Schrif­te­lijke vragen Gelderse wolven­beleid n.a.v. recente ontwik­ke­lingen en uitla­tingen


Indiendatum: 12 aug. 2024

In maart dit jaar heeft uw college het wolvenbeleid “Grenzen aan de wolf” vastgesteld.[1] Sindsdien hebben zich enkele belangrijke ontwikkelingen voorgedaan en heeft uw college uitlatingen gedaan, die voor de Partij voor de Dieren aanleiding vormen om onderstaande schriftelijke vragen te stellen.

I - Ontwikkelingen in de rechtspraak

Sinds de vaststelling van het Gelderse wolvenbeleid zijn de volgende rechterlijke uitspraken gedaan.

  1. Eerder dit jaar hebben Duitse rechters meerdere ontheffingen vernietigd waarmee regionale overheden toestemming hadden verleend om zonder voorafgaande DNA-analyse wolven af te schieten die zich na een aanval op gehouden dieren gedurende 21 dagen binnen een straal van 1 km van de plek van de aanval ophielden.
    De rechters oordeelden onder meer dat geen ontheffing mag worden verleend indien niet vaststaat dat de af te schieten wolf de wolf is die de gehouden dieren heeft aangevallen.[2]
  2. Op 11 juli 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in arrest C-601/22[3] naar aanleiding van prejudiciële vragen over een ontheffing voor het afschieten van een wolf in Oostenrijk bevestigd dat een ontheffing van het verbod op het doden van strikt beschermde wolven enkel mag worden verleend indien de wolvenpopulatie zowel op lokaal niveau als op nationaal niveau in een gunstige staat van instandhouding verkeert. Alleen wanneer de staat van instandhouding op lokaal en nationaal niveau gunstig blijkt te zijn, kan de beoordeling in tweede instantie op grensoverschrijdend niveau worden overwogen.[4]
  3. Op 29 juli 2024 heeft het HvJEU in arrest C-436/22[5] bevestigd dat regionaal populatiebeheer van wolven niet is toegestaan indien de staat van instandhouding van de wolf op nationaal niveau ongunstig is. Dit is zelfs het geval indien de wolf in de betreffende regio niet strikt beschermd is op grond van de Habitatrichtlijn.

In het Gelderse wolvenbeleid wordt in het hoofdstuk “Populatiebeheer” het volgende geschreven over het aantal wolven in Gelderland en over de staat van instandhouding:

  1. “We vinden ook dat de praktijk uitwijst dat de aantallen wolven in Gelderland niet verder moeten groeien en willen een stand nastreven van maximaal 80 wolven in Gelderland. Populatiebeheer bij wolven moet mogelijk worden zoals dat in Gelderland ook gebruikelijk is bij andere wilde diersoorten zoals herten en zwijnen.”
  2. “Wij komen tot het oordeel dat de gunstige staat van instandhouding van de wolf is bereikt of snel zal zijn bereikt. Op regionaal niveau omdat er op de Veluwe sprake is van een maximale bezetting met wolven en er geen maatschappelijk draagvlak is voor meer wolven.”
  3. In paragraaf 5.6 Centraal Europese wolf: onderdeel van een grotere populatie en dus minder kwetsbaar?: “Uit de verschillende wetenschappelijke inzichten en relevante ontwikkelingen concluderen wij dat er een snelle verandering met betrekking tot het begrip gunstige staat van instandhouding kan optreden. Uit de gekozen bewoordingen blijkt dat er ruimte is voor een minder strikte uitleg dan nu is gedaan.”

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

  1. Hoe waarschijnlijk acht u het nog dat er een interventierichtlijn wolf-vee komt met daarin de definitie van probleemwolf naar Duits voorbeeld[6], nu de hierboven genoemde uitspraken van Duitse rechters er liggen? Graag een toelichting.
  2. Deelt u de inschatting van het Drentse college van Gedeputeerde Staten[7] dat de juridische risico’s van de toepassing van deze “Duitse” definitie te groot zijn? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet? Zo ja, mogen wij er dan vanuit gaan dat de passage over deze definitie in het Gelderse wolvenbeleid wordt geschrapt?
  3. In hoeverre stroken de aangehaalde passages I en II uit het Gelderse wolvenbeleid over de regionale staat van instandhouding van de wolf en over het nastreven van een doelstand in Gelderland volgens u met het Europese recht, wetende dat uit de Habitatrichtlijn volgt[8] dat de staat van instandhouding van de wolf op lidstaatniveau en niet door het College van Gedeputeerde Staten wordt bepaald, en het HvJEU in het recente arrest C-436/22 heeft bevestigd dat de staat van instandhouding op nationaal niveau leidend is? Graag een toelichting.
  4. Bent u ervan op de hoogte dat uit de jurisprudentie van het HvJEU volgt dat het bereiken van de gunstige staat van instandhouding van de wolf geen vrijbrief is voor het afschieten van wolven, aangezien soorten van communautair belang die een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt, moeten worden beschermd tegen elke verslechtering van die staat?[9]
  5. Bent u het bovendien met ons eens dat populatiebeheer van strikt beschermde diersoorten zoals de wolf niet enkel wordt getoetst aan de gunstige staat van instandhouding, maar dat tevens moet worden aangetoond dat bevredigende alternatieve oplossingen ontbreken en dat sprake is van een belang dat zich onderscheidt van de belangen in artikel 16, lid 1, a) t/m d), van de Habitatrichtlijn?[10] Zo ja, kunt u op dit moment aantonen dat aan al die voorwaarden voor populatiebeheer van wolven is voldaan?
  6. Kunt u uitleggen waarom het grootste deel van het Gelderse wolvenbeleid is gewijd aan het afschieten van wolven via populatiebeheer, dat nog lang niet aan de orde is in Gelderland, en waarom het beleid bijvoorbeeld geen hoofdstuk bevat over de voordelen van de wolf voor de biodiversiteit, over het verbeteren van de staat van instandhouding en het leefgebied van de wolf of over het streven naar duurzaam en conflictarm samenleven met de wolf?
  7. Welk wettelijk belang ligt ten grondslag aan het Faunabeheerplan voor de wolf waaraan de Faunabeheereenheid Gelderland momenteel werkt[11] om populatiebeheer mogelijk te maken?
  8. Kunt u uitleggen in hoeverre de titel en de strekking van paragraaf 5.6 van het Gelderse wolvenbeleid “Centraal Europese wolf: onderdeel van een grotere populatie en dus minder kwetsbaar?”, en met name de hierboven aangehaalde passage III, nog strookt met het recente arrest C-601/22, waarin het HvJEU vasthoudt aan de strikte uitleg van het begrip “gunstige staat van instandhouding”?
  9. Bent u voornemens om paragraaf 5.6 van het Gelderse wolvenbeleid aan te passen met het recente arrest C-601/22 van het HvJEU? Zo nee, waarom niet?
  10. Bent u voornemens om de voorlaatste alinea van paragraaf 5.5 van het Gelderse wolvenbeleid te updaten met de antwoorden van het HvJEU in arrest C-601/22 op de prejudiciële vragen van het Landesverwaltungsgericht Tirol? Zo nee, waarom niet?

II – Wolfwerende maatregelen

In 2023 had slechts 3,5% van alle Gelderse schapen- en geitenhouders hun dieren afdoende beschermd tegen wolvenaanvallen. Van alle dierhouders die een wolvenaanval hadden gemeld, was er zelfs geen die een deugdelijk wolfwerend raster had staan.[12]

Sinds de beschikbaarstelling van nieuwe provinciale subsidies[13] in april dit jaar is het aantal subsidieaanvragen voor wolfwerende maatregelen flink gestegen.[14] Tegelijkertijd is er onder dierhouders nog altijd weerstand om hekken te plaatsen.[15]

Wat hierbij niet helpt is dat dierhouders die hun dieren niet of niet goed beschermen, voor ieder gedood dier nog steeds een schadevergoeding ontvangen. Dat dit lonend kan zijn, blijkt uit onderzoek naar de taxatierapporten van wolvenaanvallen bij een schapenhouder uit Ede, die voor 5 aanvallen al ruim 7000 euro heeft ontvangen.[16]
Om aan deze perverse prikkel een einde te maken, raden experts aan om net als in Duitsland geen schadevergoeding meer uit te keren aan dierhouders die hun dieren niet goed beschermen.[17]

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

  1. Hoeveel euro aan provinciale subsidies voor wolfwerende maatregelen is er sinds april dit jaar inmiddels aangevraagd en uitgekeerd in Gelderland, en om hoeveel dierhouders gaat het?
  2. Op hoeveel procent van de percelen van Gelderse schapen- en geitenhouders staan inmiddels deugdelijke wolfwerende hekken of worden er andere wolfwerende maatregelen, zoals kuddehonden, ingezet?
  3. Hoeveel euro aan schadevergoeding heeft BIJ12 sinds begin dit jaar uitgekeerd aan Gelderse dierhouders voor wolvenaanvallen op gehouden dieren?
  4. Bij hoeveel van deze dierhouders is een deugdelijk wolfwerend hek aangetroffen?
  5. Deelt u onze mening dat het cruciaal is om gehouden dieren in Gelderland zo snel mogelijk te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat wolven aanleren om gehouden dieren te eten in plaats van wilde dieren?
  6. Vindt u dat dierhouders zoals de hiervoor genoemde schapenhouder uit Ede, die na meerdere wolvenaanvallen nog steeds geen deugdelijke wolfwerende maatregelen treffen, onbeperkt schadevergoeding mogen blijven ontvangen? Zo ja, graag een toelichting.
  7. Welke (aanvullende) maatregelen neemt de provincie of BIJ12 op dit moment om herhaaldelijke wolvenaanvallen bij dezelfde dierhouders tegen te gaan?
  8. Deelt u het standpunt van experts dat het stopzetten van schadevergoeding voor wolvenaanvallen op gehouden dieren kan bijdragen aan het stimuleren van wolfwerende maatregelen? Zo nee, graag een toelichting.
  9. Wordt er op dit moment binnen de provincie Gelderland of binnen het IPO overlegd of nagedacht over het stopzetten van schadevergoeding aan dierhouders die hun dieren niet goed beschermen tegen wolvenaanvallen? Zo ja, wanneer verwacht u dat deze maatregel ingaat?

III - Uitlatingen over de omgang met wolven in andere lidstaten

In de Mededelingenbrief van 9 juli 2024[18] lezen wij het volgende over de omgang met wolven in andere lidstaten:

“In Frankrijk heeft men bijvoorbeeld al een gunstige staat van instandhouding, waarbij beheer onderdeel is van hun strategie voor samenleven met de wolf. Behalve Frankrijk beheren ook andere EU-landen, zoals Oostenrijk, Zweden en Finland, de wolvenpopulatie. Er is veel te leren van onze Europese partners.”

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

  1. Uit welke officiële cijfers/rapportages blijkt volgens u dat de staat van instandhouding van de wolf in Frankrijk gunstig is? Graag een verwijzing naar de betreffende gegevens.
  2. Bent u het met ons eens dat het beheer van wolven in Frankrijk weliswaar door de Europese Commissie wordt gedoogd[19], maar dat er nog geen (Europese) jurisprudentie is waaruit blijkt dat het beheer van wolven in Frankrijk[20] in lijn is met de Habitatrichtlijn? Zo nee, graag een toelichting.
  3. Wat bedoelt u in de Mededelingenbrief met “beheer” als u het heeft over het beheer van wolven in Oostenrijk? Bedoelt u hiermee de uitzondering (ontheffing) die het voorwerp was van het recente arrest C-601/22, en die niet blijkt te voldoen aan de Habitatrichtlijn? Of bent u bekend met andere ontheffingen of vrijstellingen die in Oostenrijk zijn afgegeven voor het beheren van wolven en waarvan vaststaat dat zij voldoen aan de Habitatrichtlijn?
  4. Klopt het dat het geoorloofde beheer van wolven in Finland plaatsvindt in een gebied (rendierbeschermingsgebied) waar wolven onder de minder strikte bescherming van bijlage V van de Habitatrichtlijn vallen? Zo ja, bent u het dan met ons eens dat een rechtsvergelijking met Finland op dit punt mank gaat?
  5. Bent u ervan op de hoogte dat het beheer van wolven in het gedeelte van Finland dat onder bijlage IV van de Habitatrichtlijn valt, in arrest C‑674/17 uit 2019 (Tapiola)[21] door het HvJEU niet in lijn is bevonden met de Habitatrichtlijn en in 2022 met succes door natuurorganisaties is aangevochten?[22] Zo ja, wat kan Gelderland of Nederland dan van Finland leren als het gaat om populatiebeheer van wolven?
  6. Bent u het met ons eens dat het beheer van wolven in Zweden juridisch zeer omstreden is en dat de inbreukprocedure die de Europese Commissie in 2010 tegen Zweden is gestart, nog altijd loopt?[23] Zo ja, wat kan Gelderland of Nederland dan van Zweden leren als het gaat om populatiebeheer van wolven?
  7. In hoeverre vindt u dat de Mededelingenbrief van 9 juli een volledig en actueel beeld schetst van de omgang met wolven in andere lidstaten? Graag een toelichting.
  8. Kunt u alle bovenstaande vragen beantwoorden zonder vooruit te lopen op een eventuele verlaging van de beschermde status van de wolf, aangezien beleid niet kan worden gebaseerd op (nog onzekere) toekomstige wijzigingen van wet- en regelgeving?

Danielle van de Weerd

Partij voor de Dieren


[1] https://media.gelderland.nl/Gr...

[2] https://www.ndr.de/nachrichten/niedersachsen/lueneburg_heide_unterelbe/Schafsrisse-im-Alten-Land-Wolfs-Abschuss-bleibt-verboten,wolf5092.html; https://www.ndr.de/OVG-Beschluss-Wolf-an-Kueste-darf-nicht-geschossen-werden,wolf5090.html; https://www.ndr.de/nachrichten/niedersachsen/OVG-Urteil-Wolfsabschuss-in-der-Region-Hannover-bleibt-verboten,wolf5042.html

[3]https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=FD3FC6D052102B1675C526BF1A395F9F?text=&docid=288146&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=10575874; https://ecer.minbuza.nl/-/eu-hof-het-verbod-op-de-wolvenjacht-in-oostenrijk-is-geldig

[4] Zie onder meer punten 57, 58 en 66 van het arrest.

[5] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A62022CJ0436_RES; https://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2024-07/cp240118en.pdf

[6] Definitie op grond waarvan een wolf gedurende 21 dagen mag worden afgeschoten als deze zich binnen een straal van 1000 meter van de plaats van een eerdere aanval op “redelijk beschermde” gehouden dieren bevindt. In tegenstelling tot eerdere regels hoeft er geen zekerheid te zijn welk individu het betreft; het resultaat van een DNA-analyse hoeft niet te worden afgewacht.

[7] https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/16621016/drenthe-volgt-duits-plan-voor-afschieten-niet-wolf-blijft-buiten-schot

[8] Zie artikel 1, onder i), gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, van de Habitatrichtlijn (https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX%3A31992L0043%3ANL%3AHTML)

[9]https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=FD3FC6D052102B1675C526BF1A395F9F?text=&docid=288146&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=10575874, punt 44.

[10] Zie arrest C‑674/17 van het HvJEU https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=95DCF79B43F9068CDC71AB1F801C25A6?text=&docid=218935&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=411279

[11] Zie de antwoorden op de Statenvragen van 18 maart 2024 van D66, GL en PvdA: https://gelderland.notubiz.nl/document/14058105/1/Antwoord+op+Statenvragen+over+Informatievoorziening+PS+beheer+probleemwolf+%28PS2024-231%29

[12] https://media.gelderland.nl/Advies_wolvencommissie_Gelderland_oktober_2023_access_a2d86d2353.pdf

[13] https://www.gelderland.nl/subsidies/voorkomen-van-schade-door-wolven

[14] https://nos.nl/regio/gelderland/artikel/523592-wolfwerende-maatregelen-in-trek-budget-al-bijna-op

[15] https://www.volkskrant.nl/binnenland/emoties-nemen-de-overhand-in-debat-over-wolven-in-drenthe-trekken-we-het-eigenlijk-niet-meer~b44a7990/?referrer=https://www.bnnvara.nl/

[16] https://www.animalrights.nl/agractie-en-no-wolves-voorman-weigerde-zijn-schapen-te-beschermen-tegen-de-wolf-en-loog-daarover

[17] Zie voetnoot 14.

[18]https://docwijs.gelderland.nl/publicatie/mededelingenbrief/document/2024/Mededelingenbrief%209%20juli/hoofdstuk/35da0000-5601-0050-8c09-08dc7bf28f13

[19] Zie ook “Killing wolves legally: Exploring the Scope for Lethal Wolf Management under European Nature Conservation Law”, van A. Trouwborst en F.M. Fleurke, pagina 32 - https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3761365

[20] https://agriculture.gouv.fr/plan-loup-un-nouveau-cadre-national-dactions-pour-renforcer-la-coexistence-du-loup-et-des-activites

[21]https://curia.europa.eu/juris/...

[22] https://worldanimalnews.com/br...

[23] https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_11_95; https://www.ombudsman.europa.eu/en/decision/en/172850

Indiendatum: 12 aug. 2024
Antwoorddatum: 10 sep. 2024

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van Danielle van de Weerd toekomen.

Inleiding van de vragensteller:

In maart dit jaar heeft uw college het wolvenbeleid “Grenzen aan de wolf” vastgesteld.[1] Sindsdien hebben zich enkele belangrijke ontwikkelingen voorgedaan en heeft uw college uitlatingen gedaan, die voor de Partij voor de Dieren aanleiding vormen om onderstaande schriftelijke vragen te stellen.

I - Ontwikkelingen in de rechtspraak

Sinds de vaststelling van het Gelderse wolvenbeleid zijn de volgende rechterlijke uitspraken gedaan.

1. Eerder dit jaar hebben Duitse rechters meerdere ontheffingen vernietigd waarmee regionale overheden toestemming hadden verleend om zonder voorafgaande DNA-analyse wolven af te schieten die zich na een aanval op gehouden dieren gedurende 21 dagen binnen een straal van 1 km van de plek van de aanval ophielden. De rechters oordeelden onder meer dat geen ontheffing mag worden verleend indien niet vaststaat dat de af te schieten wolf de wolf is die de gehouden dieren heeft aangevallen.[2]

2. Op 11 juli 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in arrest C-601/22[3] naar aanleiding van prejudiciële vragen over een ontheffing voor het afschieten van een wolf in Oostenrijk bevestigd dat een ontheffing van het verbod op het doden van strikt beschermde wolven enkel mag worden verleend indien de wolvenpopulatie zowel op lokaal niveau als op nationaal niveau in een gunstige staat van instandhouding verkeert.

Alleen wanneer de staat van instandhouding op lokaal en nationaal niveau gunstig blijkt te zijn, kan de beoordeling in tweede instantie op grensoverschrijdend niveau worden overwogen.[4]
3. Op 29 juli 2024 heeft het HvJEU in arrest C-436/225 bevestigd dat regionaal populatiebeheer van wolven niet is toegestaan indien de staat van instandhouding van de wolf op nationaal niveau ongunstig is. Dit is zelfs het geval indien de wolf in de betreffende regio niet strikt beschermd is op grond van de Habitatrichtlijn.
In het Gelderse wolvenbeleid wordt in het hoofdstuk “Populatiebeheer” het volgende geschreven over het aantal wolven in Gelderland en over de staat van instandhouding:
I. “We vinden ook dat de praktijk uitwijst dat de aantallen wolven in Gelderland niet verder moeten groeien en willen een stand nastreven van maximaal 80 wolven in Gelderland. Populatiebeheer bij wolven moet mogelijk worden zoals dat in Gelderland ook gebruikelijk is bij andere wilde diersoorten zoals herten en zwijnen.”
II. “Wij komen tot het oordeel dat de gunstige staat van instandhouding van de wolf is bereikt of snel zal zijn bereikt. Op regionaal niveau omdat er op de Veluwe sprake is van een maximale bezetting met wolven en er geen maatschappelijk draagvlak is voor meer wolven.”
III. In paragraaf 5.6 Centraal Europese wolf: onderdeel van een grotere populatie en dus minder kwetsbaar?: “Uit de verschillende wetenschappelijke inzichten en relevante ontwikkelingen concluderen wij dat er een snelle verandering met betrekking tot het begrip gunstige staat van instandhouding kan optreden. Uit de gekozen bewoordingen blijkt dat er ruimte is voor een minder strikte uitleg dan nu is gedaan.”

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

Vraag 1:
Hoe waarschijnlijk acht u het nog dat er een interventierichtlijn wolf-vee komt met daarin de definitie van probleemwolf naar Duits voorbeeld[6], nu de hierboven genoemde uitspraken van Duitse rechters er liggen? Graag een toelichting.

Antwoord:
Die komt er, omdat er onverminderd behoefte is aan een duidelijke interventierichtlijn. De Duitse aanpak vormt daarvoor nog steeds een goede basis. Wij hebben de Faunabeheereenheid Gelderland (FBE) opdracht gegeven om deze in het kader van een faunabeheerplan wolf te vertalen naar een voor Gelderland uitvoerbare aanpak. We houden er rekening mee dat daarbij ook de meest recente juridische ontwikkelingen worden betrokken. Dat betekent ook dat er ten opzichte van ons wolvenbeleid op onderdelen wat aanpassingen kunnen plaatsvinden.

Vraag 2:
Deelt u de inschatting van het Drentse college van Gedeputeerde Staten[7] dat de juridische risico’s van de toepassing van deze “Duitse” definitie te groot zijn? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet? Zo ja, mogen wij er dan vanuit gaan dat de passage over deze definitie in het Gelderse wolvenbeleid wordt geschrapt?

Antwoord:
Nee, wij maken hierin onze eigen afweging. Ons onderliggende wolvenbeleid is ook anders dan het Drentse. Daar komt bij dat de ontstane jurisprudentie zich niet uitspreekt over de voorgestelde aanpak als geheel maar blootlegt op welke onderdelen nu een nadere motivering of afweging nodig is. Zoals ook aangegeven in ons wolvenbeleid realiseren wij ons dat bepaalde stappen zich juridisch nog moeten bewijzen. De noodzaak om te kunnen ingrijpen bij probleemsituaties is echter groot en afwachten is geen optie. Ook om de openbare veiligheid te blijven waarborgen. Dat uit zich momenteel bijvoorbeeld ook in situaties bij wolf-mens en wolf-huisdier conflicten (twee kinderen en een hond in Utrecht en een hond in Nunspeet). Dat betekent ook dat wij doorgaan om tot een uitvoerbare en houdbare aanpak te komen.

Vraag 3:
In hoeverre stroken de aangehaalde passages I en II uit het Gelderse wolvenbeleid over de regionale staat van instandhouding van de wolf en over het nastreven van een doelstand in Gelderland volgens u met het Europese recht, wetende dat uit de Habitatrichtlijn volgt[8] dat de staat van instandhouding van de wolf op lidstaatniveau en niet door het College van Gedeputeerde Staten wordt bepaald, en het HvJEU in het recente arrest C-436/22 heeft bevestigd dat de staat van instandhouding op nationaal niveau leidend is? Graag een toelichting.

Antwoord:
Ons wolvenbeleid is daarmee volledig in overeenstemming. Provinciale Staten vroegen ons een instandhoudingsdoel te bepalen in Europa en zelfstandig voor Gelderland. Daar hebben wij invulling aan gegeven. Bovendien hebben wij in ons wolvenbeleid de minister opgeroepen een landelijk doel voor de goede staat van instandhouding te bepalen en met ons een succes te maken van een internationaal wolvenmanagementplan. Essentieel daarbij is dat de beschermde status van de wolf op Europees niveau verlaagd wordt, waarvoor Nederland voornemens is om in te stemmen bij de Europese Commissie dit najaar, zodat ingrijpen vereenvoudigd wordt.

Vraag 4:
Bent u ervan op de hoogte dat uit de jurisprudentie van het HvJEU volgt dat het bereiken van de gunstige staat van instandhouding van de wolf geen vrijbrief is voor het afschieten van wolven, aangezien soorten van communautair belang die een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt, moeten worden beschermd tegen elke verslechtering van die staat?[9]

Antwoord:
Wij zijn op de hoogte van de relevante jurisprudentie en staan achter het principe dat alle in het wild levende dieren bescherming genieten en dodingshandelingen altijd goed gemotiveerd moeten worden.

Vraag 5:
Bent u het bovendien met ons eens dat populatiebeheer van strikt beschermde diersoorten zoals de wolf niet enkel wordt getoetst aan de gunstige staat van instandhouding, maar dat tevens moet worden aangetoond dat bevredigende alternatieve oplossingen ontbreken en dat sprake is van een belang dat zich onderscheidt van de belangen in artikel 16, lid 1, a) t/m d), van de Habitatrichtlijn?[10] Zo ja, kunt u op dit moment aantonen dat aan al die voorwaarden voor populatiebeheer van wolven is voldaan?

Antwoord:
In ons wolvenbeleid hebben wij het juridische afwegingskader zorgvuldig toegelicht. Daar hoort naast toetsing aan de gunstige staat van instandhouding ook een alternatievenafweging en onderbouwing van een wettelijk belang bij. Ook hebben wij in ons wolvenbeleid uitgelegd dat wij geen mogelijkheid zien om op dit moment al tot populatiebeheer bij wolven over te gaan.

Vraag 6:
Kunt u uitleggen waarom het grootste deel van het Gelderse wolvenbeleid is gewijd aan het afschieten van wolven via populatiebeheer, dat nog lang niet aan de orde is in Gelderland, en waarom het beleid bijvoorbeeld geen hoofdstuk bevat over de voordelen van de wolf voor de biodiversiteit, over het verbeteren van de staat van instandhouding en het leefgebied van de wolf of over het streven naar duurzaam en conflictarm samenleven met de wolf?

Antwoord:
Het gaat goed met de wolf in Gelderland en de snelle kolonisatie van de Veluwe laat zien dat het bestaande ruimtelijke en natuurbeleid al ruim voldoende is gebleken om deze dieren een goed leefgebied te geven. Wij hebben dit wolvenbeleid gemaakt omdat de komst niet zonder nadelige gevolgen is en we grenzen willen stellen aan de wolf in Gelderland. Daarbij hebben we ons gericht op de problemen die er zijn en de oplossingsrichtingen die we zien voor de korte en langere termijn. Veiligheid van mens en dier spelen daarbij actueel een grote rol (zie voorbeelden hiervan bij beantwoording vraag 2).

Vraag 7:
Welk wettelijk belang ligt ten grondslag aan het Faunabeheerplan voor de wolf waaraan de Faunabeheereenheid Gelderland momenteel werkt[11] om populatiebeheer mogelijk te maken?

Antwoord:
Een Faunabeheerplan maakt straks onderdeel uit van een vergunningaanvraag door de FBE waarin onder andere het wettelijk belang precies dient te zijn gemotiveerd. Vergunningaanvragen worden door ons zorgvuldig beoordeeld, wij zien geen aanleiding hierop nu vooruit te lopen.

Vraag 8:
Kunt u uitleggen in hoeverre de titel en de strekking van paragraaf 5.6 van het Gelderse wolvenbeleid “Centraal Europese wolf: onderdeel van een grotere populatie en dus minder kwetsbaar?”, en met name de hierboven aangehaalde passage III, nog strookt met het recente arrest C-601/22, waarin het HvJEU vasthoudt aan de strikte uitleg van het begrip “gunstige staat van instandhouding”?

Antwoord:
Wat wij hebben uitgewerkt in ons wolvenbeleid is dat het voor de beoordeling van de gunstige staat van instandhouding van belang is wat de omvang van de wolvenpopulatie precies is. Dit is relevant voor de gewenste discussie over de beschermde status van de wolf in Europa. Naar ons oordeel is de wolvenpopulatie waar ook de Gelderse wolven onderdeel van uitmaken groter en minder kwetsbaar dan aangenomen en is het wenselijk de beschermde status van de wolf in Europa te verlagen om in te grijpen in situaties die daarom vragen (zo gedefinieerde ‘probleemwolven’).

Vraag 9:
Bent u voornemens om paragraaf 5.6 van het Gelderse wolvenbeleid aan te passen met het recente arrest C-601/22 van het HvJEU? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, actualisatie van het beleid is nu niet nodig. Op het moment van concrete besluitvorming op basis van dit beleid zal steeds de dan actuele stand van de jurisprudentie worden betrokken.

Vraag 10:
Bent u voornemens om de voorlaatste alinea van paragraaf 5.5 van het Gelderse wolvenbeleid te updaten met de antwoorden van het HvJEU in arrest C-601/22 op de prejudiciële vragen van het Landesverwaltungsgericht Tirol? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, dat verandert niets aan de situatie die specifiek geldt voor Gelderland.

II – Wolfwerende maatregelen

In 2023 had slechts 3,5% van alle Gelderse schapen- en geitenhouders hun dieren afdoende beschermd tegen wolvenaanvallen. Van alle dierhouders die een wolvenaanval hadden gemeld, was er zelfs geen die een deugdelijk wolfwerend raster had staan.[12]
Sinds de beschikbaarstelling van nieuwe provinciale subsidies[13] in april dit jaar is het aantal subsidieaanvragen voor wolfwerende maatregelen flink gestegen.[14] Tegelijkertijd is er onder dierhouders nog altijd weerstand om hekken te plaatsen.[15]
Wat hierbij niet helpt is dat dierhouders die hun dieren niet of niet goed beschermen, voor ieder gedood dier nog steeds een schadevergoeding ontvangen. Dat dit lonend kan zijn, blijkt uit onderzoek naar de taxatierapporten van wolvenaanvallen bij een schapenhouder uit Ede, die voor 5 aanvallen al ruim 7000 euro heeft ontvangen.[16] Om aan deze perverse prikkel een einde te maken, raden experts aan om net als in Duitsland geen schadevergoeding meer uit te keren aan dierhouders die hun dieren niet goed beschermen.[17]

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:
Vraag 11:
Hoeveel euro aan provinciale subsidies voor wolfwerende maatregelen is er sinds april dit jaar inmiddels aangevraagd en uitgekeerd in Gelderland, en om hoeveel dierhouders gaat het?

Antwoord:
Vanaf april dit jaar zijn er 316 aanvragen ingediend, waarvan 293 vastgesteld en dus een subsidie verstrekt. In totaal gaat het om € 1.184.101.

Vraag 12:
Op hoeveel procent van de percelen van Gelderse schapen- en geitenhouders staan inmiddels deugdelijke wolfwerende hekken of worden er andere wolfwerende maatregelen, zoals kuddehonden, ingezet?

Antwoord:
Dat weten we niet, omdat wij het aantal schapen- en geitenhouders niet monitoren. Bovendien staat niet om elk perceel van dierhouders een raster, omdat men afhankelijk van de bedrijfsvoering ook in aanspraak komt voor tijdelijke verplaatsbare rasters. Daarbij is het ook relevant om te vermelden dat de wolfwerende rasters conform de norm ‘wolfwerend’ zijn en niet ‘wolfproof’. Er hebben zich ook al enkele situaties voorgedaan waarbij wolfwerende rasters overwonnen zijn door wolven.

Vraag 13:
Hoeveel euro aan schadevergoeding heeft BIJ12 sinds begin dit jaar uitgekeerd aan Gelderse dierhouders voor wolvenaanvallen op gehouden dieren?

Antwoord:
Een bedrag kan vooralsnog niet worden gegeven. Gegevens over wolvenaanvallen en aangetroffen rasters zijn online beschikbaar via de website van BIJ12: Wolvenschade melden - BIJ12. Uitslagen van DNA-analyses (wel/ geen wolf) zijn t/m begin juli 2024 in het bronbestand bijgewerkt. De uitgekeerde schadevergoedingen aan veehouders zijn t/m februari 2024 bijgewerkt. Daar gaat enige tijd overeen omdat onder andere het te vergoeden bedrag afhankelijk is van het aantal gedode dieren, dierenartskosten etc., een procedure die in samenhang met het taxatiebureau via uitvoeringsorganisatie BIJ12 loopt en soms tijd neemt.

Vraag 14:
Bij hoeveel van deze dierhouders is een deugdelijk wolfwerend hek aangetroffen?

Antwoord:
Gegevens over wolvenaanvallen en aangetroffen rasters zijn online beschikbaar via de website van BIJ12: Wolvenschade melden - BIJ12. Zie ook het antwoord op vraag 13.

Vraag 15:
Deelt u onze mening dat het cruciaal is om gehouden dieren in Gelderland zo snel mogelijk te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat wolven aanleren om gehouden dieren te eten in plaats van wilde dieren?

Antwoord:
Jazeker. Preventie is een belangrijk onderdeel van ons wolvenbeleid. De openstelling van de brede Gelderse subsidieregeling18 laat zien dat deze noodzaak gezien wordt. Ook blijft uit onze contacten en signalen die we krijgen dat veel dierhouders hier bewust mee bezig zijn.

Vraag 16:
Vindt u dat dierhouders zoals de hiervoor genoemde schapenhouder uit Ede, die na meerdere wolvenaanvallen nog steeds geen deugdelijke wolfwerende maatregelen treffen, onbeperkt schadevergoeding mogen blijven ontvangen? Zo ja, graag een toelichting.

Antwoord:
BIJ12 handelt hier volgens de bestaande regelingen. We vinden het belangrijk hiervoor nu eerst met de andere provincies een lijn te ontwikkelen. Het te actualiseren interprovinciale Wolvenplan leent zich daar goed voor. Kanttekening hierbij voor veehouders waarbij nog zelden of geen aanvallen plaatsgevonden hebben, is dat veehouders ook tijd nodig hebben om maatregelen te nemen en te realiseren. Dit is ook zo opgenomen in de voorwaarden van de subsidieregeling.

Vraag 17:
Welke (aanvullende) maatregelen neemt de provincie of BIJ12 op dit moment om herhaaldelijke wolvenaanvallen bij dezelfde dierhouders tegen te gaan?

Antwoord:
We bieden dierhouders deskundig advies door een van de Gelderse wolvenconsulenten. Dierhouders die daar open voor staan, kunnen hier gratis gebruik van maken.

Vraag 18:
Deelt u het standpunt van experts dat het stopzetten van schadevergoeding voor wolvenaanvallen op gehouden dieren kan bijdragen aan het stimuleren van wolfwerende maatregelen? Zo nee, graag een toelichting.

Antwoord:
Nee. Een dergelijke beslissing vraagt een bredere afweging, daar willen we nu niet op vooruitlopen. Belangrijk hierbij is dat veehouders die, ondanks genomen wolfwerende maatregelen, een wolvenaanval hebben, te allen tijde in aanmerking moeten komen voor een passende schadevergoeding. Het stopzetten van schadevergoedingen draagt daarmee niet bij aan het stimuleren van wolfwerende maatregelen.

Vraag 19:
Wordt er op dit moment binnen de provincie Gelderland of binnen het IPO overlegd of nagedacht over het stopzetten van schadevergoeding aan dierhouders die hun dieren niet goed beschermen tegen wolvenaanvallen? Zo ja, wanneer verwacht u dat deze maatregel ingaat?

Antwoord:
Zie daarvoor het antwoord op vraag 16. Daar leent zich het te actualiseren interprovinciale wolvenplan goed voor. Dit staat voor eind 2024 op de planning.

III - Uitlatingen over de omgang met wolven in andere lidstaten

In de Mededelingenbrief van 9 juli 202419 lezen wij het volgende over de omgang met wolven in andere lidstaten:
“In Frankrijk heeft men bijvoorbeeld al een gunstige staat van instandhouding, waarbij beheer onderdeel is van hun strategie voor samenleven met de wolf. Behalve Frankrijk beheren ook andere EU-landen, zoals Oostenrijk, Zweden en Finland, de wolvenpopulatie. Er is veel te leren van onze Europese partners.”

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

Vraag 20:
Uit welke officiële cijfers/rapportages blijkt volgens u dat de staat van instandhouding van de wolf in Frankrijk gunstig is? Graag een verwijzing naar de betreffende gegevens.

Antwoord:
Dit blijkt onder andere uit het Franse wolvenplan, vastgesteld op 23 februari 2024: Plan loup : un nouveau cadre national d’actions pour renforcer la coexistence du loup et des activités d’élevage | Ministère de l'Agriculture et de la Souveraineté alimentaire

Vraag 21:
Bent u het met ons eens dat het beheer van wolven in Frankrijk weliswaar door de Europese Commissie wordt gedoogd20, maar dat er nog geen (Europese) jurisprudentie is waaruit blijkt dat het beheer van wolven in Frankrijk21 in lijn is met de Habitatrichtlijn? Zo nee, graag een toelichting.

Antwoord:
Het is niet aan ons om een oordeel te geven over het beleid van de Franse overheid.

Vraag 22:
Wat bedoelt u in de Mededelingenbrief met “beheer” als u het heeft over het beheer van wolven in Oostenrijk? Bedoelt u hiermee de uitzondering (ontheffing) die het voorwerp was van het recente arrest C-601/22, en die niet blijkt te voldoen aan de Habitatrichtlijn? Of bent u bekend met andere ontheffingen of vrijstellingen die in Oostenrijk zijn afgegeven voor het beheren van wolven en waarvan vaststaat dat zij voldoen aan de Habitatrichtlijn?

Antwoord:
Hiermee doelen wij op beheer van probleemwolven in gevallen waar ondanks genomen wolfwerende maatregelen alsnog aanvallen op vee plaatsvinden. In ons wolvenbeleid hebben wij aangegeven welk criterium Neder-Oostenrijk hanteert voor afschot van wolven die goed beschermd vee aanvallen. Afschot is een beheermaatregel.

Vraag 23:
Klopt het dat het geoorloofde beheer van wolven in Finland plaatsvindt in een gebied (rendierbeschermingsgebied) waar wolven onder de minder strikte bescherming van bijlage V van de Habitatrichtlijn vallen? Zo ja, bent u het dan met ons eens dat een rechtsvergelijking met Finland op dit punt mank gaat?

Antwoord:
Wij constateren terecht dat afschot van wolven in Finland aan de orde is. Tijdens ons werkbezoek eind augustus dit jaar hebben wij ons daar nader over laten informeren. Geoorloofd beheer in Finland vindt niet enkel in rendierbeschermingsgebied plaats, maar ook in de rest van het land wanneer gevaarlijke situaties voor mens en dier zich voordoen. Een één op één vergelijking tussen Finland en Nederland is lastig te maken, omdat de situatie altijd om een specifieke benadering van individuele casussen vraagt.
In Finland leven ruim 300 wolven, drie keer zoveel als in Nederland, maar qua landoppervlak is Finland tien keer zo groot, bestaat het voor 75% uit bos en leven er in Nederland 30 keer zoveel mensen op een vierkante kilometer (18 vs. 530 per km2). Dit maakt ook dat de kans op wolf-mens en wolf-huisdier conflicten in Nederland aanzienlijk groter is, zoals blijkt uit de gevallen in Utrecht en Gelderland.

Vraag 24:
Bent u ervan op de hoogte dat het beheer van wolven in het gedeelte van Finland dat onder bijlage IV van de Habitatrichtlijn valt, in arrest C-674/17 uit 2019 (Tapiola)22 door het HvJEU niet in lijn is bevonden met de Habitatrichtlijn en in 2022 met succes door natuurorganisaties is aangevochten?23 Zo ja, wat kan Gelderland of Nederland dan van Finland leren als het gaat om populatiebeheer van wolven?

Antwoord:
De jurisprudentie uit 2019 was ons bekend. Men loopt in Finland voor op delen van Europa, inclusief Nederland, omdat men wel degelijk ingrijpt wanneer een gevaarlijke situatie zich voordoet tussen wolf-mens en wolf-dier situaties. Hiervoor zijn gerichte strategieën en actieplannen opgesteld, waarvan wij als Gelderland en Nederland veel kunnen leren. Bijvoorbeeld in welke situaties bij wolf-mens en wolf-vee conflicten actief ingrijpen nodig is en op welke wijze populatiebeheer van wolven implementeerbaar is.

Vraag 25:
Bent u het met ons eens dat het beheer van wolven in Zweden juridisch zeer omstreden is en dat de inbreukprocedure die de Europese Commissie in 2010 tegen Zweden is gestart, nog altijd loopt?24 Zo ja, wat kan Gelderland of Nederland dan van Zweden leren als het gaat om populatiebeheer van wolven?

Antwoord:
Wij delen uw kwalificatie niet dat de aanpak van Zweden zeer omstreden zou zijn. De situatie in Zweden laat zien dat ingrijpen mogelijk is als er draagvlak voor is en dat hiervoor een veel minder grote populatie nodig is dan vooralsnog voor de Centraal Europese populatie als minimum wordt gehanteerd. De minimaal levensvatbare populatie (MVP) in Zweden werd vastgesteld op 300 individuen. Dit werd geïmplementeerd als doelstand, wat betekent dat bij meer dan 300 wolven populatiebeheer plaatsvond. Om tot een bepaling van de populatieomvang en draagvlak voor het ingrijpen bij het overschrijden van een aanvaardbare en levensvatbare populatiedichtheid te komen, kunnen wij dus leren van de Zweedse situatie.

Vraag 26:
In hoeverre vindt u dat de Mededelingenbrief van 9 juli een volledig en actueel beeld schetst van de omgang met wolven in andere lidstaten? Graag een toelichting.

Antwoord:
Wij hebben de voor ons meest relevante uitkomsten met u willen delen en bovendien een uitgebreider verslag ter beschikking gesteld. Daarmee hebben wij voldaan aan onze informatieplicht.

Vraag 27:
Kunt u alle bovenstaande vragen beantwoorden zonder vooruit te lopen op een eventuele verlaging van de beschermde status van de wolf, aangezien beleid niet kan worden gebaseerd op (nog onzekere) toekomstige wijzigingen van wet- en regelgeving?

Antwoord:
Ja, mogelijk met een kanttekening bij enkele vragen over de beschermde status van de wolf, gezien de gewenste ontwikkeling om in Europa via een aanpassing van het verdrag van Bern en vervolgens de Habitatrichtlijn de beschermde status van de wolf te verlagen. Naar verwachting wordt er dit najaar in Europees verband besloten over de verlaging van de beschermde status van de wolf.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Los wildaanrijdingen niet op met zinloos geweld

Lees verder

Technische vragen Najaarsnota 2024

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer