Vragen over Omge­vings­visie en de volks­ge­zondheid


Indiendatum: mei 2014

Recent heeft Staatssecretaris Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer de stand weergegeven van het aangekondigde wetsvoorstel betreffende het maximaal aantal te houden dieren.

Het kabinet heeft aangekondigd onder meer een wettelijk kader te zullen opstellen dat de provincies en gemeenten de mogelijkheid biedt om vanuit een oogpunt van volksgezondheid op drie niveaus grenzen te kunnen stellen, namelijk:

  • maximeren van de totale omvang van de veehouderij in een bepaald gebied (inclusief het ‘op slot’ zetten van een gebied);
  • maximeren van de veehouderij intensiteit in een gebied, of;
  • begrenzing van een veehouderijlocatie in een gebied.


Het wettelijk kader zal vorm krijgen via een wijziging van de Wet dieren. Voor het zomerreces wordt er bestuurlijk overleg gevoerd met IPO en VNG over de thans in voorbereiding zijnde wettelijke voorziening. Het kabinet zal het wetsvoorstel in de zomer ter advisering aan de Raad van State zenden, zodat dit naar verwachting begin 2015 kan worden ingediend.

In Brabant en Limburg loopt op dit moment een groot onderzoek naar de effecten van intensieve veehouderij op de volksgezondheid. In sommige delen van Gelderland (zoals de Gelderse Vallei) is de uitstoot van fijnstof bij dichtbevolkte gebieden even groot als in Brabant en Limburg.

  1. Hoe verhoudt zich de aangekondigde wetswijziging met de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijbedrijven in de nieuwe Gelderse omgevingsvisie ?
  2. Hoe verhoudt zich het feit dat nu op landelijk niveau maatregelen worden genomen over het maximeren van de veehouderij intensiteit in een gebied, met het feit dat in Gelderland het beleid juist gedecentraliseerd wordt, naar de gemeenten toe ?
  3. Hoe moeten gemeenten, als de omgevingsvisie en verordening vastgesteld zouden worden, de komende tijd bij het beoordelen van aanvragen voor uitbreidingen rekening houden met de volksgezondheid ?
  4. Is het niet beter te wachten met het geven van extra uitbreidingsmogelijkheden aan veehouderijbedrijven, totdat de wetswijziging een feit is, om te voorkomen dat er ondertussen ongewenste uitbreidingen plaatsvinden ?


Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.

-> Hier zijn de vragen als PDF te vinden

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 24 jun. 2014

Vraag 1:
Hoe verhoudt zich de aangekondigde wetswijziging met de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijbedrijven in de nieuwe Gelderse omgevingsvisie?

Antwoord:
Het wettelijke kader is erop gericht om vanuit een oogpunt van volksgezondheid sturing te kunnen uitoefenen op de omvang van de veestapel op lokale dan wel regionale schaal. (Zie verdere toelichting antwoord bij vraag 2).

  1. http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ez/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/05/14/kamerbrief-stand-van-zakenwetsvoorstel-intensieve-veehouderij.html
  2. http://www.ed.nl/extra/gezondheid/onderzoek-vee-en-gezondheid-in-oost-brabant-begint-maandag-1.4252947

In onze ontwerp omgevingsvisie hebben we opgenomen dat bedrijven die een vergroting van hun bouwperceel nodig hebben om te kunnen groeien, moeten voldoen aan extra kwaliteitsvoorwaarden. Ondernemers dienen op minimaal drie van de vier aspecten -milieu, ruimtelijke inpassing, dierwelzijn en volksgezondheid - een extra stap te zetten ten aanzien van duurzaam verantwoord ondernemen. Het wettelijke rijkskader is inhoudelijk nog niet in detail bekend maar lijkt prima te passen naast het voorgenomen provinciale omgevingsbeleid.

Vraag 2:
Hoe verhoudt zich het feit dat nu op landelijk niveau maatregelen worden genomen over het maximeren van de veehouderij intensiteit in een gebied, met het feit dat in Gelderland het beleid juist gedecentraliseerd wordt, naar de gemeenten toe?

Antwoord:
Op rijksniveau worden juist geen generieke maatregelen genomen. Het rijk vraagt juist decentrale overheden om het aspect volksgezondheid mee te nemen in de afweging die in het kader van het integrale omgevingsbeleid moet worden gemaakt. Het wettelijk kader geeft geen verplichting maar biedt decentrale overheden een extra instrument. Wanneer provincies of gemeenten dat vanuit volksgezondheidsoptiek noodzakelijk achten, biedt het kader hen een wettelijke grondslag om hun beleid op te baseren.

Vraag 3:
Hoe moeten gemeenten, als de omgevingsvisie en verordening vastgesteld zouden worden, de komende tijd bij het beoordelen van aanvragen voor uitbreidingen rekening houden met de volksgezondheid?

Antwoord:
Onze omgevingsvisie en -verordening binden de burger niet en hebben ook geen directe invloed op procedure rond de vergunningverlening aan agrarische bedrijven. Gemeenten zijn voor de vergunningverlening het bevoegde gezag en voor hen ligt er de opgave om het aspect volksgezondheid in de besluitvorming mee te nemen. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de kamerbrief van 8 april 2014 (Veehouderij en gezondheid, ondertekend door de staatssecretarissen Dijksma en Mansveld) waarin de huidige mogelijkheden die lokale overheden hebben via het omgevingsbeleid om gezondheid mee te nemen in afwegingen en vergunningverlening bij veehouderijen, op een rij zijn gezet.

Vraag 4 :
Is het niet beter te wachten met het geven van extra uitbreidingsmogelijkheden aan veehouderijbedrijven, totdat de wetswijziging een feit is, om te voorkomen dat er ondertussen ongewenste uitbreidingen plaatsvinden?

Antwoord:
Op basis van wetenschappelijk onderzoek en het advies van de Gezondheidsraad heeft het kabinet het niet noodzakelijk gevonden om vanuit het voorzorgbeginsel alle ontwikkelingen in de veehouderij stop te zetten of te komen tot generieke normen. Het wettelijk kader, waaraan door het kabinet wordt gewerkt bevat ook geen harde normen. Zoals bij antwoord op vraag 3 reeds aangegeven geeft de voorgenomen wetswijziging de decentrale overheden slechts de mogelijkheid om nieuw sturingsinstrument in te zetten. Gezien de mogelijkheden die gemeenten nu al hebben om volksgezondheid in de afweging te betrekken (antwoord op vraag 3) en het ontbreken van een wetenschappelijke basis, zijn wij er geen voorstander van om alle aanvragen voor bedrijfsuitbreiding aan te houden.


Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

-> Hier zijn de antwoorden als PDF te vinden

Interessant voor jou

Vragen over Omgevingsvisie en doorrekening effecten

Lees verder

Vragen over luchtwassers en weidegang

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer