Schrif­te­lijke vragen De Wet natuur­be­scherming en stikstof


Indiendatum: 20 jun. 2023

Een zorgvuldige feitenordening is ons inziens een noodzakelijke voorwaarde om tot zorgvuldig beleid en besluitvorming te komen. Wij hebben daarom onderstaande technische vragen aangaande feitelijkheden met betrekking tot de Wet natuurbescherming en stikstof. Op advies van de griffie is besloten om deze technische vragen als schriftelijke vragen in te dienen.

De vragen hebben enkel betrekking op gebiedsbescherming, en niet ook op soortenbescherming.

  1. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het pre-PAS-beleid, dat gold van 2005 tot 1 juli 2015? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds verklaringen van geen bedenkingen (vvgb), en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: Deze aantallen hebben wij niet direct beschikbaar. Het systeem voor het registreren van binnenkomende zaken die wij gebruikten vóór ons huidige registratiesysteem genereert informatie vanaf het jaar 2016. De informatie vóór het jaar 2016 is opgeslagen in losse documenten in onze archiefsystemen. Hiervoor is een uitgebreid archiefonderzoek nodig.

  2. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het PAS-beleid? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds vvgb’s, en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: Zie ook antwoord op vraag 1. De aantallen in onderstaande tabel zijn de besluiten vanaf 2016 tot en met mei 2019 die ofwel verleend ofwel geweigerd zijn. De aantallen zijn inclusief de gebiedsbesluiten waarbij stikstof geen rol speelt en exclusief de positieve weigeringen. Positieve weigeringen worden afgegeven in geval geen vergunning nodig is en de aanvrager graag daar een bevestiging van ontvangt.

    Nbw/Wnb besluit Verleend 1297
    Nbw/Wnb besluit Geweigerd 42
    VVGB Verleend 141
    VVGB Geweigerd 5

  3. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het post-PAS beleid (na 29 mei 2019)? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds vvgb’s, en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: De aantallen in onderstaande tabel zijn de besluiten vanaf juni 2019 tot en met juni 2023 die ofwel verleend ofwel geweigerd zijn. De aantallen zijn inclusief de gebiedsbesluiten waarbij stikstof geen rol speelt en exclusief de positieve weigeringen.

    Nbw/Wnb besluit Verleend 192
    Nbw/Wnb besluit Geweigerd 84
    VVGB Verleend 37
    VVGB Geweigerd 8

  4. Door de bestuursrechter zijn gelijktijdig met en na de PAS-uitspraak enige honderden vergunningbesluiten vernietigd, waarvan een deel binnen onze provincie. Het gevolg van die vernietigingen is dat op die vergunningaanvragen nieuwe besluiten moesten worden genomen, voor zover die aanvragen niet zijn ingetrokken.
    Wat is het aantal vernietigde vergunningbesluiten waarin het college het bevoegd gezag is en dat is verleend op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS)? Van die serie aanvragen ook graag noemen;
    - het aantal nadien ingetrokken vergunningaanvragen;
    - het aantal aanvragen waarop nadien een nieuw besluit op aanvraag is genomen, en;
    - het aantal aanvragen waarop nog geen nieuw besluit is genomen.

    Antwoord:
    Aantal vernietigde PAS-besluiten in Gelderland 116
    Nadien ingetrokken besluiten 39
    Nadien nieuw besluit (verleend:16 +positieve weigering 16 + weigering 34=) 66
    Aantal waar nog geen besluit is genomen/zaak loopt nog 11

  5. Wat is het aantal ingediende PAS-meldingen dat sinds de Wnb-wetswijziging van 2017 onder de bevoegdheid van het college valt? Hierbij ook graag noemen;
    - het aantal legalisatieverzoeken van PAS-meldingen dat sinds de Wnb-wetswijziging van 2017 onder uw bevoegdheid valt, en;
    - het aantal inmiddels toegekende legalisatieverzoeken.

    Antwoord: We hebben geen registratie van het aantal PAS-melders. Op dit moment is voor ons relevant het aantal PAS-melders dat een legalisatieverzoek heeft ingediend. Er zijn in totaal 239 verzoeken ingediend, waarvan er 2 betrekking hebben op hetzelfde project.

6. “Valse” PAS-melders zijn de bedrijven die eerder dan 1 juli 2015 (het moment van in werking treden van de PAS) het bedrijf hebben gewijzigd, en nadien een PAS-melding hebben ingediend. Wat is het totaal aantal PAS-melders waarvoor het college het bevoegd gezag is, waarbij de projectwijziging is gerealiseerd voordat een PAS-melding is ingediend en thans aanspraak wordt gemaakt op legalisatie middels een daartoe strekkend verzoek?

Antwoord: Dit aantal is nog niet bekend. Er zijn 239 verzoeken tot legalisatie ingediend. Deze verzoeken worden op dit moment beoordeeld. Vooralsnog hebben we bij 23 dossiers de conclusie getrokken dat deze PAS-meldingen destijds op basis van onze gegevens niet correct zijn geweest. We treden met die melders in overleg om met hen tot een definitief oordeel te komen.

7. Wat is het totaal aantal open staande Wnb-projectaanvragen dat bij de provincie in behandeling is, exclusief de PAS-legalisatieprocedures? Dit aantal graag splitsen in vier categorieën, te weten ‘agrarische projecten’, ‘overige industrie’, ‘bouw’, en ‘overig’.

Antwoord:

Agrarisch (186 Wnb-aanvragen, 95 vvgb’s) 281
Industrie (61 gemeentelijke bedrijven, 57 provinciale bedrijven Wnb-aanvragen, 8 vvgb’s) 126
Woningbouw 6
Overig (19 Wnb-aanvragen, 15 vvgb’s) 34

8. Wat is het aantal projecten dat sinds 2015 is uitgebreid met depositietoename tussen de 0,00 en 0,05 mol? Graag hierbij noemen welke acties de provincie onderneemt om deze uitbreidingen zonder de noodzakelijke vergunning in overeenstemming te brengen met de wet.

Antwoord: De projecten met een depositietoename tussen 0,00 en 0,05 mol waren destijds niet vergunning plichtig en dus heeft de provincie geen zicht op het aantal van deze projecten.

9. Een aantal vragen over latente ruimte;

- Wat is de nauwkeurige omschrijving van wat de provincie verstaat onder latente ruimte?

- Welke bekende rapporten verschaffen inzicht in de bestaande latente ruimte binnen onze provincie?

- Wat zijn de gevolgen van de Afdelingsuitspraak ECLI:NL:RVS:2022:2874 voor het vaststellen van latente ruimte, aangezien niet in alle gevallen de volledig toegelaten mestruimte conform de Meststoffenwet wordt uitgereden?

Antwoord:
a. In de originele beleidsregels omtrent intern en extern salderen (Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent intern en extern salderen | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)) is uiteen gezet wat wordt verstaan onder latente ruimte. Deze beleidsregels zijn meerdere keren aangepast en inmiddels vervallen. Daarnaast vindt over het begrip ‘latente ruimte’ discussie plaats op een breder vlak. Op landelijk niveau wordt getracht hier invulling aan te geven.
b. We zijn niet bekend met rapporten die inzicht verschaffen in de bestaande latente ruimte in onze provincie. Juist ook omdat onder dit begrip meerdere zaken kunnen worden verstaan.
c. In tegenstelling tot wat eerder werd aangenomen is het weiden van vee en het houden van vee in stallen één project waarvan de effecten in samenhang beoordeeld moeten worden. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat beweiden minder emissie en daardoor depositie veroorzaakt dan bemesten. In de aangehaalde uitspraak zet de Afdeling uiteen hoe beoordeeld moet worden of het beweiden van het vee in de beoogde situatie is toegestaan. Een onderdeel van deze beoordeling (10.3, punt 5) is dat moet worden nagegaan of de aanwendingsnorm uit de meststoffenwet- en regelgeving altijd maximaal is benut. Zo niet, dan moet de referentiesituatie daarvoor worden gecorrigeerd. Het is niet bekend hoeveel latente ruimte er bestaat op de gronden in Nederland en in de provincie Gelderland. Er is immers veel grond aan de landbouw onttrokken waarvan de emissies al aan de natuur ten goede zijn gekomen. Daarentegen zijn er ook woningen en industrieën op deze gronden gevestigd die ook weer emissies veroorzaken. De uitspraak laat eigenlijk geen ruimte voor latente ruimte omdat, zoals hiervoor gezegd, gekeken moet worden of de aanwendingsnorm uit de meststoffenwet- en regelgeving altijd maximaal is benut.

10. Sinds de toepassing van de 25 kilometerafkap in het Aerius rekenmodel zijn projectaanvragen enkel gehouden de depositietoename binnen een cirkel van 25 kilometer rondom het project te benoemen en - voor zover het een depositietoename betreft - te mitigeren of passend te beoordelen. Het is een wetenschappelijk feit dat het merendeel van projectdeposities optreedt op afstanden van meer dan 25 kilometer rondom de emissiebron. Het gevolg van de 25-kilometer-afkap is dat niet langer de initiatiefnemer van een project verantwoordelijk is voor de mogelijke depositietoenames buiten de 25 kilometer cirkel, maar het openbaar bestuur. Concreet betekent dit een verzwaring van de depositiereductie-opgave omdat nu de depositietoenames dienen te worden gemitigeerd middels de reductieopgave. Ons verzoek is om de bij de provincie bekende inzichten te overleggen van de toegenomen stikstofdepositie-reductieopdracht die het gevolg is van de 25-kilometerafkap.

Antwoord:
In Gelderland worden alleen vergunningen verleend voor situaties waarin sprake is van een afname of gelijk blijven van de depositie op de Natura 2000-gebieden. Door de rekengrens van 25 km wordt alleen gekeken naar de deposities binnen deze afstand. Echter indien sprake is van een afname of gelijk blijven van de depositie op hexagonen binnen 25 km van het project zal ook de depositie buiten 25 km afnemen of gelijk blijven. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er wel buiten 25 km stikstofdepositie veroorzaakt zal worden, die dus niet meer toegekend kan worden aan een project en daarom door generieke maatregelen vanuit provincie of rijk opgelost zou moeten worden. Op dit moment hebben we geen inzicht in de gevolgen van de 25 km grens op onze stikstof-reductie doelstelling. Wel wordt de verlaging van de gehele achtergronddepositie, zoals bij de aanpak van de piekbelasters met de LBV+ regeling, meegenomen in de maatregelen van gebiedsprocessen en in de Natuurdoelanalyses (NDA’s).

Danielle van de Weerd,
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 20 jun. 2023
Antwoorddatum: 12 sep. 2023

Een zorgvuldige feitenordening is ons inziens een noodzakelijke voorwaarde om tot zorgvuldig beleid en besluitvorming te komen. Wij hebben daarom onderstaande technische vragen aangaande feitelijkheden met betrekking tot de Wet natuurbescherming en stikstof. Op advies van de griffie is besloten om deze technische vragen als schriftelijke vragen in te dienen.

De vragen hebben enkel betrekking op gebiedsbescherming, en niet ook op soortenbescherming.

  1. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het pre-PAS-beleid, dat gold van 2005 tot 1 juli 2015? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds verklaringen van geen bedenkingen (vvgb), en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: Deze aantallen hebben wij niet direct beschikbaar. Het systeem voor het registreren van binnenkomende zaken die wij gebruikten vóór ons huidige registratiesysteem genereert informatie vanaf het jaar 2016. De informatie vóór het jaar 2016 is opgeslagen in losse documenten in onze archiefsystemen. Hiervoor is een uitgebreid archiefonderzoek nodig.

  2. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het PAS-beleid? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds vvgb’s, en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: Zie ook antwoord op vraag 1. De aantallen in onderstaande tabel zijn de besluiten vanaf 2016 tot en met mei 2019 die ofwel verleend ofwel geweigerd zijn. De aantallen zijn inclusief de gebiedsbesluiten waarbij stikstof geen rol speelt en exclusief de positieve weigeringen. Positieve weigeringen worden afgegeven in geval geen vergunning nodig is en de aanvrager graag daar een bevestiging van ontvangt.

    Nbw/Wnb besluit Verleend 1297
    Nbw/Wnb besluit Geweigerd 42
    VVGB Verleend 141
    VVGB Geweigerd 5

  3. Wat is het aantal Wnb-projectbesluiten dat door het college is genomen op basis van het post-PAS beleid (na 29 mei 2019)? Dit aantal graag splitsen in enerzijds vergunningbesluiten en anderzijds vvgb’s, en dit ook graag splitsen in enerzijds het aantal positief verleende vergunningbesluiten en toegekende vvgb’s en anderzijds de afgewezen aanvragen / verklaringen.

    Antwoord: De aantallen in onderstaande tabel zijn de besluiten vanaf juni 2019 tot en met juni 2023 die ofwel verleend ofwel geweigerd zijn. De aantallen zijn inclusief de gebiedsbesluiten waarbij stikstof geen rol speelt en exclusief de positieve weigeringen.

    Nbw/Wnb besluit Verleend 192
    Nbw/Wnb besluit Geweigerd 84
    VVGB Verleend 37
    VVGB Geweigerd 8

  4. Door de bestuursrechter zijn gelijktijdig met en na de PAS-uitspraak enige honderden vergunningbesluiten vernietigd, waarvan een deel binnen onze provincie. Het gevolg van die vernietigingen is dat op die vergunningaanvragen nieuwe besluiten moesten worden genomen, voor zover die aanvragen niet zijn ingetrokken.
    Wat is het aantal vernietigde vergunningbesluiten waarin het college het bevoegd gezag is en dat is verleend op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS)? Van die serie aanvragen ook graag noemen;
    - het aantal nadien ingetrokken vergunningaanvragen;
    - het aantal aanvragen waarop nadien een nieuw besluit op aanvraag is genomen, en;
    - het aantal aanvragen waarop nog geen nieuw besluit is genomen.

    Antwoord:
    Aantal vernietigde PAS-besluiten in Gelderland 116
    Nadien ingetrokken besluiten 39
    Nadien nieuw besluit (verleend:16 +positieve weigering 16 + weigering 34=) 66
    Aantal waar nog geen besluit is genomen/zaak loopt nog 11

  5. Wat is het aantal ingediende PAS-meldingen dat sinds de Wnb-wetswijziging van 2017 onder de bevoegdheid van het college valt? Hierbij ook graag noemen;
    - het aantal legalisatieverzoeken van PAS-meldingen dat sinds de Wnb-wetswijziging van 2017 onder uw bevoegdheid valt, en;
    - het aantal inmiddels toegekende legalisatieverzoeken.

    Antwoord: We hebben geen registratie van het aantal PAS-melders. Op dit moment is voor ons relevant het aantal PAS-melders dat een legalisatieverzoek heeft ingediend. Er zijn in totaal 239 verzoeken ingediend, waarvan er 2 betrekking hebben op hetzelfde project.

6. “Valse” PAS-melders zijn de bedrijven die eerder dan 1 juli 2015 (het moment van in werking treden van de PAS) het bedrijf hebben gewijzigd, en nadien een PAS-melding hebben ingediend. Wat is het totaal aantal PAS-melders waarvoor het college het bevoegd gezag is, waarbij de projectwijziging is gerealiseerd voordat een PAS-melding is ingediend en thans aanspraak wordt gemaakt op legalisatie middels een daartoe strekkend verzoek?

Antwoord: Dit aantal is nog niet bekend. Er zijn 239 verzoeken tot legalisatie ingediend. Deze verzoeken worden op dit moment beoordeeld. Vooralsnog hebben we bij 23 dossiers de conclusie getrokken dat deze PAS-meldingen destijds op basis van onze gegevens niet correct zijn geweest. We treden met die melders in overleg om met hen tot een definitief oordeel te komen.

7. Wat is het totaal aantal open staande Wnb-projectaanvragen dat bij de provincie in behandeling is, exclusief de PAS-legalisatieprocedures? Dit aantal graag splitsen in vier categorieën, te weten ‘agrarische projecten’, ‘overige industrie’, ‘bouw’, en ‘overig’.

Antwoord:

Agrarisch (186 Wnb-aanvragen, 95 vvgb’s) 281
Industrie (61 gemeentelijke bedrijven, 57 provinciale bedrijven Wnb-aanvragen,
8 vvgb’s)
126
Woningbouw 6
Overig (19 Wnb-aanvragen, 15 vvgb’s) 34

8. Wat is het aantal projecten dat sinds 2015 is uitgebreid met depositietoename tussen de 0,00 en 0,05 mol? Graag hierbij noemen welke acties de provincie onderneemt om deze uitbreidingen zonder de noodzakelijke vergunning in overeenstemming te brengen met de wet.

Antwoord: De projecten met een depositietoename tussen 0,00 en 0,05 mol waren destijds niet vergunning plichtig en dus heeft de provincie geen zicht op het aantal van deze projecten.

9. Een aantal vragen over latente ruimte;

- Wat is de nauwkeurige omschrijving van wat de provincie verstaat onder latente ruimte?

- Welke bekende rapporten verschaffen inzicht in de bestaande latente ruimte binnen onze provincie?

- Wat zijn de gevolgen van de Afdelingsuitspraak ECLI:NL:RVS:2022:2874 voor het vaststellen van latente ruimte, aangezien niet in alle gevallen de volledig toegelaten mestruimte conform de Meststoffenwet wordt uitgereden?

Antwoord:
a. In de originele beleidsregels omtrent intern en extern salderen (Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent intern en extern salderen | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)) is uiteen gezet wat wordt verstaan onder latente ruimte. Deze beleidsregels zijn meerdere keren aangepast en inmiddels vervallen. Daarnaast vindt over het begrip ‘latente ruimte’ discussie plaats op een breder vlak. Op landelijk niveau wordt getracht hier invulling aan te geven.
b. We zijn niet bekend met rapporten die inzicht verschaffen in de bestaande latente ruimte in onze provincie. Juist ook omdat onder dit begrip meerdere zaken kunnen worden verstaan.
c. In tegenstelling tot wat eerder werd aangenomen is het weiden van vee en het houden van vee in stallen één project waarvan de effecten in samenhang beoordeeld moeten worden. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat beweiden minder emissie en daardoor depositie veroorzaakt dan bemesten. In de aangehaalde uitspraak zet de Afdeling uiteen hoe beoordeeld moet worden of het beweiden van het vee in de beoogde situatie is toegestaan. Een onderdeel van deze beoordeling (10.3, punt 5) is dat moet worden nagegaan of de aanwendingsnorm uit de meststoffenwet- en regelgeving altijd maximaal is benut. Zo niet, dan moet de referentiesituatie daarvoor worden gecorrigeerd. Het is niet bekend hoeveel latente ruimte er bestaat op de gronden in Nederland en in de provincie Gelderland. Er is immers veel grond aan de landbouw onttrokken waarvan de emissies al aan de natuur ten goede zijn gekomen. Daarentegen zijn er ook woningen en industrieën op deze gronden gevestigd die ook weer emissies veroorzaken. De uitspraak laat eigenlijk geen ruimte voor latente ruimte omdat, zoals hiervoor gezegd, gekeken moet worden of de aanwendingsnorm uit de meststoffenwet- en regelgeving altijd maximaal is benut.

10. Sinds de toepassing van de 25 kilometerafkap in het Aerius rekenmodel zijn projectaanvragen enkel gehouden de depositietoename binnen een cirkel van 25 kilometer rondom het project te benoemen en - voor zover het een depositietoename betreft - te mitigeren of passend te beoordelen. Het is een wetenschappelijk feit dat het merendeel van projectdeposities optreedt op afstanden van meer dan 25 kilometer rondom de emissiebron. Het gevolg van de 25-kilometer-afkap is dat niet langer de initiatiefnemer van een project verantwoordelijk is voor de mogelijke depositietoenames buiten de 25 kilometer cirkel, maar het openbaar bestuur. Concreet betekent dit een verzwaring van de depositiereductie-opgave omdat nu de depositietoenames dienen te worden gemitigeerd middels de reductieopgave. Ons verzoek is om de bij de provincie bekende inzichten te overleggen van de toegenomen stikstofdepositie-reductieopdracht die het gevolg is van de 25-kilometerafkap.

Antwoord:
In Gelderland worden alleen vergunningen verleend voor situaties waarin sprake is van een afname of gelijk blijven van de depositie op de Natura 2000-gebieden. Door de rekengrens van 25 km wordt alleen gekeken naar de deposities binnen deze afstand. Echter indien sprake is van een afname of gelijk blijven van de depositie op hexagonen binnen 25 km van het project zal ook de depositie buiten 25 km afnemen of gelijk blijven. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er wel buiten 25 km stikstofdepositie veroorzaakt zal worden, die dus niet meer toegekend kan worden aan een project en daarom door generieke maatregelen vanuit provincie of rijk opgelost zou moeten worden. Op dit moment hebben we geen inzicht in de gevolgen van de 25 km grens op onze stikstof-reductie doelstelling. Wel wordt de verlaging van de gehele achtergronddepositie, zoals bij de aanpak van de piekbelasters met de LBV+ regeling, meegenomen in de maatregelen van gebiedsprocessen en in de Natuurdoelanalyses (NDA’s).

Danielle van de Weerd,
Partij voor de Dieren