en ethische kweekmethoden? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? 

Antwoord: Wij hebben geen specifiek eisen opgenomen omdat dierenwelzijn ook een van de thema’s is waar het centrum zich op richt. Wij verwijzen u hiervoor ook naar het antwoord op vraag 3. 

Vraag 5: Hoe verhoudt de steun aan insectenkweek zich tot het streven van de provincie naar een diervriendelijke en duurzame voedseltransitie? Antwoord: Insecten hebben een rol in de transitie naar een meer circulair en daarmee duurzamer voedselsysteem. Wij verwijzen u hiervoor eveneens naar het antwoord op vraag 3.

Vraag 6: Hoe gaat de provincie ervoor zorgen dat Gelderland geen koploper wordt in een sector die dierenleed veroorzaakt, maar juist inzet op een écht diervriendelijke voedseltransitie? 

Antwoord: Door bij te dragen aan een goede kennisontwikkeling -en uitwisseling. Wij verwijzen ook naar het antwoord op vraag 3. 

Vraag 7: Welke stappen wil het college nemen om ervoor te zorgen dat het welzijn van insecten expliciet wordt meegenomen in het provinciale beleid rondom alternatieve eiwitten en voedseltransitie? Antwoord: Zoals bij het antwoord op vraag 3 is vermeld neemt de sector het thema dierenwelzijn serieus op en is dit terug te vinden in de sectorplannen. 

Vraag 8: Is het college bereid om in de Agrifood nota, die eraan komt, aandacht te besteden aan deze sector en haar dierenwelzijnsproblemen? 

Antwoord: In de actualisatie van de Kadernota Agrifood beschrijven we onze rol ten aanzien van dierwaardigheid. Dat betekent dat we ondernemers faciliteren om te kunnen voldoen aan de eisen die aan dierwaardigheid worden gesteld vanuit de wet- en regelgeving zoals de Algemene Maatregelen van Bestuur die nu in de maak zijn. Onze rol komt dan tot uiting in het ruimtelijk beleid bijvoorbeeld ontwikkelruimte in de gebouwen en in financiële steun zoals bijvoorbeeld de subsidieregeling ‘Productieve investeringen groen/bauw en dierenwelzijn’. 

Vraag 9: Bent u bereid te stoppen met stimulerend beleid aangaande insectenkwekerij, in ieder geval tot eventueel zou zijn bewezen dat deze sector het welzijn van insecten niet schaadt? 

Antwoord: Nee. Wij verwijzen naar het antwoord op vraag 3. 

Gedeputeerde Staten van Gelderland 
Daniël Wigboldus - Commissaris van de Koning
Johan Osinga - Secretaris