Schrif­te­lijke vragen over de begro­tings­in­deling


Indiendatum: sep. 2019

In de Statenvergadering op 3 juli was er geen tijd om onze vragen over de indeling van de begroting en over het programma Mens en Middelen te beantwoorden [1], vandaar nu deze schriftelijke vragen.

De afgelopen jaren heeft onze fractie niet met de begroting in kunnen stemmen. Dit was niet alleen om politieke, maar ook om technische redenen. Zo waren er bijvoorbeeld slechts een klein aantal programma’s, met ieder een mengelmoes aan activiteiten. Volgens het BBV hoort een programma in een begroting een samenhangend geheel van activiteiten te zijn. In programma 3 “Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden” stond echter het bevorderen van biodiversiteit naast de aanleg van breedband. Er is nooit een antwoord op onze vraag gegeven, wat het verband is tussen het bevorderen van biodiversiteit, en het aanleggen van breedband. Waarschijnlijk is de begroting zo opgezet om gemakkelijk geld van het ene potje naar het andere te kunnen schuiven.

In de nu voorgestelde begrotingsindeling zijn er 5 programma’s. Programma 3 is “Natuur en Cultuur” Dit betekent dat Provinciale Staten aan het college de mogelijkheid geven om het budget voor natuur voor cultuur te gebruiken, en omgekeerd. De vraag is waarom. In de omgevingsvisie was het verhaal immers dat er meer focus aangebracht moest worden, omdat voor de ambtenaren onvoldoende duidelijk was waar ze nu aan moesten werken.

In “Financiële controle in het gemeenterecht. Een juridisch onderzoek naar de ‘dualisering van de financiële functie’” komt dr. W van der Woude in paragraaf 3.5.1.1 (“Programma’s”) na een helder betoog tot de conclusie: “Op basis van het voorgaande kan worden gesteld dat gemeenteraden hun hoofdschap serieus nemen als ze van de geboden ruimte gebruik maken en een substantieel aantal programma's en/of onderdelen op de begroting zouden opnemen.”

Op de website van de VNG staat echter : "Tussen gemeenten verschilt het aantal programma's. Gemeenteraden onderscheiden soms meerdere programma's met als doel om het college scherper aan te sturen. De vraag is of dit verstandig is. Een college heeft namelijk bepaalde vrijheden nodig om de uitvoerende taak goed te vervullen. En daarbij komt, dat een keuze voor meerdere programma’s sneller zal leiden tot financiële overschrijdingen of een afkeurende accountantsverklaring."

De vraag is of dit correct is. Het samenvoegen van meerdere programma’s om financiële overschrijdingen te voorkomen doet denken aan het gesjoemel van malafide oliehandelaren, grondboeren en mestfraudeurs die foute partijen door goede mengen om onder de afkeuringsgrenzen te blijven. Een medewerker van de VNG heeft inmiddels bevestigd dat de tekst op de website van de VNG niet klopt.

In een recent gesprek met twee ambtenaren werd onze fractie verteld dat het sturen op beschikbaar budget niet goed is, omdat er immers gestuurd moet worden op resultaten. Dat kan zo zijn, maar in 2011 is het oppervlak te realiseren natuur sterk verminderd, omdat het niet betaalbaar zou zijn. Er werd dus gestuurd op budget. De afgelopen jaren is juist budget van natuur naar algemene middelen gegaan, omdat het niet uitgegeven werd. Er wordt eerst gestuurd op budget, om natuurdoelen te kunnen schrappen, en dan wordt er gestuurd op natuurdoelen, om budget te kunnen schrappen. Als natuur goedkoper beheerd en gerealiseerd kan worden, kan het budget dat in enig jaar over is, beter naar een reserve voor programma natuur terugvloeien, zodat er uiteindelijk weer meer natuur beheerd en aangelegd kan worden.

Door het programma Mens & Middelen lijken in de begroting de kosten van bijvoorbeeld Interbestuurlijk Toezicht 0 te zijn. De uren van de ambtenaren worden immers niet meegerekend in de programma’s en in de programmaonderdelen. De uren moeten voor de Iv3-rapportage aan het CBS uiteindelijk wel weer uitgesplitst worden, dus de gegevens zijn beschikbaar. De vraag is waarom we dan nog steeds vasthouden aan het programma Mensen Middelen, ondanks de nadelen voor Provinciale Staten.

[1] https://channel.royalcast.com/... https://channel.royalcast.com/... https://channel.royalcast.com/... https://channel.royalcast.com/... https://gelderland.stateninfor...

Indiendatum: sep. 2019
Antwoorddatum: 24 sep. 2019

Vraag 1:

Heeft u paragraaf 3.5.1.1 van “Financiële controle in het gemeenterecht” van van de Woude gelezen? Zo ja, wat vindt u van zijn conclusie dat gemeenteraden hun hoofdschap serieus nemen als ze van de geboden ruimte gebruik maken en een substantieel aantal programma's en/of onderdelen op de begroting zouden opnemen?

Antwoord:

Het voorstel voor een indeling van de Begroting is een voorstel aan uw Staten. Als college zoeken we daarbij aansluiting bij het coalitieakkoord. De Staten beslissen of ze de voorgestelde indeling logisch en werkbaar vinden en besluiten hierover.

Vraag 2:

Waarom wordt voorgesteld om cultuur en natuur in één programma samen te voegen? Wat is de samenhang tussen de activiteiten van dit programma, die volgens het BBV noodzakelijk is?

Antwoord:

Het voorstel aan uw Staten voor de indeling van de Begroting hebben wij gebaseerd op de indeling van ambities in het coalitieakkoord ‘Samen voor Gelderland’. Bij de Perspectiefnota 2020 hebben uw Staten ingestemd met dit voorstel. Hiermee voldoen we aan het BBV.

Vraag 3:

In artikel 10.1 van de financiële verordening staat dat wij de indirecte kosten in de leges verwerken. Wat wordt met die indirecte kosten bedoeld? Is dat de circa 150 miljoen in Mens en middelen? Of is dat de 73 miljoen van taakveld 0.6, overhead?

Antwoord:

In 2017 is de Legesverordening volledig vernieuwd. Op basis van een aantal uniforme uitgangspunten zijn de leges vastgesteld voor alle diensten waarvoor leges in rekening gebracht kunnen worden. Sinds die tijd hanteren we niet meer de zogenaamde " kruis-subsidiering" over de sectoren heen, maar passen we het kostenveroorzakingsprincipe toe. Dat betekent dat de aanvrager de kosten betaalt die wij maken voor het product dat wordt gevraagd. De tarieven zijn namelijk gebaseerd op de actuele kostencalculaties. De kostprijsberekening is als volgt opgebouwd: de gemiddelde tijdsbesteding van een soort wordt vermenigvuldigd met een uurtarief waaraan de indirecte kosten/overhead wordt toegevoegd. De uurtarieven zijn in 2019 € 40, € 45, € 49 voor de respectievelijke schalen 8, 9, 10. De indirecte kosten zijn berekend over de totaal berekende uren voor de leges. Dit betreft slechts een heel klein gedeelte van de € 73 miljoen overhead. De geraamde totaalopbrengst in 2019 voor leges is ongeveer € 1 miljoen.

Vraag 4:

Wat is de reden dat wij ondanks de nadelen nog met het programma Mens en Middelen werken?

Antwoord:

De apparaatslasten worden in het overzicht taakvelden bij Begroting en Jaarstukken aan de Staten gerapporteerd. Hierin worden de lasten binnen het begrotingsonderdeel Mens & middelen verantwoord naar de taakvelden.

Onze ervaring is dat de voordelen van het begrotingsonderdeel Mens & middelen opwegen tegen de nadelen. Mens & middelen faciliteert bij het inspelen op de actualiteit, het snel oppakken van nieuwe opdrachten, integraal werken en professionaliseren van de ambtelijke organisatie. Daarnaast zorgt het voor een duidelijke omvang, beheersing en verantwoording van de apparaatslasten.

De documenten met vragen en antwoorden zijn ook gepubliceerd op de website van de Provincie Gelderland

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over sedum of zonnepanelen op bushokjes.

Lees verder

Schriftelijke vragen over boerenprotesten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer