Vragen over nevenfuncties van Gedeputeerden en schijn van belangenverstrengeling
Indiendatum: feb. 2014
Na de antwoorden over de nevenfuncties van de gedeputeerden bleven er bij onze fractie nog vragen over. In de procedurecommissie van 26 februari is verzocht om in plaats van een debatverzoek daarover te doen, er liever schriftelijke vragen over te stellen.
In de beantwoording van de vragen verwijst u naar artikel 28 van de provinciewet, en niet naar bijvoorbeeld de gedragscode gedeputeerden, die strenger is. Artikel 28 gaat alleen over daadwerkelijke belangenverstrengeling. Het is ook belangrijk dat een schijn van belangenverstrengeling voorkomen wordt. Voor het voorkomen van een schijn van belangenverstrengeling is een actieve rol nodig, om de inwoners van Gelderland te tonen dat daar waar er op het eerste gezicht mogelijk sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling, dat niet het geval is. Het is daarvoor dus nodig om niet alleen duidelijk te laten zien dat gedeputeerden zich (structureel) onthouden van deelname aan de beraadslagingen en besluitvorming daar waar er sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling. Ook moet (als een gedeputeerde wel meedoet aan de besluitvorming ) duidelijk gemaakt worden dat een bepaalde nevenfunctie geen risico op belangenverstrengeling met zich meebrengt, door de werkzaamheden bij die nevenfunctie voldoende duidelijk te omschrijven.
In de “handreiking belangenverstrengeling” voor ambtenaren, van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector, wordt bijvoorbeeld ook gesteld dat niet-financiële belangen een rol kunnen spelen :"Deze vorm van belangenverstrengeling kan bijvoorbeeld ontstaan om status te verkrijgen of om te gehoorzamen aan bepaalde verwachtingen die bestaan binnen de maatschappelijke verbanden waarvan de ambtenaar deel uitmaakt.".
Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat gedeputeerden zich minder vaak onthouden van deelname aan de beraadslagingen en aan de besluitvorming dan wij op grond van de nevenfuncties verwacht hadden. Mogelijk is het omdat wij een verkeerd beeld van de nevenfuncties hebben, en een verkeerd beeld van de besluitvorming op bepaalde terreinen die naar ons idee minder optimaal is dan het zou kunnen zijn, dat een schijn van belangenverstrengeling is ontstaan. Misschien is bijvoorbeeld een bepaalde organisatie waarbij de nevenfunctie vervuld wordt niet werkzaam in Gelderland, en worden door de organisatie geen diensten of producten in Gelderland aangeboden.
- Kunt u ons een overzicht geven, bijvoorbeeld door een verwijzing naar artikelen in de vakliteratuur, naar de momenteel heersende opvattingen over het voorkomen van een schijn van belangenverstrengeling ?
- Kunt u door een onafhankelijke deskundige een overzicht van de aard van de werkzaamheden van de nevenfuncties laten geven, en van de kansen die er zijn dat een schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan, en van de mitigerende maatregelen die gedeputeerden zouden moeten nemen om die schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, en kunt u dat overzicht op de website van Gelderland bij het overzicht van de nevenfuncties voegen, zodat ook voor de inwoners van Gelderland duidelijk is dat er geen kans op belangenverstrengeling is ?
Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.
Indiendatum:
feb. 2014
Antwoorddatum: 15 apr. 2014
Vraag 1:
Kunt u ons een overzicht geven, bijvoorbeeld door een verwijzing naar artikelen in de vakliteratuur, naar de momenteel heersende opvattingen over het voorkomen van een schijn van belangenverstrengeling?
Antwoord:
Het college hanteert de Provinciewet, provinciale regelingen en de Gedragscode als leidraad voor ons handelen. Daarnaast houden wij de actualiteit van de beleidsontwikkelingen op het gebied van integriteit bij door publicaties van het ministerie van BKZ (bijvoorbeeld de 'Handreiking integriteit van politiek ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen') en de informatie die het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) verstrekt. BIOS (www.integriteitoverheid.nl) is een erkend en onafhankelijk centraal instituut, gericht op het bevorderen van integriteit(sbeleid) binnen de (semi)publieke sector en een initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onderdeel van het CAOP (Centrum Arbeidsverhoudingen). Ten slotte bespreken wij de actualiteit aan de hand van casuïstiek, bijvoorbeeld de Commissie Operatie Schoon Schip, Ondernemend bestuur; over de bestuurscultuur van de provincie Noord-Holland 2003 - 2011.
Vraag 2:
Kunt u door een onafhankelijke deskundige een overzicht van de aard van de werkzaamheden van de nevenfuncties laten geven, en van de kansen die er zijn dat een schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan, en van de mitigerende maatregelen die gedeputeerden zouden moeten nemen om die schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, en kunt u dat overzicht op de website van Gelderland bij het overzicht van de nevenfuncties voegen, zodat ook voor de inwoners van Gelderland duidelijk is dat er geen kans op belangenverstrengeling is?
Antwoord:
De gedeputeerden geven op de website van de provincie het meest actuele overzicht van nevenfuncties, niet voortkomende uit het ambt van gedeputeerde, weer. Een dergelijk overzicht is bedoeld om maximale transparantie te geven van de nevenfuncties. Uit het overzicht kunt u opmaken wat de aard van de nevenfunctie inhoudt. De aanduiding van de nevenfunctie geeft onzes inziens voldoende duidelijkheid over wat de functie inhoudt (wellicht in combinatie met de website van het bedrijf/de organisatie). Een onderzoek door een onafhankelijk deskundige levert onzes inziens geen toegevoegde waarde op. Wij verwijzen u naar artikel 40b van de Provinciewet inzake het aanvaarden van nevenfuncties en naar de artikelen 2, 2A en 3 van de Gedragscode bestuurlijke integriteit Commissaris van de Koning en gedeputeerden van de Provincie Gelderland. Daarnaast betrekken wij de handreiking integriteit van politiek ambtsdragers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninksrijkrelaties bij de afweging om al dan niet een nevenfunctie te aanvaarden. Deze regelingen beogen de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Nadere maatregelen, anders dan opgenomen in bestaande regelgeving (zie beantwoording Statenvragen PS2014-3) zijn naar onze mening dan ook niet nodig.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
J. Markink - plv. Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
-> Hier vindt u de antwoorden als PDF
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over gevaarlijke en ongewenste wildrasters
Lees verderMondelinge vragen over onderzoek bollenteelt op Veluwe
Lees verder