Vragen over dieren­welzijn in mega­stallen


Indiendatum: dec. 2014

Recent werd via een artikel in Stern bekend dat een Nederlandse ondernemer, een van de grootste varkenshouders van Europa, een verbod krijgt om in Duitsland varkens te houden, vanwege wantoestanden die controleurs bij een bezoek aan de stallen aantroffen. Op foto’s en een video zijn beelden te zien van een varken met aangevreten oren, dieren die zonder ruimte om te keren tussen stangen moeten liggen, dode en zieke biggetjes, en is ook te zien hoe een biggetje tegen de rand van een stal wordt doodgeslagen. Het was mogelijk ondervoed, omdat er geselecteerd wordt op dieren die (te) veel biggetjes per worp geven.

Deze ondernemer heeft ook een of meer megastallen in Gelderland.

De provincie gaat weliswaar niet direct over handhaving van dierenwelzijn in stallen (dat doet de NVWA), maar Provinciale Staten heeft in de structuurvisie (par 1.1.3) wel vastgelegd dat er meer aandacht gewenst is voor dierenwelzijn, onder andere bij uitbreiding en nieuwvestiging.

1. In het verleden zijn er in Gelderland bij deze ondernemer ook grote problemen geweest op milieugebied. (Stankoverlast in de omgeving.) Hoe is het nu gesteld ? Loopt er nog een strafrechtelijk onderzoek op een of ander gebied ?

2. Hoe vaak doet de provincie een onaangekondigde inspectie, bijvoorbeeld voor handhaving van de milieuvergunning, wanneer is dat voor het laatst bij bedrijven van deze ondernemer gebeurd,en wat was het resultaat ?

3. Gelderland kent meer dan tienduizend veehouderijbedrijven. Hoe vaak doet de NVWA daar een onaangekondigde inspectie ?

4. Op welke manier weegt u constateringen als bij deze ondernemer mee als er om uitbreidingsruimte wordt gevraagd ?

5. Op 24 september hebben Provinciale Staten een motie aangenomen om ingrepen bij dieren, zoals het afknippen van staartjes, zo veel mogelijk te voorkomen. Wat heeft u inmiddels al gedaan om deze motie uit te voeren ?

6. Als reactie op de (ontwerp)structuurvisie en verordening is door diverse personen en organisaties gevraagd of bovenwettelijke dierenwelzijnsmaatregelen als voorwaarde bij uitbreiding of nieuwvestiging wel te handhaven zijn, en juridisch houdbaar zijn. Het Groninger Verdienmodel en de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij zijn mogelijk niet houdbaar. Gelderland werkt hier nog aan. Hoe is op dit moment de stand van zaken ?

7. Wellicht kan de provincie ook andere maatregelen nemen die een positieve uitwerking op dierenwelzijn kunnen hebben. Omwonenden hebben soms geen idee van wat zich in stallen afspeelt. Een ondernemer zal er niet mee te koop lopen dat zwakke biggetjes niet worden geholpen, maar tegen een rand worden doodgeslagen. Is het mogelijk om via bestemmingsplannen en bouwvergunningen te regelen dat ten behoeve van sociale controle alle dieren in een stal van buiten zichtbaar moeten zijn ? Dat er voldoende ramen in een stal moeten zitten met een openbaar toegankelijk wandelpad er langs ? Dat dieren naar buiten kunnen ?


Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.

-> Hier zijn de vragen als PDF te vinden

Indiendatum: dec. 2014
Antwoorddatum: 27 jan. 2015

Vraag 1
In het verleden zijn er in Gelderland bij deze ondernemer ook grote problemen geweest op milieugebied (stankoverlast in de omgeving). Hoe is het nu gesteld? Loopt er nog een strafrechtelijk onderzoek op een of ander gebied?

Antwoord
De Nederlandse varkenshouder die in het artikel in het Duitse weekblad Stern wordt genoemd is eigenaar van de ''Knorhof'' in de gemeente Buren. Het bevoegd gezag in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is sinds 1 januari 2014 niet de provincie, maar Burgemeester en Wethouders van de gemeente Buren. Voor vragen over de stand van zaken op dit moment bij dit bedrijf dient u zich tot deze gemeente te wenden. Het is bij ons niet bekend of er een strafrechtelijk onderzoek loopt.

Vraag 2
Hoe vaak doet de provincie een onaangekondigde inspectie, bijvoorbeeld voor handhaving van de milieuvergunning, wanneer is dat voor het laatst bij bedrijven van deze ondernemer gebeurd, en wat was het resultaat?

Antwoord
Het bevoegd gezag, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Buren, bepalen de toezichtstrategie in het kader van de Wabo. Ook voor het antwoord op deze vraag dient u zich te wenden tot de gemeente. Voor het toezicht in het kader van de Natuurbeschermingswet is ons college bevoegd. Dit bedrijf loopt mee in de reguliere toezichtsystematiek die wij bij agrarische bedrijven hanteren.

Gezien het aantal agrarische bedrijven in Gelderland wordt een bedrijf eens in de paar jaar bezocht. Dit bedrijf is sinds de start van de omgevingsdiensten in 2013 nog niet door ons bezocht voor de vergunning Natuurbeschermingswet. Wij zien bij het toezicht overigens uitsluitend toe op de vergunningsvoorschriften in de Natuurbeschermingswet. Die zijn gericht op stalsystemen en aantallen dieren gerelateerd aan stikstofemissie. Voor het toezicht op dierenwelzijn zijn wij niet bevoegd maar zullen het zeker melden aan de NVWA indien wij op dat gebied bijzonderheden aantreffen.

Vraag 3
Gelderland kent meer dan tienduizend veehouderijbedrijven. Hoe vaak doet de NVWA daar een onaangekondigde inspectie?

Antwoord
Het is ons niet bekend hoe vaak de NVWA een onaangekondigde inspectie doet bij veehouderijen. U zou dat bij de NVWA kunnen nagaan.

Vraag 4
Op welke manier weegt u constateringen als bij deze ondernemer mee als er om uitbreidingsruimte wordt gevraagd?

Antwoord
Wij nemen aan dat u met deze vraag doelt op uitbreidingsruimte door middel van vergunningen. Bij het verlenen van vergunningen op het gebied van de Natuurbeschermingswet - waarvoor de provincie wel verantwoordelijk is - is dierenwelzijn geen toetsingsgrond. Deze wet ziet toe op de bescherming van concrete natuurdoelen. Het welzijn van gehouden dieren wordt door deze wet niet beschermd. Voor Wabo-vergunningen (milieu) aan veehouderijen zijn wij niet bevoegd maar zijn Burgemeester en Wethouders dat.

Vraag 5
Op 24 september hebben Provinciale Staten een motie aangenomen om ingrepen bij dieren, zoals het afknippen van staartjes, zoveel mogelijk te voorkomen. Wat heeft u inmiddels al gedaan om deze motie uit te voeren?

Antwoord
In motie 54 die op 24 september 2014 door Provinciale Staten is aanvaard wordt ons college gevraagd om bij de nadere uitwerking van de kwaliteitscriteria (beoordelingssysteem) voor niet-grondgebonden landbouw, ook het aspect mee te nemen om het aantal lichamelijke ingrepen bij dieren te verminderen. Over de stand van zaken met betrekking tot deze lopende uitwerkingstrajecten informeren wij u via een aparte Statenbrief.

Vraag 6
Als reactie op de (ontwerp)structuurvisie en verordening is door diverse personen en organisaties gevraagd of bovenwettelijke dierenwelzijnsmaatregelen als voorwaarde bij uitbreiding of nieuwvestiging wel te handhaven zijn en juridisch houdbaar. Het Groninger Verdienmodel en de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij zijn mogelijk niet houdbaar. Gelderland werkt hier nog aan. Hoe is op dit moment de stand van zaken?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 7
Wellicht kan de provincie ook andere maatregelen nemen die een positieve uitwerking op dierenwelzijn kunnen hebben. Omwonenden hebben soms geen idee van wat zich in stallen afspeelt. Een ondernemer zal er niet mee te koop lopen dat zwakke biggetjes niet worden geholpen, maar tegen een rand worden doodgeslagen. Is het mogelijk om via bestemmingsplannen en bouwvergunningen te regelen dat ten behoeve van sociale controle alle dieren in een stal van buiten zichtbaar moeten zijn? Dat er voldoende ramen in een stal moeten zitten met een openbaar toegankelijk wandelpad er langs? Dat dieren naar buiten kunnen?

Antwoord
De ambitie om te komen tot een meer duurzame veehouderij wordt breed gedragen. Ook marktpartijen nemen op dit vlak diverse initiatieven. Bij de invulling van de kwaliteitscriteria (zie ook ons antwoord op vraag 5) is dierenwelzijn een van de thema's waarop de veehouder een "plus" kan scoren.

Ook in ons beleid om innovaties te ondersteunen is dierwelzijn een expliciet thema. De overige concrete suggesties -ramen in de stallen, wandelpaden over het erf en vrije buitenuitloop voor dieren- kan ons college niet regelen. Bovendien vergen dergelijke maatregelen een meer integrale afweging waarbij ook aspecten als bijvoorbeeld de geur- en ammoniakemissie, de risico's van dierziekte-insleep, volksgezondheid en bedrijfsvoering moeten worden betrokken.
,
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

-> Hier zijn de antwoorden als PDF te vinden

Interessant voor jou

Vragen over tijdsbeslag nevenfuncties

Lees verder

Vragen over kauwtjes in Zaltbommel

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer