Schriftelijke vragen Gif van Gelderse bloembollenteelt bedreigt natuur en drinkwater
Indiendatum: 5 jun. 2024
De maatschappelijke onrust over de schadelijke gevolgen van landbouwgif voor mens, dier en natuur neemt toe.[1]
Vooral het gebruik van grote hoeveelheden pesticiden in de sierteelt is zorgwekkend.[2] Zo wordt op lelies tot wel 50 à 100 keer meer gif per hectare gespoten[3] dan op graan en maïs.
Wat de sierteelt in Gelderland betreft, heeft Alterra in 2014 naar aanleiding van een vraag van de Partij voor de Dieren onderzoek verricht naar de ecologische gevolgen van de bloembollenteelt op de Veluwe.[4] Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het gemiddelde cumulatieve risico van het pesticidengebruik in de bloembollenteelt vele malen groter is dan voor aardappels, granen of maïs. De voor pesticiden meest kwetsbare natuur op de Veluwe is het watermilieu, waarvan soorten zoals de rivierdonderpad, de kamsalamander en de meervleermuis afhankelijk zijn. Extra risicofactor op de Veluwe is de zandige grond, die voor een hoge uitspoeling van pesticiden naar het grondwater zorgt. In 2013 bedroeg het areaal op de Veluwe waarop bloembollen werden geteeld circa 100 hectare. Ongeveer de helft hiervan was in gebruik voor de lelieteelt.
Op dit moment telt de provincie Gelderland een dertiental bedrijven die bloembollen telen op een oppervlakte van in totaal 300 hectare.[5] Op ongeveer 132 ha daarvan worden lelies geteeld.
In de natuurdoelanalyse van de Veluwe lezen we dat er zorgen zijn over de invloed van de in de bloembollenteelt gebruikte pesticiden op het beekmilieu.[6] Uit het concept-VLGG blijkt dat binnen de grondwaterbeschermingsgebieden sprake is van een toename van het aantal hectaren waarop bloembollen worden geteeld, en dat de bloembollenteelt een risico vormt voor de toekomstige drinkwatervoorziening. De provincie zegt in gesprek te willen gaan met de betreffende telers, en overweegt om voorbereidingen te treffen voor een toekomstig verbod op het gebruik van pesticiden.[7]
De Ecologische Autoriteit zegt in haar recente advies over de Natuurdoelanalyse van de Veluwe: "Overgangsgebieden. Binnen de Veluwe zelf kunnen niet alle problemen voldoende worden opgelost. Dit geldt voor de stikstofdepositie, zoals de NDA ook onderkent, maar ook voor problemen met het watersysteem en gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zonder externe maatregelen in bijvoorbeeld overgangsgebieden, zoals beschreven in de eerdergenoemde Tauw-rapporten, kunnen deze drukfactoren van buiten het gebied onvoldoende verminderd worden."[8]
In 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat er voor het gebruik van pesticiden in de buurt van Natura 2000-gebieden een natuurvergunning nodig kan zijn omdat significante gevolgen van pesticiden voor beschermde natuur niet met zekerheid kunnen worden uitgesloten.[9]
De organisatie Meten=Weten[10] heeft onlangs een handhavingsverzoek[11] ingediend bij de provincie Gelderland om het gebruik van bepaalde pesticiden[12] in de sierteelt niet langer toe te staan. De provincie weigert te handhaven, omdat het handhavingsverzoek geen betrekking heeft op individuele telers.
Tijdens de hoorzitting van de Commissie Rechtsbescherming van 14 mei 2024 waarop het bezwaarschrift van Meten=Weten werd behandeld, gaf de gemachtigde van GS aan dat de provincie Gelderland in het verleden een onderzoek naar pesticiden in de sierteelt is gestart door brieven te sturen naar individuele telers. Vanwege tijd- en geldgebrek is dit onderzoek echter voortijdig gestaakt.
De Partij voor de Dieren heeft de volgende vragen aan het college:
- Heeft het college een recent overzicht van a) de kadastrale percelen in en nabij Natura 2000-gebieden waarop sierteelt, waaronder lelieteelt, plaatsvindt en b) van de spuitgegevens van dit seizoen en vorig seizoen van deze percelen? Zo ja, dan verzoek ik u deze gegevens met ons te delen. Zo nee, hoe is dan uit te sluiten dat de individuele teelten een verslechtering en/of drukfactor vormen zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn[13] en de Kaderrichtlijn water[14]?
- Op welke onderzoekgegevens zijn de zorgen in de Natuurdoelanalyse van de Veluwe over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bloembollenteelt gebaseerd? Graag een verwijzing naar de betreffende onderzoeksgegevens.
- Welke mogelijkheden heeft de provincie om de drukfactoren weg te nemen die de Ecologische Autoriteit noemt in haar advies over de Natuurdoelanalyse van de Veluwe?
- Welke maatregelen neemt de provincie om het beekmilieu te beschermen tegen bestrijdingsmiddelen?
- Welke gebruiksbeperkingen gelden er voor sierteelt op pachtgronden van de provincie Gelderland?
- Kunt u uitleggen waarom de provincie - ondanks de conclusie in het Alterra-rapport uit 2014 dat de risico’s van het bestrijdingsmiddelengebruik in de bloembollenteelt vele malen groter zijn dan voor aardappels, granen of maïs - geen paal en perk heeft gesteld aan de niet-biologische bloembollenteelt in Gelderland, met name in en nabij beschermde natuur, op zandgronden en in grondwaterbeschermingsgebieden?
- Hoe kan het dat in grondwaterbeschermingsgebieden zelfs sprake is van een toename van het aantal hectaren waarop bloembollen worden geteeld?
- Welke voorbereidingen treft de provincie momenteel voor een toekomstig verbod op het gebruik van pesticiden in de sierteelt?
- Kan het college met wetenschappelijke zekerheid uitsluiten dat individuele sierteelt significante effecten kan hebben voor beschermde natuur, rekening houdend met het recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie[15] waaruit volgt dat toelating van pesticiden door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) onvoldoende is om mens, dier en het milieu te beschermen? Zo ja, hoe kan het college dit uitsluiten? Zo nee, waarom gaat het college geen voortoets verplicht stellen per teelt, dan wel geen passende maatregelen nemen?
- Waarom geeft het college geen invulling aan de hiervoor genoemde uitspaak van de rechtbank Noord-Nederland, waaruit volgt dat op voorhand beoordeeld moet worden of het project (in casu lelieteelt) significante gevolgen kan hebben voor beschermde natuur?
- Naar welke bloembollentelers hebben GS in het verleden brieven gestuurd? Wat stond er in deze brieven en welk vervolg is hieraan gegeven?
- Welke maatregelen neemt het college om de risico’s van pesticiden voor de toekomstige drinkwatervoorziening tegen te gaan?
- Waar gaan de gesprekken over die de provincie met de bloembollentelers in de grondwaterbeschermingsgebieden voert?
- Heeft de provincie in beeld wat de effecten van de bestrijdingsmiddelen in de Gelderse bloembollenteelt zijn op de gezondheid van omwonenden?
- Wat gaat het college in het kader van het provinciale beleid voor een gezonde leefomgeving doen om de gezondheid van Gelderlanders in bescherming te nemen tegen de risico’s van het gebruik van pesticiden in de bloembollenteelt?
- Bent u het met ons eens dat de maatschappelijke baten van de sierteelt niet opwegen tegen de maatschappelijke kosten die de sierteelt meebrengt voor natuur, milieu, drinkwater, voedselzekerheid en een gezonde leefomgeving, en dat er om die reden in Gelderland geen toekomst is voor niet-biologische sierteelt? Graag een toelichting.
- Klopt het dat de provincie zich in het kader van de hiervoor genoemde bezwaarprocedure die in gang is gezet door Meten=Weten, heeft laten vertegenwoordigen door de landsadvocaat, en advies heeft ingewonnen bij de landsadvocaat? Zo ja, dan ontvangen wij graag het betreffende advies, openbaar voor eenieder.
- Welke provincies maken nog meer gebruik van het advies van de landsadvocaat? Graag ontvangen wij de betreffende adviezen, openbaar voor eenieder.
- Als er al een juridische noodzaak bestaat om het handhavingsverzoek van Meten=Weten af te wijzen, waarom is er dan ambtelijk geen gevolg aan gegeven?
Danielle van de Weerd
Partij voor de Dieren
[1] https://www.parkinson-verenigi...; https://nos.nl/artikel/2487900... ; www.google.com%2F" class="redactor-autoparser-object">https://www.nu.nl/klimaat/6253... ; https://www.volkskrant.nl/nieu...
[2] Zembla “De schaduwzijde van de bloembollenteelt”: https://www.youtube.com/watch?...
[3] https://edepot.wur.nl/318996
[4] https://edepot.wur.nl/318996
[5]https://app.powerbi.com/view?r...
[6] https://gelderland.stateninfor..., pagina 30.
[7] https://gelderland.stateninfor...
[8] https://www.ecologischeautorit...
[9] https://uitspraken.rechtspraak...;
[11] https://metenweten.nl/wp-conte...
[12] https://div.metenweten.nl/page...
[13] https://eur-lex.europa.eu/LexU...
Indiendatum:
5 jun. 2024
Antwoorddatum: 9 jul. 2024
Vraag 1
Heeft het college een recent overzicht van a) de kadastrale percelen in en nabij Natura 2000- gebieden waarop sierteelt, waaronder lelieteelt, plaatsvindt en b) van de spuitgegevens van dit seizoen en vorig seizoen van deze percelen? Zo ja, dan verzoek ik u deze gegevens met ons te delen. Zo nee, hoe is dan uit te sluiten dat de individuele teelten een verslechtering en/of drukfactor vormen zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn13 en de Kaderrichtlijn water?
Antwoord
Nee, die gegevens hebben wij niet. Het toezicht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is geregeld in nationale wetgeving en wordt door de NVWA gecontroleerd. Het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toetst bij de toelating van middelen op de effecten. De toepassing van bestrijdingsmiddelen, ook in de bollenteelt, is onderdeel van het voor de betreffende middelen toegelaten gebruik. Dit impliceert dat de bijbehorende risico’s voor waterleven en terrestrisch leven, zoals ingeschat tijdens de toelatingsprocedure die de middelen hebben doorlopen, acceptabel werden geacht. Het Ctgb functioneert onder toezicht van de Minister van LVVN. Het is niet aan ons college, maar aan de Tweede Kamer om de Minister daarop te controleren.
Vraag 2
Op welke onderzoekgegevens zijn de zorgen in de Natuurdoelanalyse van de Veluwe over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bloembollenteelt gebaseerd? Graag een verwijzing naar de betreffende onderzoeksgegevens.
Antwoord
De NDA is gebaseerd op het beheerplan en de bijbehorende herstelprogramma’s voor de Veluwe. Al in het beheerplan Veluwe werd de zorg over gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot beken uitgesproken, ook in relatie tot de bollenteelt. In eigenlijk alle herstelprogramma’s komen de invloed van gebiedsvreemde stoffen, waaronder gewasbeschermingsmiddelen, als knelpunt terug.
Vraag 3
Welke mogelijkheden heeft de provincie om de drukfactoren weg te nemen die de Ecologische Autoriteit noemt in haar advies over de Natuurdoelanalyse van de Veluwe? Antwoord Een effectieve maatregel is het stimuleren van het omvormen van landbouwgrond in beekdalen in natuur of door het toepassen van een vorm van natuurinclusieve landbouw. Daarnaast kunnen terreinbeherende organisaties in contracten voor gronden die zij in pacht uitgeven voor landbouwkundig gebruik gebruiksbeperkingen opnemen. Vraag 4 Welke maatregelen neemt de provincie om het beekmilieu te beschermen tegen bestrijdingsmiddelen?
Antwoord
We voeren voor de Veluwse beken het Herstelprogramma Beken uit. Dit programma is door ons college vastgesteld in 2022 en is een uitwerking van het Natura2000 Beheerplan Veluwe. In dit programma zijn de volgende maatregel opgenomen om het beekmilieu te beschermen:
− Vb5, pag.130: “In overleg met eigenaren van landbouwpercelen langs beken wordt onderzocht op welke manieren de nutriëntenbelasting en het gebruik van bestrijdingsmiddelen teruggedrongen kan worden zodat de waterkwaliteit van de beken gewaarborgd kan worden. Het gaat om landbouwpercelen die liggen binnen een straal van vijftig meter aan beide zijden van beken. Deze maatregel is primair gericht op het terugdringen van het gebruik van meststoffen van bestrijdingsmiddelen, maar ook maatregelen die het effect van vermesting en bestrijdingsmiddelen mitigeren behoren tot de opties. Provincie Gelderland werkt aan generiek beleid voor extensivering van de landbouw op en rond de Veluwe vanuit het Nationaal Programma Landelijk gebied. Daarmee wordt de uitspoeling van meststoffen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en grond- en oppervlaktewateronttrekkingen teruggedrongen en de waterkwaliteit van de beken verbeterd. Deze maatregel nemen we op in het Gelderse gebiedsprogramma voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)”
Voor de uitvoering van maatregel Vb5 geven we prioriteit aan de Hierdense beek en de Kabeljauw bij Heelsum. Verder zijn in het concept-ontwerp VLGG 16 gebieden aangewezen waar met voorrang aan de opgaven voor o.a. extensivering landbouwgronden gewerkt gaat worden. Een aantal van deze gebieden ligt rondom het Veluwemassief (N2000 gebied).
− Vb7, pag.132: “Opzetten monitoringsnetwerk waterkwaliteit van de Veluwse Natura 2000- beken. Monitoring moet minimaal gericht zijn op gebiedsvreemde stoffen zoals meststoffen, medicijnresten en bestrijdingsmiddelen.”
Vraag 5
Welke gebruiksbeperkingen gelden er voor sierteelt op pachtgronden van de provincie Gelderland?
Antwoord
In onze pachtovereenkomsten wordt opgenomen dat het telen van bolgewassen (o.a. lelies) niet is toegestaan.
Vraag 6
Kunt u uitleggen waarom de provincie - ondanks de conclusie in het Alterra-rapport uit 2014 dat de risico’s van het bestrijdingsmiddelengebruik in de bloembollenteelt vele malen groter zijn dan voor aardappels, granen of maïs - geen paal en perk heeft gesteld aan de niet-biologische bloembollenteelt in Gelderland, met name in en nabij beschermde natuur, op zandgronden en in grondwaterbeschermingsgebieden?
Antwoord
Zoals in het rapport van Alterra wordt aangegeven, is in deze studie niet vastgesteld hoe groot het risico van de bollenteelt op de Veluwe daadwerkelijk is. Het risico in absolute zin is slechts af te leiden na uitgebreide analyse van de kenmerken van de betreffende percelen in combinatie met het exacte bestrijdingsmiddelengebruik (actieve stoffen, tijdstip en manier van toediening).
Vraag 7
Hoe kan het dat in grondwaterbeschermingsgebieden zelfs sprake is van een toename van het aantal hectaren waarop bloembollen worden geteeld?
Antwoord
Er zijn geen regels die de teelt van bollen beperken en anderzijds zien we dat als gevolg van de afname van het aantal veehouderijen er wordt gezocht naar andere vormen van grondgebruik. Wij zien ook een lichte toename van het areaal bollenteelt sinds 2020 binnen grondwaterbeschermingsgebieden (gwbg). In 2020 was het 0 hectare en in 2023 was het 13,27 hectare. We zijn met de grondeigenaren van deze percelen in gesprek.
Vraag 8
Welke voorbereidingen treft de provincie momenteel voor een toekomstig verbod op het gebruik van pesticiden in de sierteelt?
Antwoord
Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen is onderzoek nodig naar de ecologische effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Dit vergt tijd en middelen. Gelet op de noodzaak van nader ecologisch onderzoek heeft er overleg plaatsgevonden tussen de gezamenlijke provincies en het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Ctgb. Deze keuze is gemaakt omdat de impact van een algemeen verbod op gewasbeschermingsmiddelen aanzienlijk is op economisch en sociaal niveau. Om die reden vinden wij dat het Rijk, met name het Ministerie van LVVN, nader onderzoek moet verrichten naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op de omliggende Natura 2000-gebieden. Zonder aanvullend ecologisch onderzoek is het voor ons, evenals voor (sommige) andere provincies, niet haalbaar noch gepast om hierop een besluit te nemen. Wij hebben wel in het ontwerp van de aanpassing van de Omgevingsverordening, die binnenkort ter visie wordt gelegd opgenomen dat alleen nog het biologisch telen van bollen in grondwaterbeschermingsgebieden is toegestaan. En dit najaar stellen we subsidie beschikbaar voor investeringen in vormen van mechanische onkruidbestrijding, waarmee we een bijdrage leveren aan het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen.
Vraag 9
Kan het college met wetenschappelijke zekerheid uitsluiten dat individuele sierteelt significante effecten kan hebben voor beschermde natuur, rekening houdend met het recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie15 waaruit volgt dat toelating van pesticiden door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) onvoldoende is om mens, dier en het milieu te beschermen? Zo ja, hoe kan het college dit uitsluiten? Zo nee, waarom gaat het college geen voortoets verplicht stellen per teelt, dan wel geen passende maatregelen nemen?
Antwoord
Nee, ons college kan niet met wetenschappelijke zekerheid vaststellen wat de significante effecten zijn individuele sierteelt. Wij moeten hierbij vertrouwen op het oordeel van het Ctgb. Ons instrumentarium uit de Omgevingswet gericht op de instandhouding van de natuur is van toepassing op activiteiten, terwijl de teelt van een gewas kan worden gezien als een handeling. Op de keuze van een boer om een specifiek gewas te telen op een perceel rust geen vergunningplicht.
Vraag 10
Waarom geeft het college geen invulling aan de hiervoor genoemde uitspaak van de rechtbank Noord-Nederland, waaruit volgt dat op voorhand beoordeeld moet worden of het project (in casu lelieteelt) significante gevolgen kan hebben voor beschermde natuur?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 9.
Vraag 11
Naar welke bloembollentelers hebben GS in het verleden brieven gestuurd? Wat stond er in deze brieven en welk vervolg is hieraan gegeven?
Antwoord
We hebben recent brieven gestuurd aan eigenaren van percelen waar bollen op worden geteeld in grondwaterbeschermingsgebieden. Ook hebben wij overleg met hen gevoerd over het bij het antwoord op vraag 8 genoemde voorgenomen verbod op grondgebonden niet-biologische bloembollenteelt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Vraag 12
Welke maatregelen neemt het college om de risico’s van pesticiden voor de toekomstige drinkwatervoorziening tegen te gaan?
Antwoord
We hebben onlangs onderzoek laten uitvoeren naar residuen van gewasbeschermingsmiddelen in bronnen binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Naar aanleiding daarvan is het voornemen om in twee gebieden gebiedsprocessen te starten om samen met grondeigenaren en -gebruikers na te gaan welke maatregelen mogelijk zijn en welke consequenties die hebben. Daarna besluiten we over de uitvoering van de maatregelen. De resultaten willen we gebruiken om te bezien welke maatregelen in de andere gebieden uitgevoerd gaan worden. Ook dit gebeurt in de vorm van gebiedsprocessen. Zie voor nadere informatie onze statenbrief van 2 juli jl. (PS2024-642). In de Omgevingsverordening is al regelgeving opgenomen met betrekking tot het gebruik van schadelijke stoffen in grondwaterbeschermingsgebieden. Hieronder vallen ook bepaalde gewasbeschermingsmiddelen. Zoals aangegeven stellen we uw Staten voor een verbod in te stellen voor de grondgebonden niet biologische teelt van bloembollen in grondwaterbeschermingsgebieden. De Vereniging van Drinkwaterbedrijven (Vewin), is mede op ons verzoek en een aantal andere provincies in gesprek met het ministerie van LVVN en I&W over aanscherping van het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden. Ook is een app in ontwikkeling waarmee landbouwers en loonwerkers gemakkelijk kunnen zien waar grondwaterbeschermingsgebieden liggen. Daarnaast zijn wij actief betrokken bij een haalbaarheidsonderzoek naar een zogenaamde groene verzekering die telers kunnen afsluiten om eventueel financieel nadeel door het gebruik van biologische middelen te vergoeden.
Vraag 13
Waar gaan de gesprekken over die de provincie met de bloembollentelers in de grondwaterbeschermingsgebieden voert?
Antwoord
De gesprekken zijn gegaan over een eventueel verbod op grondgebonden niet biologische bollenteelt in grondwaterbeschermingsgebieden. Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 14
Heeft de provincie in beeld wat de effecten van de bestrijdingsmiddelen in de Gelderse bloembollenteelt zijn op de gezondheid van omwonenden?
Antwoord
Nee. Wij moeten hierbij vertrouwen op het oordeel van het Ctgb.
Vraag 15
Wat gaat het college in het kader van het provinciale beleid voor een gezonde leefomgeving doen om de gezondheid van Gelderlanders in bescherming te nemen tegen de risico’s van het gebruik van pesticiden in de bloembollenteelt?
Antwoord
Wij hebben onze zorgen geuit bij het Ctgb.
Vraag 16
Bent u het met ons eens dat de maatschappelijke baten van de sierteelt niet opwegen tegen de maatschappelijke kosten die de sierteelt meebrengt voor natuur, milieu, drinkwater, voedselzekerheid en een gezonde leefomgeving, en dat er om die reden in Gelderland geen toekomst is voor niet-biologische sierteelt? Graag een toelichting. Antwoord Nee. Sierteelt, zoals bijvoorbeeld de productie van bomen, heeft een belangrijk toegevoegde waarde voor onze samenleving en voor onze economie. Ons beleid is er op gericht om de gevolgen van het telen van deze gewassen voor de omgeving te beperken en waar nodig te reguleren.
Vraag 17
Klopt het dat de provincie zich in het kader van de hiervoor genoemde bezwaarprocedure die in gang is gezet door Meten=Weten, heeft laten vertegenwoordigen door de landsadvocaat, en advies heeft ingewonnen bij de landsadvocaat? Zo ja, dan ontvangen wij graag het betreffende advies, openbaar voor eenieder.
Antwoord
Nee, we hebben geen advies ingewonnen bij de landsadvocaat. Vraag 18 Welke provincies maken nog meer gebruik van het advies van de landsadvocaat? Graag ontvangen wij de betreffende adviezen, openbaar voor eenieder. Antwoord: Zie antwoord vraag 17.
Vraag 19
Als er al een juridische noodzaak bestaat om het handhavingsverzoek van Meten=Weten af te wijzen, waarom is er dan ambtelijk geen gevolg aan gegeven?
Antwoord
Het handhavingsverzoek van Meten=Weten is door ons bij besluit van 18 januari jl. afgewezen. Wij herkennen in dit besluit geen aanleiding voor ons om daar gevolg aan te geven.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Henri Lenferink - Commissaris van de Koning
Frederik van Ardenne - Secretaris
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vervolgvragen Droomvilla’s voor de rijken zijn nachtmerrie voor dieren en natuur
Lees verderSchriftelijke vragen Pekingeenden van Gelderland: gemeente Ermelo buigt opnieuw voor slachthuis
Lees verder