Schrif­te­lijke vragen Alar­me­rende sterfte onder hazen in Gelderland

Indiendatum: 10 okt. 2024
Antwoorddatum: 5 nov. 2024

Vraag 1: Wat is het meest recente beeld van de hazenpopulatie in Gelderland? Zijn er afwijkingen geconstateerd als gevolg van de myxomatose-uitbraak?

Antwoord:
Allereerst betreuren wij dat er een myxomatose-variant onder hazen in delen van Oost-Gelderland aanwezig is. De hazen in Gelderland worden jaarlijks op meerdere momenten geteld door de Zoogdiervereniging en de Faunabeheereenheid (verder: FBE) Gelderland, overdag maar ook in de avond en nacht met behulp van een warmtebeeldkijker. Deze cijfers vormen ook de basis voor het faunabeheerplan jacht & vrijstellingssoorten welke door ons is goedgekeurd. De meest recente (warmtebeeld)telling is 5 oktober jl. uitgevoerd. Deze telling was al gepland in de door de FBE opgezette monitoringscyclus. Uit de cijfers blijkt dat er geen effect van de ziekte waarneembaar is op de hazenstand in (Oost)-Gelderland. Data over een langere periode zullen meer inzicht geven. De FBE houdt ons van de ontwikkelingen op de hoogte.

Vraag 2: Wordt er, gelet op de snelle verspreiding van de ziekte, overwogen om de hazenjacht in Gelderland uit voorzorg op te schorten totdat meer duidelijkheid is verkregen over het verloop van deze nieuwe ziekte onder hazen en over de gevolgen ervan voor de staat van instandhouding van de haas en andere dieren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Het sluiten van de jacht op wildsoorten is een bevoegdheid van de minister. Het virus is bovendien al meerdere jaren aanwezig en heeft tot op heden niet tot een teruggang geleid. Dit jaar is er voor het eerst meer aandacht voor, waardoor er ook meer meldingen zijn gedaan. De ziekte is ook al langer in de aangrenzende Duitse gebieden aanwezig. Bovendien heeft iedere jachthouder op grond van artikel 11.65 Bal van de Omgevingswet de volgende wettelijke verplichting: "De jachthouder doet datgene wat een goed jachthouder betaamt om een redelijke stand van het in zijn jachtveld aanwezige wild als bedoeld in artikel 8.3, vierde lid, van de wet te handhaven, of, bij het ontbreken daarvan, te bereiken, en om schade door dat wild te voorkomen."

Vraag 3: Welke mogelijkheden heeft de provincie om de hazenjacht op eigen gronden op te schorten vanwege de myxomatose-uitbraak?

Antwoord:
Wij hebben hiervoor geen mogelijkheden.

Vraag 4: In hoeverre vindt u de jacht op hazen in Gelderland überhaupt nog te verantwoorden, wetende dat hazen in hun voortbestaan worden bedreigd?

Antwoord:
De hazenpopulatie in Gelderland is gezond en hazen zijn zeer algemeen voorkomend. Vanaf 2020 is er een stijgende lijn in het aantal hazen in Gelderland waarneembaar. Wij kunnen dan ook niet stellen dat hazen in hun voorbestaan worden bedreigd. Daarbij verwijzen wij u ook nogmaals naar
de wettelijke verplichting die een jachthouder heeft (zie antwoord op vraag 2).

Vraag 5: Wordt de hazenpopulatie in Gelderland de komende tijd extra nauwlettend gemonitord vanwege de myxomatose-uitbraak? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De huidige hazenmonitoring wordt voortgezet en deze achten wij voldoende. Hiervan worden wij blijvend op de hoogte gehouden. De FBE heeft al sinds 2020 een intensieve monitoring opgezet. Dit hebben wij in ons beleid bij de FBE neergelegd.

Vraag 6: Heeft de provincie al contact gelegd met het Ministerie van LVVN over de myxomatose uitbraak in Gelderland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja. Wij hebben hierover contact gehad met LVVN.

Vraag 7: Heeft de provincie contact met de bevoegde autoriteiten en instanties in Duitsland over de myxomatose-uitbraak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke adviezen en andere informatie zijn er uit dit contact met Duitsland voortgekomen?

Antwoord:
Nee. Deze contacten lopen via het Dutch Wildlife Health Centre (verder: DWHC). Wij zien daar op dit moment geen extra rol voor ons weggelegd.

Vraag 8: Heeft de Faunabeheereenheid Gelderland een plan of protocol voor de uitbraak van (nieuwe) dodelijke ziekten onder bejaagbare dieren in het wild? Zo ja, kunnen wij dit protocol inzien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Het is moeilijk om te anticiperen op nieuwe niet aanwezige dierziekten. Met de FBE zijn wij wel gezamenlijk in overleg met het Ministerie in relatie tot de dreiging van Afrikaanse varkenspest AVP).

Vraag 9: Welk protocol volgt de Faunabeheereenheid Gelderland voor het verwijderen van dode hazen uit de natuur en is er voldoende capaciteit om dode hazen zo snel mogelijk uit de natuur te verwijderen?

Antwoord:
De FBE volgt de adviezen van het DWHC.

Vraag 10: Welke voorzorgsmaatregelen worden er door de provincie en/of de Faunabeheereenheid voorbereid met het oog op de toenemende regenval in Nederland, wetende dat natte omstandigheden het uitbreken van parasitaire infecties onder dieren in het wild bevorderen?

Antwoord:
Geen. Op dit moment is onduidelijk in welke mate de myxomatose variant onder hazen in (Oost)-Gelderland zich al ontwikkelt en effect zal hebben. Dat moet de intensieve monitoring uitwijzen. Wij verwachten bovendien dat de mate van verspreiding de komende periode in ieder geval af zal
nemen, omdat insecten – een belangrijke transmitter van het virus – dan niet/ minder actief zijn en hazen gezien hun gedrag en voortplanting minder met elkaar in contact zijn.

Vraag 11: Bent u het met ons eens dat het van belang is om de inwoners van Gelderland zo snel mogelijk voor te lichten over de myxomatose-uitbraak, met name over het belang om honden aangelijnd te houden en aangetroffen dode hazen te melden, niet aan te raken en niet te begraven? Zo ja, wanneer kunnen wij voorlichting vanuit de provincie verwachten?

Antwoord:
Ja. Wij delen uw standpunt dat communicatie over dierziekten naar belanghebbenden zinvol is. De haas is een jachtsoort waarover door de FBE en Jagersvereniging specifiek wordt gecommuniceerd richting alle faunabeheerders, de direct betrokkenen in het veld. Dat is in dit geval dan ook volledig en tijdig gebeurd.

Vraag 12: Kunt u deze vragen gelet op de urgentie van de situatie zo snel mogelijk beantwoorden?

Antwoord:
Wij hebben ons ingespannen om de antwoorden op de vragen zo snel mogelijk aan u voor te kunnen leggen.