Schrif­te­lijke vragen over Sibelco


Indiendatum: nov. 2024

Beantwoording schriftelijke Statenvragen over Sibelco

Inleiding van de vragensteller:

Op 4 september brachten de Staten een bezoek aan het Natura 2000-gebied Willinks Weust en namen ze kennis van de verschillende aspecten van het gebiedsproces daar. Een belangrijke partner hierbij is buurman Sibelco. Dit bedrijf houdt zich, oorspronkelijk op basis van producten uit de kalksteengroeve, bezig met het breken, drogen en malen van kalksteen en vele andere mineralen tot producten kleiner dan 63 μm. Het is een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel heeft staan. Zo stelt het de groeve jaarlijks in de zomer open voor de Steengroeve Theaterproductie, geeft het ruimte aan activiteiten rondom de geologische en archeologische waarde van de groeve én heeft het een deel van een oude winning overgedragen aan Staatsbosbeheer. Ook heeft ze met de provincie ten behoeve van de Natura 2000-ontwikkeling een stuk grond voor uitbreiding van de groeve geruild voor een perceel met minder effect op het natuurgebied.

Een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een meer circulaire economie levert Sibelco ook door steeds meer reststoffen, zoals van slib- en afvalverbranding, te verwerken tot producten voor de wegenbouw. Toch lijkt er ook een keerzijde aan het functioneren van Sibelco in haar omgeving te zitten. Uiteindelijk betreft het een commerciële partij die haar kostprijs wil beheersen, waarbij de overheid erop moet toezien of dat binnen de grenzen gebeurt die de omgeving daaraan stelt.

Tijdens het veldbezoek was een delegatie van de Stichting OmgevingsBelangen Winterswijk aanwezig die ons op dit punt met zorgelijke informatie confronteerde. Dat gaf ons aanleiding tot enige verdieping die heeft geleid tot de volgende vragen.

Vraag 1:

Is het juist dat het in ons land niet is toegestaan om afvalstoffen zoals steenkoolvliegassen in de openlucht op te slaan en dat dit bij Sibelco wel gebeurt?

Vraag 2:

Volgens onze informatie is in de omgevingsvergunning van 24 november 2023 van Sibelco opgenomen dat dit niet is toegestaan. Op basis van een handhavingsverzoek van 13 juli zou de provincie het bedrijf hebben geadviseerd alsnog een vergunning aan te vragen voor het opslaan van vliegassen in de buitenlucht en is dit ook gebeurd (zaaknummer AB24.01148). Is deze informatie juist? En op grond waarvan zou de provincie deze opslag tegen de wettelijke regels in alsnog toestaan?

Inleiding van de vragensteller:

De droogmaalinstallatie van het bedrijf leidt in zekere mate tot emissies van zeer zorgwekkende stoffen. Of deze binnen de wettelijke normen blijven laat de omgevingsdienst door Sibelco zelf controleren. Op een melding van vervuild wasgoed (no 20247807 d.d. 13 september 2024) met zwart/grijze-deeltjes afkomstig van Sibelco ondernam de omgevingsdienst geen actie onder verwijzing naar een GGD/RIVM-onderzoek van een aantal jaren geleden. Daaruit bleek dat de ZZS-waarden rondom Sibelco hoger zijn dan in de rest van Nederland, maar op de meeste plekken net onder de toegestane norm. Volgens de omwonenden is dit onderzoek echter niet op de juiste wijze uitgevoerd omdat regenwater uit de depositiebakken is weggegooid zonder dit te bemonsteren, terwijl zij constateren dat veel stoffen die ze rondom hun woningen aantreffen op water blijven drijven.

Vraag 3:

Op welke wijze zijn de omwonenden betrokken bij de opzet en uitvoering van het onderzoek van de GGD?

Vraag 4:

Op grond waarvan acht u het verantwoord dat een bedrijf als Sibelco als slager haar eigen vlees mag keuren? Waarom wordt niet ingezet op het af en toe onaangekondigd toepassen van onafhankelijk controleonderzoek?

Inleiding van de vragensteller:

Een derde punt van zorg betreft de geluidsoverlast die de omwonenden dag en nacht ervaren door de toepassing van een hydraulische beitel in de groeve waarvoor de geluidsnormen voor de gehele bedrijfsvoering zijn verhoogd met 10 dB(A). Dit is vastgelegd in de omgevingsvergunning aan Sibelco van 7 december 2021 (zaaknr. W.Z20.10573101) Op een beroep hiertegen van o.a. de omwonenden heeft de rechtbank de vergunning voor het gebruik van de beitel op 21 februari 2024 vernietigd. De provincie heeft hierop geanticipeerd door de vergunning voor de beitel met de verhoogde geluidnormen onder te brengen in de vergunning van 24 november 2023. In het beroep hiertegen worden dezelfde gronden aangevoerd als tegen de vergunning van 7 december 2021. Op een verzoek van de rechtbank aan de provincie hoe ze verder willen met de kwestie van de geluidsoverlast heeft de provincie op 30 augustus 2024 (zaaknr. W.Z20.105731.03) besloten de vergunning nogmaals te verlenen met als enige wijziging een verzoek aan Sibelco om extra onderzoek naar het geluid te doen.

Vraag 5:

Kunt u zich voorstellen dat de omwonenden het gevoel hebben dat ze door de provincie aan het lijntje worden gehouden en dat niet zij maar het bedrijf in bescherming wordt genomen?

Vraag 6:

Kunt u verklaren waarom u de uitspraak van de rechter naast u neerlegt en waarom u er niet voor heeft gekozen om onafhankelijk onderzoek te doen naar de ervaren geluidsoverlast en de noodzaak en mogelijkheden om die terug te dringen?

Inleiding van de vragensteller:

Tot slot zijn we erop gewezen dat het perceel dat de provincie met Sibelco heeft geruild ten behoeve van de Natura 2000-doelen ernstig was verontreinigd met DDT en DDE. De bodemsanering najaar 2021 zou op kosten van de provincie hebben plaatsgevonden, terwijl in de koopakte was opgenomen dat dit op de vorige eigenaar zou worden verhaald.

Vraag 7:

Is deze informatie juist? En zo ja waarom zijn de kosten niet op Sibelco verhaald? En in dat geval: om welk bedrag ging het en ten laste van welke begrotingspost is dit gebracht?

Vraag 8:

Wanneer is voor het laatst gecontroleerd op de aanwezigheid van DDT en DDE op het betreffende perceel? Kunt u uitsluiten dat er nog resten van DDT, DDE en andere metabolieten van DDT aanwezig zijn in de bodem en in het grondwater ter plaatse? Zo nee, wat zijn de actuele risico’s voor volksgezondheid en milieu?

Beantwoording schriftelijke Statenvragen over Sibelco

Inleiding van de vragensteller:

Op 4 september brachten de Staten een bezoek aan het Natura 2000-gebied Willinks Weust en namen ze kennis van de verschillende aspecten van het gebiedsproces daar. Een belangrijke partner hierbij is buurman Sibelco. Dit bedrijf houdt zich, oorspronkelijk op basis van producten uit de kalksteengroeve, bezig met het breken, drogen en malen van kalksteen en vele andere mineralen tot producten kleiner dan 63 μm. Het is een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel heeft staan. Zo stelt het de groeve jaarlijks in de zomer open voor de Steengroeve Theaterproductie, geeft het ruimte aan activiteiten rondom de geologische en archeologische waarde van de groeve én heeft het een deel van een oude winning overgedragen aan Staatsbosbeheer. Ook heeft ze met de provincie ten behoeve van de Natura 2000-ontwikkeling een stuk grond voor uitbreiding van de groeve geruild voor een perceel met minder effect op het natuurgebied.

Een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een meer circulaire economie levert Sibelco ook door steeds meer reststoffen, zoals van slib- en afvalverbranding, te verwerken tot producten voor de wegenbouw. Toch lijkt er ook een keerzijde aan het functioneren van Sibelco in haar omgeving te zitten. Uiteindelijk betreft het een commerciële partij die haar kostprijs wil beheersen, waarbij de overheid erop moet toezien of dat binnen de grenzen gebeurt die de omgeving daaraan stelt.

Tijdens het veldbezoek was een delegatie van de Stichting OmgevingsBelangen Winterswijk aanwezig die ons op dit punt met zorgelijke informatie confronteerde. Dat gaf ons aanleiding tot enige verdieping die heeft geleid tot de volgende vragen.

Vraag 1:

Is het juist dat het in ons land niet is toegestaan om afvalstoffen zoals steenkoolvliegassen in de openlucht op te slaan en dat dit bij Sibelco wel gebeurt?

Antwoord:

Volgens het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) moeten bedrijven stuifgevoelige goederen— waaronder afvalstoffen die zijn ingedeeld in stuifklassen S1 tot en met S4— overkapt opslaan, dat wil zeggen in een gesloten ruimte. Of steenkoolvliegas (SVA) als stuifgevoelig wordt beschouwd, hangt af van het vochtgehalte ervan. De SVA die Sibelco in de openlucht opslaat, is dermate vochtig dat deze niet stuifgevoelig is.

Daarnaast is voorgaande verplichting uit het Bal niet op Sibelco van toepassing. Onder de Omgevingswet wordt Sibelco aangemerkt als een complex bedrijf met afvalbeheer-IPPC- installaties. Voor dit soort bedrijven zijn de algemene regels niet van toepassing. In plaats daarvan is de vergunning het uitgangspunt.

Bij Sibelco vindt al decennia lang buitenopslag van SVA plaats. Dit was in eerdere vergunningen ook toegestaan. In omgevingsvergunning van 24 november 2023 is dit niet meer opgenomen omdat Sibelco in de veronderstelling was dat de buitenopslag tijdig zou zijn opgeruimd. Dit heeft echter vertraging opgelopen waardoor Sibelco nog bezig is met de afbouw van deze opslag. Zie ook de beantwoording bij vraag 2.

Vraag 2:

Volgens onze informatie is in de omgevingsvergunning van 24 november 2023 van Sibelco opgenomen dat dit niet is toegestaan. Op basis van een handhavingsverzoek van 13 juli zou de provincie het bedrijf hebben geadviseerd alsnog een vergunning aan te vragen voor het opslaan van vliegassen in de buitenlucht en is dit ook gebeurd (zaaknummer AB24.01148). Is deze informatie juist? En op grond waarvan zou de provincie deze opslag tegen de wettelijke regels in alsnog toestaan?

Antwoord:

In de omgevingsvergunning van 24 november 2023 is vastgelegd dat SVA in silo's moet worden opgeslagen. Dit betekent dat buitenopslag van SVA niet is toegestaan.

Sibelco verwachtte dat de bestaande buitenopslag van SVA in de steengroeve zou zijn verwerkt en men zou voldoen aan de omgevingsvergunning. Vanwege stagnatie in de verwerking van SVA elders is dit niet gelukt. Daarom heeft Sibelco op 28 juni 2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het tijdelijk voortzetten van de feitelijke, al bestaande opslag van SVA in de groeve ingediend. Het handhavingsverzoek van 13 juli 2024 is dus ingediend na het indienen van deze aanvraag. Een advies van ons aan Sibelco om een aanvraag in te dienen op basis van het handhavingsverzoek is daarom niet aan de orde.

De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) heeft nog geen besluit genomen op de aanvraag. Op 24 september 2024 heeft de ODRN om aanvullende gegevens gevraagd. Daarbij is ook aangegeven dat de reeds langdurige opslag van SVA in de openlucht een knelpunt vormt. Wij overwegen om onder bepaalde voorwaarden de huidige buitenopslag van SVA alsnog voor maximaal drie jaar toe te staan, gerekend vanaf de datum van de aanvraag. Er is echter nog geen toezegging gedaan. Na ontvangst van de aanvullende informatie zullen wij een besluit nemen op de aanvraag.

Inleiding van de vragensteller:

De droogmaalinstallatie van het bedrijf leidt in zekere mate tot emissies van zeer zorgwekkende stoffen. Of deze binnen de wettelijke normen blijven laat de omgevingsdienst door Sibelco zelf controleren. Op een melding van vervuild wasgoed (no 20247807 d.d. 13 september 2024) met zwart/grijze-deeltjes afkomstig van Sibelco ondernam de omgevingsdienst geen actie onder verwijzing naar een GGD/RIVM-onderzoek van een aantal jaren geleden. Daaruit bleek dat de ZZS-waarden rondom Sibelco hoger zijn dan in de rest van Nederland, maar op de meeste plekken net onder de toegestane norm. Volgens de omwonenden is dit onderzoek echter niet op de juiste wijze uitgevoerd omdat regenwater uit de depositiebakken is weggegooid zonder dit te bemonsteren, terwijl zij constateren dat veel stoffen die ze rondom hun woningen aantreffen op water blijven drijven.

Vraag 3:

Op welke wijze zijn de omwonenden betrokken bij de opzet en uitvoering van het onderzoek van de GGD?

Antwoord:

Omwonenden zijn op verschillende momenten geïnformeerd over de onderzoeken en hebben suggesties kunnen doen voor locaties van de monsterbakken. De onderzoeken zijn in de zomer en het najaar van 2022 uitgevoerd door bureau Tauw en het team Meten en Advies van de Omgevingsdienst Regio Arnhem. De analyses zijn gedaan door gespecialiseerde laboratoria.

Het betreft een bodemonderzoek, een depositieonderzoek en een onderzoek naar het voorkomen van gevaarlijke stoffen en zware metalen op moestuingewassen (boerenkool en spruitkool).

De onderzoeken hadden tot doel in beeld te brengen of er in de omgeving van de steengroeve sprake is van verhoogde concentraties gevaarlijke stoffen en dan met name de zware metalen lood, cadmium en zink. En zo ja, of de gevonden waarden gevolgen zouden kunnen hebben voor de gezondheid van omwonenden. Bij het depositieonderzoek is op één locatie een overschrijding van de loodnorm gemeten. De overschrijding is gering en is berekend voor een zeer ongunstige situatie (kind van één of twee jaar dat 260 dagen op die specifieke plek buiten speelt).

De GGD heeft geconcludeerd dat het gezondheidsrisico voor omwonenden zeer klein is.

Vraag 4:

Op grond waarvan acht u het verantwoord dat een bedrijf als Sibelco als slager haar eigen vlees mag keuren? Waarom wordt niet ingezet op het af en toe onaangekondigd toepassen van onafhankelijk controleonderzoek?

Antwoord:

Het gebruik van zelfcontrole door bedrijven op emissies is toegestaan mits zij aan strikte voorwaarden voldoen. Emissie metingen door adviesbureaus en laboratoria in opdracht van Sibelco moeten voldoen aan specifieke normen en certificeringen. Deze normen stellen eisen aan de kwaliteit en onafhankelijkheid van de werkzaamheden, zodat het proces vrij van beïnvloeding door de opdrachtgever blijft. De rapportages van deze bureaus beoordeelt de omgevingsdienst namens ons. Daarnaast voert de omgevingsdienst op eigen initiatief onaangekondigde controles uit.

Inleiding van de vragensteller:

Een derde punt van zorg betreft de geluidsoverlast die de omwonenden dag en nacht ervaren door de toepassing van een hydraulische beitel in de groeve waarvoor de geluidsnormen voor de gehele bedrijfsvoering zijn verhoogd met 10 dB(A). Dit is vastgelegd in de omgevingsvergunning aan Sibelco van 7 december 2021 (zaaknr. W.Z20.10573101) Op een beroep hiertegen van o.a. de omwonenden heeft de rechtbank de vergunning voor het gebruik van de beitel op 21 februari 2024 vernietigd. De provincie heeft hierop geanticipeerd door de vergunning voor de beitel met de verhoogde geluidnormen onder te brengen in de vergunning van 24 november 2023. In het beroep hiertegen worden dezelfde gronden aangevoerd als tegen de vergunning van 7 december 2021. Op een verzoek van de rechtbank aan de provincie hoe ze verder willen met de kwestie van de geluidsoverlast heeft de provincie op 30 augustus 2024 (zaaknr. W.Z20.105731.03) besloten de vergunning nogmaals te verlenen met als enige wijziging een verzoek aan Sibelco om extra onderzoek naar het geluid te doen.

Vraag 5:

Kunt u zich voorstellen dat de omwonenden het gevoel hebben dat ze door de provincie aan het lijntje worden gehouden en dat niet zij maar het bedrijf in bescherming wordt genomen?

Antwoord:

Wij begrijpen dat omwonenden de procedures als lang ervaren, zeker in het geval dat er sprake is van een juridische procedure. Bij ons besluit van 30 augustus 2024 hebben wij rekening gehouden met de uitspraak van de rechtbank Gelderland. In onze besluitvorming hanteren wij een zorgvuldige belangenafweging, waarin zowel de belangen van omwonenden als die van het bedrijf worden meegenomen.

Vraag 6:

Kunt u verklaren waarom u de uitspraak van de rechter naast u neerlegt en waarom u er niet voor heeft gekozen om onafhankelijk onderzoek te doen naar de ervaren geluidsoverlast en de noodzaak en mogelijkheden om die terug te dringen?

Antwoord:

Wij willen benadrukken dat het onjuist is om te stellen dat wij de uitspraak van de rechtbank naast ons neerleggen. In de belangenafweging van ons besluit van 30 augustus 2024 is expliciet rekening gehouden met deze uitspraak. Wat betreft de geluidsoverlast hebben we tussen 3 mei en 14 juli 2023 immissiemetingen laten uitvoeren. Bij de gemiddelde en maximale geluidsniveaus zijn enkele lichte overschrijdingen geconstateerd. Deze vallen binnen de onnauwkeurigheidsmarge en blijven onder de grenswaarde die de richtlijnen voor industrielawaai toestaan tijdens de dagperiode.

Inleiding van de vragensteller:

Tot slot zijn we erop gewezen dat het perceel dat de provincie met Sibelco heeft geruild ten behoeve van de Natura 2000-doelen ernstig was verontreinigd met DDT en DDE. De bodemsanering najaar 2021 zou op kosten van de provincie hebben plaatsgevonden, terwijl in de koopakte was opgenomen dat dit op de vorige eigenaar zou worden verhaald.

Vraag 7:

Is deze informatie juist? En zo ja waarom zijn de kosten niet op Sibelco verhaald? En in dat geval: om welk bedrag ging het en ten laste van welke begrotingspost is dit gebracht?

Antwoord:

Het klopt inderdaad dat het perceel wat de provincie in eigendom van Sibelco heeft overgenomen ernstig was verontreinigd met DDT en DDE. Deze verontreiniging werd geconstateerd nadat het perceel door de provincie al verkocht was aan Staatsbosbeheer. De overeenkomst tussen Sibelco en provincie en ook de overeenkomst tussen provincie en Staatsbosbeheer gaven geen mogelijkheid om de specifieke verontreiniging te verhalen op een vorige eigenaar.

De sanering van de verontreiniging heeft € 930.935 gekost. Hiervan is € 400.000 ten laste gebracht van de beschikbare bodemgelden. De rest is gedekt uit het budget voor PAS- herstelmaatregelen. Dit zijn gelabelde gelden afkomstig van het Rijk, bedoeld voor herstel en kwaliteitsverbetering van de N2000 gebieden.

Vraag 8:

Wanneer is voor het laatst gecontroleerd op de aanwezigheid van DDT en DDE op het betreffende perceel? Kunt u uitsluiten dat er nog resten van DDT, DDE en andere metabolieten van DDT aanwezig zijn in de bodem en in het grondwater ter plaatse? Zo nee, wat zijn de actuele risico’s voor volksgezondheid en milieu?

Antwoord:

De Natura 2000 grond is vanwege ecologische risico’s multifunctioneel gesaneerd en geschikt gemaakt voor natura 2000. De verontreiniging is tot aan de achtergrondwaarde volledig afgegraven en afgevoerd. Bij dergelijke gehalten zijn er geen risico’s aanwezig.

De noordelijke perceelstrook is een grondwal die zich bevindt tussen het natura 2000-gebied en dieper gelegen mergelgroeve. De perceelstrook met grondwal is in eigendom van Sibelco. De verontreinigde grond is zoveel mogelijk verwijderd tot licht verontreinigde grond met kwaliteitsklasse Industrie. Bij het huidige gebruik zijn er geen risico’s.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Henri Lenferink - Commissaris van de Koning

Frederik van Ardenne - Secretaris