Schrif­te­lijke vragen Jacht in Gelderland in strijd met natuur­be­scher­mings­regels


Indiendatum: 30 dec. 2024

Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland het goedkeuringsbesluit van GS voor het Faunabeheerplan deelplan jacht en vrijstellingssoorten 2023-2029 vernietigd.

In dit faunabeheerplan moet worden onderbouwd dat het doden van dieren in het kader van schadebestrijding - waarvoor een provinciale (veldmuis) of landelijke (Canadese gans, houtduif, kauw, konijn, vos en zwarte kraai) vrijstelling geldt - en het doden van dieren tijdens het jachtseizoen (konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif) noodzakelijk en proportioneel is volgens de voorwaarden van de Wet Natuurbescherming.

De rechter heeft het goedkeuringsbesluit van GS vernietigd, omdat het faunabeheerplan niet aan deze voorwaarden voldoet.

Voor de landelijk vrijgestelde diersoorten is in het faunabeheerplan onvoldoende onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade (Canadese gans, vos, konijn), dat er geen minder ingrijpende maatregelen kunnen worden genomen (houtduif, kauw, vos) en dat verslechtering van de staat van instandhouding kan worden uitgesloten (kauw, konijn, zwarte kraai).

Wat de jachtsoorten konijn, haas, fazant en wilde eend betreft, is onvoldoende onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade en dat de jacht geen afbreuk doet aan de staat van instandhouding van deze diersoorten.

In een persbericht over de uitspraak van 17 december schrijft de provincie Gelderland op haar website dat de rechter een streep heeft gezet door de schadebestrijding van provinciaal en landelijk vrijgestelde diersoorten, maar dat de uitspraak geen gevolgen heeft voor het ’s nachts doden van vossen in en nabij weidevogelgebieden en voor de jacht op de wildsoorten haas, fazant, wilde eend en houtduif.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen aan het college:

  1. Klopt het dat de rechtbank Gelderland het goedkeuringsbesluit van GS voor het gehele Faunabeheerplan deelplan jacht en vrijstellingssoorten 2023-2029 heeft vernietigd, omdat voor een gedeeltelijke vernietiging volgens de rechter geen ruimte is? Zo ja, hoe verklaart u dan de conclusie in het persbericht van de provincie dat de uitspraak geen gevolgen heeft voor de jacht op de vier genoemde jachtsoorten en op de bestrijding van vossen in weidevogelgebieden?
  2. Kunt u uitleggen waarom u wél gevolgen aan de vernietiging van het goedkeuringsbesluit verbindt voor wat betreft de schadebestrijding van alle landelijk en provinciaal vrijgestelde diersoorten - terwijl de veldmuis de rechterlijke toets heeft doorstaan - maar niet voor wat betreft de jacht op de haas, fazant en wilde eend, terwijl voor deze jachtsoorten onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade en de jacht op deze dieren mogelijk tot een verslechtering van de staat van instandhouding leidt?
  3. Bent u bekend met het bezwaar uit 2022 tegen het faunabeheerplan van Friesland, dat ertoe heeft geleid dat GS van de provincie Friesland de jacht heeft stilgelegd vanwege het ontbreken van een goedgekeurd faunabeheerplan? Zo ja, waarom hanteert u andere regels dan GS van Friesland?
  4. Kunt u uitleggen waarom u voor de kauw zonder meer bent afgegaan op de tellingen in het faunabeheerplan, terwijl deze tellingen niet in lijn zijn met die van officiële instanties zoals SOVON en het CBS? Hoe toetst GS dit?
  5. Kunt u uitleggen waarom u, wat de zwarte kraai betreft, bent meegegaan met de redenering in het faunabeheerplan dat schadebestrijding op termijn geen negatieve gevolgen zal hebben voor de staat van instandhouding van deze diersoort, terwijl officiële tellingen een sterk dalende trend laten zien? Hoe toetst GS dit?
  6. Bent u het met de rechter eens dat het feit dat jachthouders zich actief inzetten op het behoud van de fazant, zoals het faunabeheerplan stelt, onvoldoende onderbouwing is voor de conclusie dat de jacht geen invloed heeft op de staat van instandhouding? Zo ja, welke gevolgen verbindt u hieraan voor de goedkeuring van toekomstige faunabeheerplannen?
  7. Waarop baseert u uw oordeel dat de staat van instandhouding van de haas gunstig is, terwijl uit onderzoek van de WENR blijkt dat de staat van instandhouding van de haas zeer ongunstig is?
  8. Waarom staat u de jacht op de haas in Gelderland überhaupt nog toe, aangezien de staat van instandhouding van de haas zeer ongunstig is, de haas op de rode lijst staat en er bovendien een dodelijk virus waart onder hazen, en u wel degelijk over de instrumenten[1] beschikt om de jacht stil te leggen?
  9. Kunt u uitleggen waarom u het doden van konijnen in het kader van schadebestrijding toestaat, terwijl de jacht op konijnen in heel Nederland is verboden vanwege de ongunstige staat van instandhouding van het konijn, en in het faunabeheerplan bovendien onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade door konijnen?
  10. Ook met de wilde eend gaat het niet goed. Kunt u uitleggen waarom het belang van de jacht op wilde eenden zwaarder weegt dan de staat van instandhouding van deze dieren?
  11. Kunt u uitleggen waarom u het heeft laten aankomen op een uitspraak van de rechter en niet zelf het heft in handen heeft genomen door het faunabeheerplan af te wijzen, aangezien het plan overduidelijk niet voldoet aan de eisen van de Wet Natuurbescherming en de bescherming van de natuur uw wettelijke taak is? Vindt u het toestaan van de jacht en schadebestrijding belangrijker dan de bescherming van de natuur?
  12. Bent u voornemens om de jacht in Gelderland alsnog te verbieden dit seizoen? Zo nee, waarom niet?


Danielle van de Weerd,
Partij voor de Dieren


[1] Bijvoorbeeld via een voorstel voor maatwerkregels in de Omgevingsverordening, via een verbod op de jacht op eigen gronden, door in overleg met het Ministerie LVVN tot het niet openen van het jachtseizoen te besluiten.

Indiendatum: 30 dec. 2024
Antwoorddatum: 4 feb. 2025

Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Danielle van de Weerd van Partij voor de Dieren over Jacht in Gelderland in strijd met natuurbeschermingsregels Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van Danielle van de Weerd toekomen. 

Inleiding vragensteller:

Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland het goedkeuringsbesluit van GS voor het Faunabeheerplan deelplan jacht en vrijstellingssoorten 2023-2029 vernietigd.

In dit faunabeheerplan moet worden onderbouwd dat het doden van dieren in het kader van schadebestrijding - waarvoor een provinciale (veldmuis) of landelijke (Canadese gans, houtduif, kauw, konijn, vos en zwarte kraai) vrijstelling geldt - en het doden van dieren tijdens het jachtseizoen (konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif) noodzakelijk en proportioneel is volgens de voorwaarden van de Wet Natuurbescherming.

De rechter heeft het goedkeuringsbesluit van GS vernietigd, omdat het faunabeheerplan niet aan deze voorwaarden voldoet.

Voor de landelijk vrijgestelde diersoorten is in het faunabeheerplan onvoldoende onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade (Canadese gans, vos, konijn), dat er geen minder ingrijpende maatregelen kunnen worden genomen (houtduif, kauw, vos) en dat verslechtering van de staat van instandhouding kan worden uitgesloten (kauw, konijn, zwarte kraai).

Wat de jachtsoorten konijn, haas, fazant en wilde eend betreft, is onvoldoende onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade en dat de jacht geen afbreuk doet aan de staat van instandhouding van deze diersoorten.

In een persbericht over de uitspraak van 17 december schrijft de provincie Gelderland op haar website dat de rechter een streep heeft gezet door de schadebestrijding van provinciaal en landelijk vrijgestelde diersoorten, maar dat de uitspraak geen gevolgen heeft voor het ’s nachts doden van vossen in en nabij weidevogelgebieden en voor de jacht op de wildsoorten haas, fazant, wilde eend en houtduif.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen aan het college:

  • Klopt het dat de rechtbank Gelderland het goedkeuringsbesluit van GS voor het gehele Faunabeheerplan deelplan jacht en vrijstellingssoorten 2023-2029 heeft vernietigd, omdat voor een gedeeltelijke vernietiging volgens de rechter geen ruimte is? Zo ja, hoe verklaart u dan de conclusie in het persbericht van de provincie dat de uitspraak geen gevolgen heeft voor de jacht op de vier genoemde jachtsoorten en op de bestrijding van vossen in weidevogelgebieden?

Antwoord: Ja , dat klopt. Voor de uitvoering van de jacht is geen goedgekeurd faunabeheerplan nodig. Voor het in de nacht bestrijden van vossen in relatie tot weidevogels heeft eerder al een procedure 1 plaatsgevonden en geldt een afzonderlijke ontheffing. Hierin heeft de rechter geoordeeld dat wij een juiste besluitvorming hebben toegepast en dit valt derhalve buiten de reikwijdte van deze uitspraak.

  • Kunt u uitleggen waarom u wél gevolgen aan de vernietiging van het goedkeuringsbesluit verbindt voor wat betreft de schadebestrijding van alle landelijk en provinciaal vrijgestelde diersoorten - terwijl de veldmuis de rechterlijke toets heeft doorstaan - maar niet voor wat betreft de jacht op de haas, fazant en wilde eend, terwijl voor deze jachtsoorten onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade en de jacht op deze dieren mogelijk tot een verslechtering van de staat van instandhouding leidt?

Antwoord: Voor de uitoefening van de landelijke en provinciale vrijstellingen is een goedgekeurd faunabeheerplan nodig. De goedkeuring is met de uitspraak vernietigd en daarom is uitoefening van de landelijke en provinciale vrijstelling niet meer mogelijk. Het openen en sluiten van de jacht is echter een bevoegdheid van de minister van Landbouw , Visserij , Voedselzekerheid en Natuur (verder: LVVN). Uit de parlementaire toelichting blijkt dat het ontbreken van een goedgekeurd faunabeheerplan geen belemmering vormt voor de uitoefening van de jacht , zolang deze binnen de wettelijk gestelde jachttijden plaatsvindt (zie: Kamerstukken II , 2015-2016 , 33 348 , nr. 3).

  • Bent u bekend met het bezwaar uit 2022 tegen het faunabeheerplan van Friesland, dat ertoe heeft geleid dat GS van de provincie Friesland de jacht heeft stilgelegd vanwege het ontbreken van een goedgekeurd faunabeheerplan? Zo ja, waarom hanteert u andere regels dan GS van Friesland?

Antwoord: Ja , daarmee zijn wij bekend. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben daaropvolgend een nieuw goedkeuringsbesluit op het faunabeheerplan genomen.

  • Kunt u uitleggen waarom u voor de kauw zonder meer bent afgegaan op de tellingen in het faunabeheerplan, terwijl deze tellingen niet in lijn zijn met die van officiële instanties zoals SOVON en het CBS? Hoe toetst GS dit?

Antwoord: Door SOVON is een nieuwe wijze van trendbepaling opgesteld. Bij het passeren van het besluit was dit nog overeenkomstig met de inhoud van het faunabeheerplan waar wij op getoetst hebben.

  • Kunt u uitleggen waarom u, wat de zwarte kraai betreft, bent meegegaan met de redenering in het faunabeheerplan dat schadebestrijding op termijn geen negatieve gevolgen zal hebben voor de staat van instandhouding van deze diersoort, terwijl officiële tellingen een sterk dalende trend laten zien? Hoe toetst GS dit?

Antwoord: De landelijke staat van instandhouding van zwarte kraai is gunstig en de verwachting is dat de Gelderse dip een tijdelijke is , hieraan hebben wij getoetst. Dit wordt ook door SOVON onderschreven.

  • Bent u het met de rechter eens dat het feit dat jachthouders zich actief inzetten op het behoud van de fazant, zoals het faunabeheerplan stelt, onvoldoende onderbouwing is voor de conclusie dat de jacht geen invloed heeft op de staat van instandhouding? Zo ja, welke gevolgen verbindt u hieraan voor de goedkeuring van toekomstige faunabeheerplannen?

Antwoord: De bevoegdheid met betrekking tot de jachtsoorten (zoals fazant) ligt bij de minister van LVVN. Derhalve heeft dit geen gevolgen voor (toekomstige) provinciale faunabeheerplan , zie ook de antwoord op vragen 1 en 2.

  • Waarop baseert u uw oordeel dat de staat van instandhouding van de haas gunstig is, terwijl uit onderzoek van de WENR blijkt dat de staat van instandhouding van de haas zeer ongunstig is?

Antwoord: De achteruitgang van hazen zoals in het WENR rapport vermeld , is voornamelijk gebaseerd op de achteruitgang van leefgebied , als gevolg van verstedelijking en niet op lagere dichtheden. Hazen zijn nog altijd een algemene en veel voorkomende soort in het buitengebied.

  • Waarom staat u de jacht op de haas in Gelderland überhaupt nog toe, aangezien de staat van instandhouding van de haas zeer ongunstig is, de haas op de rode lijst staat en er bovendien een dodelijk virus waart onder hazen, en u wel degelijk over de instrumenten[1] beschikt om de jacht stil te leggen?

Antwoord: Wij hebben geen bevoegdheid voor het sluiten van de jacht op de jachtsoorten (met uitzondering van bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden zoals sneeuwval die lokaal kunnen zijn) , die ligt bij de minister van LVVN. Voor wat betreft het dodelijke virus: daar vindt onderzoek naar plaats in een samenwerking tussen de Faunabeheereenheid Gelderland (FBE) , Jagersvereniging , het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en internationale wetenschappers. Deze bevindingen wachten wij graag af , alvorens conclusies te trekken. Over de hazenziekte , monitoring en gevolgen in Gelderland hebben wij uw Staten reeds geïnformeerd in de beantwoording op Statenvragen PS2024-828.

  • Kunt u uitleggen waarom u het doden van konijnen in het kader van schadebestrijding toestaat, terwijl de jacht op konijnen in heel Nederland is verboden vanwege de ongunstige staat van instandhouding van het konijn, en in het faunabeheerplan bovendien onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van belangrijke schade door konijnen?

Antwoord: De keuze voor het plaatsen van soorten op de landelijke vrijstellingslijst is die van de minister van LVVN geweest. Doordat konijnen op de vrijstellingslijst staan , kunnen agrariërs geen gebruik maken van de schaderegeling voor een tegemoetkoming van BIJ12. Dit maakt inderdaad dat er een gat ontstaat in schadecijfers van , in dit geval , konijn omdat agrariërs de schade niet melden wetende dat zij niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. BIJ12 is bezig met een oplossing om schade van vrijgestelde soorten beter in beeld te brengen in de toekomst.

  • Ook met de wilde eend gaat het niet goed. Kunt u uitleggen waarom het belang van de jacht op wilde eenden zwaarder weegt dan de staat van instandhouding van deze dieren?

Antwoord: De wilde eend is een door de minister van LVVN aangewezen jachtsoort waartoe zij de bevoegdheid heeft om de jacht op de soort te openen en te sluiten (zie ook antwoord op vragen 1 en 2).

  • Kunt u uitleggen waarom u het heeft laten aankomen op een uitspraak van de rechter en niet zelf het heft in handen heeft genomen door het faunabeheerplan af te wijzen, aangezien het plan overduidelijk niet voldoet aan de eisen van de Wet Natuurbescherming en de bescherming van de natuur uw wettelijke taak is? Vindt u het toestaan van de jacht en schadebestrijding belangrijker dan de bescherming van de natuur?

Antwoord: Wij zijn van mening dat er voldoende grond was om het faunabeheerplan goed te keuren. De rechter heeft met het oog op bepaalde soorten echter anders geoordeeld. Wij zullen het besluit dan ook heroverwegen en aanpassen waar nodig , zoals de rechter ons in de uitspraak ook verzocht heeft.

  • Bent u voornemens om de jacht in Gelderland alsnog te verbieden dit seizoen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. Wij zijn van mening dat de jacht in Gelderland niet in strijd is met de natuurbeschermingsregels. De bevoegdheid om de jacht te sluiten ligt bij de minister van LVVN , niet bij ons college (zie antwoord op vragen 1 en 2). Daarbij benadrukken wij tot slot dat de jacht een nuttige functie heeft voor de balans tussen soortbescherming , natuur én landbouw- en natuurschade.


Danielle van de Weerd,
Partij voor de Dieren


[1] Bijvoorbeeld via een voorstel voor maatwerkregels in de Omgevingsverordening, via een verbod op de jacht op eigen gronden, door in overleg met het Ministerie LVVN tot het niet openen van het jachtseizoen te besluiten.