Vragen over verre­kening inkomsten neven­functies


Indiendatum: mrt. 2015

Schriftelijke vragen (art. 42 RvO) aan Gedeputeerde Staten van Gelderland

Op verzoek van de ambtelijke dienst worden onderstaande vragen schriftelijk ingediend.

Vorige week was er een extra vergadering van de procedurecommissie. De reden was het gebruik van de fractievergoeding van een van de fracties voor het onderhoud van de website door een bedrijf waarin een familielid van een Statenlid van die fractie vennoot is.

Enkele dagen daarvoor was door een uitzending van het programma Nieuwsuur duidelijk geworden dat de Gelderse gedeputeerden gezamenlijk de meeste inkomsten uit nevenfuncties hebben.

Normaal gesproken moet 50 % van de neveninkomsten (minus een drempelbedrag) worden afgedragen aan de provincie. De gedeputeerde met de hoogste neveninkomsten doet geen bijdrage aan de provincie, omdat de inkomsten uit zijn nevenfuncties verrekend zijn met de negatieve resultaten van zijn bedrijf.

In de Statenbrief daarover staat : “Deze waren mede negatief omdat hij vervangende arbeid in dienst heeft. Gezien de negatieve resultaten van zijn eigen bedrijf zijn de inkomsten uit nevenfuncties niet zichtbaar in de verrekening.”

Het gaat om een aanzienlijk bedrag.

  1. Hoe zijn de regels voor het verrekenen van negatieve resultaten van een eigen bedrijf met inkomsten uit andere nevenfuncties ?
  2. Wordt de berekening van de te verrekenen neveninkomsten van een gedeputeerde gecontroleerd door een registeraccountant, net zo als de jaarrekening van een fractie wordt gecontroleerd door een registeraccountant ?
  3. Kunnen investeringen in een bedrijf, gedurende enkele jaren, ook negatieve resultaten opleveren waarmee verrekend kan worden en wordt gecontroleerd of het om (investeringen in) een (nog) “levensvatbaar bedrijf” gaat (en niet om een hobby) ?
  4. Mag er eventueel een familielid (een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad) in dienst worden genomen voor de vervangende arbeid waarvan sprake is ?
  5. Recent hebben GS een besluit aangehouden, over een brief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verrekening van de neveninkomsten. Kan er iets over de inhoud van de brief worden gezegd ?


Luuk van der Veer
Lid Provinciale Staten van Gelderland
Partij voor de Dieren.

Indiendatum: mrt. 2015
Antwoorddatum: 18 mrt. 2015

Vraag 1:
Hoe zijn de regels voor het verrekenen van negatieve resultaten van een eigen bedrijf met inkomsten uit andere nevenfuncties?

Antwoord:
De grondslag voor het verrekenen van inkomsten uit nevenfuncties met de bezoldiging van een gedeputeerde is neergelegd in artikel 43 van de Provinciewet. Indien een gedeputeerde zijn ambt voltijd vervult, worden ingevolge het zevende lid van voormeld artikel de inkomsten uit nevenfuncties die hij niet uit hoofde van zijn ambt vervult, met zijn bezoldiging verrekend. De verrekening vindt plaats overeenkomstig artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

In het tweede lid van laatstgenoemd artikel is bepaald dat onder neveninkomsten wordt verstaan het gezamenlijke bedrag dat wegens het verrichten van nevenactiviteiten tijdens het lidmaatschap wordt genoten als:
a. winst uit een of meer ondernemingen, bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
b. belastbaar loon uit tegenwoordige arbeid en
c. belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

In het derde lid van dit artikel is opgenomen dat de neveninkomsten worden bepaald overeenkomstig de regels van de Wet inkomstenbelasting 2001 en worden verrekend in het jaar waarin deze zijn genoten in de zin van die wet. Geen verrekening vindt meer plaats, indien de neveninkomsten worden genoten na 31 december van het jaar waarin het lidmaatschap wordt beëindigd.

In artikel 5b van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is omschreven op welke wijze een gedeputeerde opgave dient te doen van zijn neveninkomsten. In de diverse circulaires over het verrekenen van neveninkomsten van politieke ambtsdragers van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van o.a. 28 juni 2011, 10 maart 2014 en 31 maart 2015 wordt dit proces nader toegelicht. De hoofdlijn is daarbij dat voor de bepaling wat tot de te verrekenen inkomsten behoort, de handelwijze van de fiscus wordt gevolgd. Als de fiscus dus vaststelt dat het eigen bedrijf een negatief resultaat heeft gehad over het verrekenjaar dan moeten wij daar voor de verrekening met de bezoldiging van uit gaan. Bij een negatief resultaat wordt dus niets verrekend.

Vraag 2:
Wordt de berekening van de te verrekenen neveninkomsten van een gedeputeerde gecontroleerd door een registeraccountant, net zo als de jaarrekening van een fractie wordt gecontroleerd door een registeraccountant?

Antwoord:
In de onder de beantwoording van vraag 1. genoemde wet- en regelgeving is niet bepaald dat de berekening van de te verrekenen neveninkomsten van een gedeputeerde moet worden gecontroleerd door een registeraccountant. Een accountantscontrole zou op grond van die regelgeving eventueel door de fiscus kunnen worden geëist maar niet door ons college. Dit is anders bij het vaststellen van de jaarrekening van een Statenfractie. Daar dient ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003 de jaarrekening wel gecontroleerd te worden door een registeraccountant. Opgemerkt dient te worden dat het hier twee verschillende regelingen betreft. Bij de provinciale verordening gaat het immers om een regeling over de besteding van publieke middelen terwijl de in de beantwoording van vraag 1 bedoelde regelgeving van het Rijk betrekking heeft op de ontvangst van private middelen, afkomstig uit private bedrijven.

Vraag 3:
Kunnen investeringen in een bedrijf, gedurende enkele jaren, ook negatieve resultaten opleveren waarmee verrekend kan worden en wordt gecontroleerd of het om (investeringen in) een (nog) "levensvatbaar bedrijf" gaat (en niet om een hobby)?

Antwoord:
Ja. De negatieve en positieve resultaten van de neveninkomsten uit verschillende bronnen leveren een totaalbedrag op dat met de bezoldiging van de gedeputeerde moet worden verrekend. Ingevolge artikel 5b van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden wordt dit bedrag in de opgave aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt door middel van het invullen van een daartoe beschikbaar gestelde computermodule. Indien de Minister van mening is dat er sprake is van terug te vorderen bedragen dan deelt hij dat op grond van artikel 5b, derde lid van het Rechtspositiebesluit aan ons college mee. Als de Minister constateert dat er sprake is van te verrekenen neveninkomsten dan vorderen wij op grond van het vierde lid van dat artikel de te veel ontvangen bezoldiging van de gedeputeerde terug. Zie in dit verband tevens het antwoord op vraag 1.

Vraag 4:
Mag er eventueel een familielid (een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad) in dienst worden genomen voor de vervangende arbeid waarvan sprake is?

Antwoord:
Artikel 43 van de Provinciewet gelezen in verband met artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en het Rechtspositiebesluit gedeputeerden bevat geen verbod op het eventueel in dienst nemen van een familielid (een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad) voor de vervangende arbeid waarvan sprake is. Zie in dit verband tevens het antwoord op vraag 1.

Vraag 5:
Recent hebben GS een besluit aangehouden, over een brief aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verrekening van de neveninkomsten. Kan er iets over de inhoud van de brief worden gezegd?

Antwoord:
De brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die wij in onze vergadering van 24 februari 2015 hebben aangehouden betrof de vraag of bij de verrekening van inkomsten uit nevenfuncties de eindejaarsuitkering al dan niet moet worden meegenomen. Wij hebben het versturen van deze brief aangehouden omdat er vanuit het Ministerie binnen enkele weken een computermodule zou worden toegestuurd en het de voorkeur verdient om de te verzenden brief toe te spitsen op deze nieuwe module. Inmiddels is echter duidelijk geworden dat de wetgever indertijd een bewuste keuze heeft gemaakt om de eindejaarsuitkering als eenmalige uitkering buiten de verrekeningssystematiek te houden. Een eenmalige uitkering heeft dus geen invloed op de vermindering van de bezoldiging wegens neveninkomsten.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
Drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

-> De antwoorden zijn hier als PDF te vinden

Interessant voor jou

Vragen over bomenkap en herplant

Lees verder

Vragen over bollenteelt en neonicotinoïden

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer