Vragen over extra uitbrei­dings­ruimte voor veehou­de­rijen


Indiendatum: okt. 2013

In een recent artikel in het Eindhovens dagblad (“Provincie tart de wet”, 24 september 2013) betogen twee juristen dat de Brabantse verordening die nu ter inzage ligt een juridische toets niet zal doorstaan, omdat er sprake is van bovenwettelijke eisen. Ze staan klaar om juridische procedures te beginnen. In de Gelderse ontwerpverordening is ook sprake van bovenwettelijke eisen. Veehouders kunnen extra uitbreidingsruimte voor megastallen verdienen (zonder limiet) als ze in overleg met omwonenden wat extra doen. Onze indruk is dat dit niet te toetsen en te handhaven is en dat het binnen kleine sociale gemeenschappen leidt tot grote druk op omwonenden om uitbreidingen toe te staan.

Vragen:

  1. Wat vindt u van de uitspraken in het artikel, dat de nieuwe Brabantse verordening de juridische toets niet zal doorstaan, dat de criteria enorm vaag zijn, en dat de verhoudingen tussen boeren en burgers op scherp komen te staan ? Is de Gelderse ontwerpverordening “beter” dan de Brabantse, op de punten waar kritiek op is ? Kunt u de kritiek weerleggen ?
  2. Heeft u juridisch advies ingewonnen ? Zo ja, kunnen Statenleden dat inzien ?


De nieuwe verordening die nu ter inzage ligt met daarin de regels voor de Brabantse veehouderijsector zal de juridische toets niet doorstaan. Dat voorzien advocaten Joost de Rooij en Moniek Peeters, beiden gespecialiseerd in agrarisch recht. De Rooij, verbonden aan advocatenkantoor Linssen in Tilburg: „Aan de verordening mankeert juridisch zoveel, die zal het niet halen. Kort gezegd stelt Provinciale Staten bovenwettelijke eisen. Dus als ik als veehouder aan alle regels van de minister voldoe, aan alle wetten, ik gebruik maak van de modernste technieken, wie is de provincie dan om te zeggen ‘dat is niet goed genoeg’. U moet nog met uw buren rond de tafel’. Verplicht! Dat mag gewoon helemaal niet. Alleen daar waar provinciaal belang gediend is, mag de provincie zich ermee bemoeien. Maar hier bemoeit de provincie zich tot in detail met milieubeleid. Er is geen wettelijke basis voor het verkapte milieubeleid van de provincie. Ik vrees dat dit een fiasco wordt. Erger nog, de verhoudingen tussen boeren en burgers komen op scherp te staan.” Datzelfde vreest advocate Moniek Peeters. Ze is gespecialiseerd in agrarisch recht en verbonden aan kantoor Goorts&Coppens in Deurne. Peeters: „Je moet nadat je aan alle voorwaarden voldaan hebt als veehouder ook nog met omwonenden rond de tafel. Dat is lastig, want bijna tegen elk bouwplan wordt in principe al bezwaar gemaakt. Mensen die bij ons komen, hebben vaak al trammelant met omwonenden. Met werkgroepen of actiegroepen. Met hen moet je dan rond de tafel en zij gaan dan voorwaarden stellen aan jouw bebouwing. En sommige criteria die de provincie stelt, zijn enorm vaag zoals het criterium ‘zorgvuldige veehouderij’. Wat is dat? Een richtlijn in de wet? Kun je daarover discussiëren? Je moet de dialoog met omwonenden aangaan? Hoe dan? Moet iedereen het ermee eens zijn? Nee de provincie wil het heft graag in eigen hand houden. ‘Wij zullen het wel bepalen en wij toetsen het wel’. Juridisch niet houdbaar.” Van Rooij overweegt, in overleg met cliënten, de verordening te zijner tijd te laten toetsen bij de rechter of een kort geding tegen de provincie te beginnen.


Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.

> Hier zijn de vragen als PDF te vinden

Indiendatum: okt. 2013
Antwoorddatum: 22 okt. 2013

In een recent artikel in het Eindhovens dagblad (“Provincie tart de wet”, 24 september 2013) betogen twee juristen dat de Brabantse verordening die nu ter inzage ligt een juridische toets niet zal doorstaan, omdat er sprake is van bovenwettelijke eisen. Ze staan klaar om juridische procedures te beginnen. In de Gelderse ontwerpverordening is ook sprake van bovenwettelijke eisen. Veehouders kunnen extra uitbreidingsruimte voor megastallen verdienen (zonder limiet) als ze in overleg met omwonenden wat extra doen. Onze indruk is dat dit niet te toetsen en te handhaven is en dat het binnen kleine sociale gemeenschappen leidt tot grote druk op omwonenden om uitbreidingen toe te staan.

1. Wat vindt u van de uitspraken in het artikel, dat de nieuwe Brabantse verordening de juridische toets niet zal doorstaan, dat de criteria enorm vaag zijn, en dat de verhoudingen tussen boeren en burgers op scherp komen te staan? Is de Gelderse ontwerpverordening “beter” dan de Brabantse, op de punten waar kritiek op is? Kunt u de kritiek weerleggen?

Antwoord
Wij hebben kennis genomen van het door u bedoelde artikel over de Brabantse verordening. Zoals we onlangs hebben aangegeven in de Statenbrief over het veehouderijbeleid zijn er op dit punt echter belangrijke verschillen tussen Brabant en Gelderland. De voorgestelde wijziging van de Brabantse verordening Ruimte en het ontwerp van de Omgevingsverordening, waar wij op dit ogenblik aan werken, zijn dan ook niet goed met elkaar te vergelijken. Ten aanzien van de Omgevingsverordening zal de juridische houdbaarheid van de door u genoemde punten uiteraard bij de voorbereiding daarvan worden betrokken.

2. Heeft u juridisch advies ingewonnen? Zo ja, kunnen Statenleden dat inzien?

Antwoord
Er wordt op dit moment intensief gewerkt om de ontvangen zienswijzen te beantwoorden en te bezien of de teksten in de ontwerpvisie en verordening nog bijgesteld moeten worden. Uitgangspunt is dat ons beleid juridisch houdbaar moet zijn. We kijken dan ook zorgvuldig naar dit aspect en als wij dat nodig vinden schakelen we daar ook externe deskundigheid in. Op dit moment is dat nog niet het geval geweest.


Gedeputeerde Staten van Gelderland
J. Markink - plv. Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

> Hier zijn de antwoorden als PDF te vinden





















Interessant voor jou

Vragen over het kappen van bomen langs de N824

Lees verder

Vragen over verdwijnen wachthuisjes op perrons

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer