Vragen over vergun­ningen voor jacht­hutten en rasters


Indiendatum: jul. 2013

Vorige week was er een bericht dat een eigenaar van een landgoed hoogzitten op zijn landgoed wil plaatsen, en de gemeente Epe om toestemming heeft gevraagd. De hoogzitten of jachthutten moesten eerder verwijderd worden omdat ze illegaal geplaatst waren.

Het provinciaal bestuur is verantwoordelijk voor het goedkeuren van het Faunabeheerplan, op grond waarvan ontheffingen op de Flora- en Faunawet worden verleend. (Ontheffingen waarmee toestemming wordt gegeven dieren vanaf hoogzitten te schieten.)

In het Faunabeheerplan staan enkele regels over afschot, die van invloed zijn op de bouw van jachthutten. Bijvoorbeeld in paragraaf 5.2.5 over afschot en bejaging rond ecoducten. Afschot rond ecoducten is niet gewenst omdat het de goede werking van het (kostbare) ecoduct negatief kan beïnvloeden.
Ook wanneer er geen ecoduct is, is afschot rond belangrijke verbindingen tussen leefgebieden ongewenst.

In paragraaf 3.4 staat dat enkele populaties wilde zwijnen zich ver beneden de minimaal gewenste populatiegrootte bevinden. In verband daarmee moeten deze populaties voldoende uitwisselingsmogelijkheden met andere populaties hebben. “Binnen de leefgebieden op de Noord-Veluwe liggen twee barrières die uitwisselingsmogelijkheden tussen de deelpopulaties ernstig bemoeilijken. Dit zijn de barrière Elspeet - Nunspeet en de barrière Garderen - Stroe. Beide barrières worden gevormd door een aaneenschakeling van rasters.”


Vragen:
1. Moeten gemeenten voordat er toestemming gegeven wordt voor de aanleg of bouw van een afrastering of van een hoogzit, de provincie raadplegen?

2. Welk kader biedt de provincie aan de gemeenten, wanneer gemeenten moeten beslissen over de aanleg? Is het voor gemeenten volstrekt duidelijk op welke plaatsen hoogzitten ongewenst zijn, omdat anders uitwisseling tussen populaties negatief kan worden beïnvloed?

3. Wanneer grondeigenaren in het buitengebied een raster rond hun woning of perceel maken, hoe wordt er dan op gelet of er migratiemogelijkheden voor dieren overblijven?

4. Wat kan en zal de provincie concreet doen, op het moment dat een gemeente een bouwvergunning geeft voor een hoogzit of raster op een ongewenste plek?

5. Is het technisch mogelijk in de ruimtelijke verordening (waar op dit moment aan gewerkt wordt) regels op te nemen, betreffende de plaatsing van hoogzitten en rasters die migratie van dieren kunnen beïnvloeden?

6. Hoe is op dit moment de situatie van de in het Faunabeheerplan genoemde kleine populaties wilde zwijnen? Zijn de uitwisselingsmogelijkheden verbeterd? Zo ja, hoe?


Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.


> Hier zijn de vragen als PDF te vinden

Indiendatum: jul. 2013
Antwoorddatum: 28 aug. 2013

Vorige week was er een bericht dat een eigenaar van een landgoed hoogzitten op zijn landgoed wil plaatsen, en de gemeente Epe om toestemming heeft gevraagd1. De hoogzitten of jachthutten moesten eerder verwijderd worden omdat ze illegaal geplaatst waren.

Het provinciaal bestuur is verantwoordelijk voor het goedkeuren van het Faunabeheerplan, op grond waarvan ontheffingen op de Flora- en faunawet worden verleend. (Ontheffingen waarmee toestemming wordt gegeven dieren vanaf hoogzitten te schieten.)

In het Faunabeheerplan staan enkele regels over afschot, die van invloed zijn op de bouw van jachthutten. Bijvoorbeeld in paragraaf 5.2.5 over afschot en bejaging rond ecoducten. Afschot rond ecoducten is niet gewenst omdat het de goede werking van het (kostbare) ecoduct negatief
kan beïnvloeden. Ook wanneer er geen ecoduct is, is afschot rond belangrijke verbindingen tussen leefgebieden ongewenst.

In paragraaf 3.4 staat dat enkele populaties wilde zwijnen zich ver beneden de minimaal gewenste populatiegrootte bevinden. In verband daarmee moeten deze populaties voldoende uitwisselingsmogelijkheden met andere populaties hebben. "Binnen de leefgebieden op de Noord-Veluwe liggen twee barrières die uitwisselingsmogelijkheden tussen de deelpopulaties ernstig bemoeilijken. Dit zijn de barrière Elspeet-Nunspeet en de barrière Garderen-Stroe. Beide barrières worden gevormd door een aaneenschakeling van rasters."


Vraag 1:
Moeten gemeenten voordat er toestemming gegeven wordt voor de aanleg of bouw van een afrastering of van een hoogzit, de provincie raadplegen?

Antwoord:
Nee, gemeenten behoeven de provincie hiervoor niet te raadplegen.


Vraag 2:
Welk kader biedt de provincie aan de gemeenten, wanneer gemeenten moeten beslissen over de aanleg? Is het voor gemeenten volstrekt duidelijk op welke plaatsen hoogzitten ongewenst zijn, omdat anders uitwisseling tussen populaties negatief kan worden beïnvloed?

Antwoord:
De provincie biedt op dit moment geen kader aan de gemeenten over plaatsen waar hoogzitten ongewenst zijn. Binnen de onderdelen van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet die door de provincie worden uitgevoerd, hebben wij ook geen mogelijkheid om sturing aan het plaatsen van hoogzitten te geven.


Vraag 3:
Wanneer grondeigenaren in het buitengebied een raster rond hun woning of perceel maken, hoe wordt er dan op gelet of er migratiemogelijkheden voor dieren overblijven?

Antwoord:
Gemeenten toetsen bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning het effect van het plaatsen van een raster op het leefgebied voor dieren in het kader van het bestemmingsplan en de WABO. Bij deze procedure is ook de Flora- en faunawet betrokken. De ontheffingsverlening voor ruimtelijke ingrepen in het kader van deze wet is echter nog steeds aan het Rijk voorbehouden. De bevoegdheden van de provincie in het kader van de Flora- en faunawet hebben vooral betrekking op jacht en schadebestrijding.


Vraag 4:
Wat kan en zal de provincie concreet doen, op het moment dat een gemeente een bouwvergunning geeft voor een hoogzit of raster op een ongewenste plek?

Antwoord:
Zoals aangegeven heeft de provincie in deze gevallen geen toetsende taak bij de afgifte van bouwvergunningen.


Vraag 5:
Is het technisch mogelijk in de ruimtelijke verordening (waar op dit moment aan gewerkt wordt) regels op te nemen, betreffende de plaatsing van hoogzitten en rasters die migratie van dieren kunnen beïnvloeden?

Antwoord:
Het is technisch mogelijk om in de Provinciale Verordening te regelen dat voor het aanleggen van rasters in bestemmingsplannen een vergunningplicht wordt opgenomen. Daar kan dan ook in worden opgenomen om bij de vergunningverlening voor rasters rekening te houden met de ecologische samenhang als kernkwaliteit van het Gelders NatuurNetwerk.
Ons college is geen voorstander van extra regels op dit punt.


Vraag 6:
Hoe is op dit moment de situatie van de in het Faunabeheerplan genoemde kleine populaties wilde zwijnen? Zijn de uitwisselingsmogelijkheden verbeterd? Zo ja, hoe?

Antwoord:
In paragraaf 3.4 uit het Faunabeheerplan Veluwe 2009 staat: "De hierdoor te onderscheiden deelpopulaties voldoen tezamen vanwege potentiële uitwisselingsmogelijkheden wel aan het minimum van 150 ex." De betreffende barrières zijn dus geen belemmering voor het behalen van de minimumpopulatie. De betreffende barrières bestaan overigens nog steeds. Het betreft aaneenschakelingen van gebouwen en (recreatie)terreinen die uitgerasterd zijn om schade door wilde zwijnen te voorkomen. Overigens zijn de verbindingen tussen leefgebieden van wilde zwijnen de afgelopen jaren verbeterd door de aanleg van ecoducten, met name Tolhuis en Hoog Buurlo.


Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - Secretaris

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Mondelinge vragen over rapportering stikstofdepositie

Lees verder

Vragen over bollenteelt en giftige gewasbeschermingsmiddelen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer